HONDerd jaar Hondenbescherming, dat is reden voor feest, maar tegelijkertijd is het natuurlijk ook teleurstellend dat na honderd jaar nog steeds een Hondenbescherming nodig is.
Zouden de oprichters van de Hondenbescherming dat honderd jaar geleden voorzien hebben? Dat er na honderd jaar nog steeds veel te doen zou zijn? En dat de veranderende samenleving weer nieuwe knelpunten met zich zou meebrengen voor de hond?
In 1912 gingen de oprichters vast met andere gedachten voortvarend aan de slag om de trekhond voor de zwaarbeladen karren vandaan te krijgen. Scharminkels waren het die dagen lang in een slecht zittend harnas op hun versleten poten door moesten. Behalve de last van de markt- of handelswaar moesten ze soms ook het gewicht van hun eigenaar voortslepen.
Gelukkig lukte het de inspecteurs en vrijwilligers van de organisatie om steeds meer honden een beter leven te geven. Eerst kwam er bescherming. De omstandigheden waarin de honden hun werk moesten doen, verbeterden. Uiteraard was dat niet voldoende en gingen de vrijwilligers door. In de zestiger jaren werd de laatste hond onder de kar vandaan gekocht. Reden voor feest, maar ook toen al was er niet veel tijd voor festiviteiten.
Al geruime tijd was de Hondenbescherming actief om de 60.000 kettinghonden in het land te helpen. Door het succes van het verbod om de hond nog langer als trekkracht te gebruiken, kon er nu nog meer energie gestoken worden in het regelen van bewegingsvrijheid, beschutting, schoon drinkwater en voldoende eten voor deze honden die als waakhond aan veel te korte kettingen een miserabel leven hadden . Voor deze dieren kwam er bescherming in de vorm van het zogeheten Waak- en heemhondenbesluit.
Opnieuw was er weinig tijd om dit succes te vieren. Nieuwe problemen maakten dat de Hondenbescherming drukker werd dan ooit. Er kwamen meer gezelschapshonden, maar deze verkeerden lang niet altijd in goed gezelschap. Kennis, kunde en vaardigheid ontbraken nogal eens. Naast inspectie op verwaarlozing en -mishandeling en het beïnvloeden van wet- en regelgeving werd daarom voorlichting steeds belangrijker. Ook werd er onderzoek gestimuleerd, bijvoorbeeld naar de mogelijkheden voor het voorkomen van PARVO, een nare hondenziekte.
Vandaag de dag is de Hondenbescherming nog steeds op deze gebieden actief. Een noodfonds is er tegenwoordig ook, voor asielen en voor particulieren wiens hond in de knel komt door geldgebrek. Daarnaast vangt de organisatie oudere honden op in haar seniorenopvang, omdat steeds meer oudere honden tussen wal en schip dreigen te raken. Een pup lijkt veel aspirant hondenbezitters leuker. Het liefst goedkoop en snel, waardoor de malafide hondenhandel welig tiert. Voorlichting blijft dus cruciaal en dit jaar gaat de Hondenbescherming ter viering van haar honderdjarig bestaan een extra campagne starten om juist die verkeerde aanschafkeuzes tegen te gaan. Want een feestje vieren, dat doet de organisatie pas als ze niet meer nodig is. Zo zouden haar oprichters het vast ook graag gezien hebben!