Dierenopvangcentra hebben grote moeite om hoog-risico honden bij een nieuwe baas te plaatsen. Het blijkt moeilijk om de juiste baas bij de juiste hond te vinden en er is veel onbekendheid met de risico’s op bijtincidenten. Hoog-risico honden zijn rassen gefokt op agressie, maar die dat met de juiste aanpak en opvoeding niet hoeven te zijn.
In steeds meer opvangcentra zitten hoog-risico honden voor lange tijd. Soms is zelfs 90 procent van alle honden die in het asiel zitten een hoog-risico hond. Gemiddeld zijn dit zo’n 50 honden per jaar per opvang. Gebleken is dat veel opvangcentra worstelen om goed met deze dieren om te gaan en het is erg lastig om een goede baas voor hen te vinden.
Inslapen
Er zijn helaas meer aanvragen dan opvangplekken voor deze dieren. Een aantal opvangcentra kiest er zelfs voor om deze dieren helemaal niet op te nemen. Redenen hiervoor zijn enerzijds de veiligheidsrisico’s met betrekking tot bijtincidenten en anderzijds de moeizame herplaatsing van deze honden. De verblijfsduur van hoog-risico honden in de opvang varieert van 2 maanden tot soms wel 6 of 7 jaar en dat is aanzienlijk langer dan andere honden. Hierdoor lopen ook de kosten voor opvangcentra voor deze dieren hoog op.
Het trieste is dat een deel van de hoog-risico honden in de opvangcentra uiteindelijk moet inslapen vanwege een uitzichtloze toekomst, doordat ze niet door de gedragstest heen komen of omdat de veiligheidsrisico’s te groot zijn.
Imago helpt niet mee
Stichting DierenLot heeft onderzoek gedaan bij diverse dierenopvangcentra en dierenambulances naar de problemen die zij ondervinden met zogenaamde hoog risico honden. Daniella van Gennep, manager Public Affairs en Dierenwelzijn:
“Veel opvangcentra vinden het moeilijk om een goede match te maken tussen deze dieren en een nieuwe baas. Het energielevel van deze honden is vaak heel hoog, met sterke (agressieve) focus op andere honden. De honden zijn vaak niet plaatsbaar in gezinnen met kleine kinderen. Niet alleen het gedrag van de hond is een probleem, ook de beoordeling van de nieuwe eigenaren speelt een belangrijke rol. Ofwel mensen durven het niet aan om zo’n hond in huis te nemen of ze denken er juist te gemakkelijk over. Het imago van de hoog-risico honden helpt daar niet bij; soms willen mensen juist om die reden deze hond aanschaffen ter ondersteuning van hun eigen stoere imago. Het zou goed zijn als er algemene heldere criteria komen voor opname en herplaatsing van deze honden en deelname aan een training voor nieuwe baasjes als voorwaarde wordt gesteld.”
Behoefte aan scholing en opvangverbeteringen
Daarnaast hebben opvangcentra en dierenambulances behoefte aan aangepaste huisvesting van hoog-risico honden en gespecialiseerde materialen. Denk aan: geluidsdichte prikkelarme kennels in een huiselijke setting, aangepaste speelweides, extra veilige tuigen, speciale dwangkooien, stevige muilkorven. Ook extra veiligheidsmaatregelen voor de medewerkers zijn gewenst, zoals betere handschoenen, een alarmknop en duidelijke instructies.
Er is grote behoefte aan gespecialiseerde training van en voorlichting aan de vrijwilligers en medewerkers die met deze dieren te maken hebben. DierenLot is bezig om dit op de politieke agenda te krijgen, mensen met elkaar te verbinden om de juiste scholing te geven en wil daarvoor ook trainingen faciliteren. Daarnaast kan zij dierenopvangcentra financiële steun bieden als het gaat om aangepaste voorzieningen. Van Gennep:
“Al met al verdient elke hond een objectieve en deskundige medische en gedragsbeoordeling. Het zijn individuen die je niet alleen op hun ras kunt afrekenen. Naast een cursus voor nieuwe eigenaren is het belangrijk dat mensen goed worden voorgelicht voordat ze zo’n hond aanschaffen en dat incidenten goed worden opgevolgd door eigenaren verantwoordelijk te stellen. Heldere criteria, een goede gedragstest, specifieke training voor medewerkers en vrijwilligers over de omgang met hoog risico honden, een basis trainingsprogramma voor de hond, aangepaste voorzieningen, en bewezen deskundige begeleiding zouden opvangcentra en dierenambulances helpen om hun werk goed te kunnen doen.”
Bron:
- Persbericht Stichting DierenLot