IJsberen kunnen dagenlang in open water zwemmen, waarbij ze honderden kilometers per keer afleggen.
Zee-ijs is cruciaal leefgebied voor ijsberen. Hier jagen ze op prooi, voornamelijk zeehonden. Maar door de stijgende temperatuur van afgelopen jaren, is er beduidend minder zee-ijs op de Arctische wateren. Onderzoekers maken zich zorgen of deze terugloop van ijs, verdrinking veroorzaakt bij berenjongen, wanneer ze lange afstanden moeten zwemmen. Ook walrussen ondervinden problemen, zij zijn net als de ijsberen afhankelijk van het zee-ijs.
Onderzoekers van de U.S. Geological Survey hebben 6 jaar lang ijsberen gevolgd door middel van halsbanden met GPS. Ze legden 50 langeafstandzwemtochten vast van 20 vrouwelijke ijsberen, sommige van de beren hadden een jong. De gedocumenteerde zwemtochten in de Zuidelijke Beaufort Zee varieerden van 17 uur tot bijna 10 dagen en dekten een afstand tussen de 54 en 687 kilometer.
De frequentie van de zwemtochten leek toe te nemen tijdens de duur van het onderzoek, die begon in 2004 en eindigde in 2009. Vanwege een gebrek aan historische data was het niet duidelijk of deze langeafstandtochten nieuw waren voor de ijsberen. Maar volgens de USGS was er in de afgelopen decennia niet eens genoeg open water in de Zuidelijke Beaufort Zee om zulke afstanden af te kunnen leggen.
Van de 20 vrouwelijke beren die lange afstanden zwommen, hadden er 12 een jong toen ze een halsband kregen. Van de 10 vrouwtjes die een jaar later weer veroverd werden, hadden 6 nog steeds een jong bij zich.
Deze observaties suggereren dat sommige jongen ook in staat zijn om enorme afstanden te zwemmen. Van de andere 4 vrouwtjes is niet te zeggen of ze hun jong voor, tijdens of ergens na hun lange zwemtochten hebben verloren, vertelt USGS-wetenschapper Anthony Pagano in een artikel gepubliceerd door de USGS.
Het onderzoek is op 27 april online gepubliceerd op de webiste van Canadian Journal of Zoology.
Bron ©PiepVandaag.nl Isabelle Oostendorp