Ondanks gebrek aan daadkracht van het Europees Parlement om de import van jachttrofeeën aan banden te leggen wil staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken wel een vergaand verbod instellen. Hij vindt dat het ‘voor je plezier een leeuw of olifant doden en die dan mee te nemen naar Nederland om aan je muur te hangen’ niet gepast.
De lijst met diersoorten waarvan de jachttrofeeën niet meer in Nederland geïmporteerd mogen worden is flink gegroeid en bevat nu 200 soorten, waaronder de olifant, witte neushoorns, jachtluipaarden, nijlpaarden, leeuwen en de ijsbeer. Het stuit Van Dam tegen de borst dat mensen naar bijvoorbeeld Afrika gaan om daar beschermde en bedreigde diersoorten te schieten om als jachttrofee te dienen.
Na de dood van leeuw Cecil die door een Amerikaanse trofeejager werd geschoten is wereldwijd het bewustzijn gegroeid dat trofeejacht niet door de beugel kan. Zo weigert een toenemend aantal luchtvaartmaatschappijen om jachttrofeeën mee aan boord te nemen en in sommige landen wordt de wetgeving voor het importeren van bepaalde jachttrofeeën aan banden gelegd, zoals in november 2015 door Frankrijk.
Trofeejacht als bescherming?
Hobbyjagers die veel geld neertellen om één van de big five (olifant, leeuw, buffel, neushoorn en luipaard) te mogen schieten in Afrika beweren vaak dat zij meewerken aan de bescherming van de dieren, omdat het geld gebruikt zou worden voor het in stand houden van de soort. In de meeste gevallen verdwijnt dit geld echter in de zakken van de organisatoren en wordt er op geen enkele wijze iets aan bescherming gedaan.
Op een enkele plek, zoals in delen van Namibië, mag de lokale bevolking, vaak arme boeren, het wildbeheer zelf regelen en hebben zij toestemming om trofeejagers een dier te laten schieten om zelf het geld te houden. Volgens deze constructie zouden de boeren niet verleid worden om tot stroperij over te gaan van bijvoorbeeld olifanten of neushoorns, waarvan het ivoor en hoorn enorme bedragen opleveren op de zwarte markt. Het probleem is echter dat deze dieren hierdoor nog steeds hun ‘marktwaarde’ behouden, waardoor ze een lucratieve bron van inkomsten blijven, en dus ook de illegale jacht aantrekkelijk blijft.
Krachtige boodschap
Hoewel er in Nederland jaarlijks slechts enkele verzoeken komen bij het Ministerie om een jachttrofee in te voeren is de boodschap de Van Dam wil afgeven een krachtige:
“Deze discussie speelt in heel Europa en ik wil dat wij als Nederland daarin de eerste stap zetten.”
Tussen 2012 en 2015 werden er 27 verzoeken ingediend waarvan er 10 zijn gehonoreerd. Het ging om het invoeren van doodgeschoten beren, leeuwen, panters, lynxen, apen, olifanten, bokken en wolven. In april bleek dat een voorstel om op Europees niveau een importverbod van jachttrofeeën in te stellen onvoldoende steun kreeg binnen het Europees Parlement, waardoor het nu aan individuele lidstaten is om verboden of vergaande beperkingen in te stellen.
Bron ©PiepVandaag.nl Bart van Riel
