Kan een slang vliegen? Het zou een mooie vraag zijn voor een pubquiz. Want behalve kronkelen zijn er meerdere manieren waarop een slang zijn lijf voortbeweegt: voorwaarts schuiven, lussen maken, zigzaggen en zweven!

slang

Hoe beweegt een slang? | Foto: publiek domein

Slangen (Serpentes) zijn koudbloedige reptielen, verwant aan hagedissen. Er zijn bijna 4.000 soorten, waarvan 15 procent giftig is. Ze komen voor in warme en koude streken, boven- of ondergronds en zelfs in het water. Sommige soorten kunnen meer dan 9 meter lang worden, maar er zijn er ook die niet groter groeien dan 15 centimeter. De drie meest voorkomende slangen in Nederland zijn de ringslang, de gladde slang en de (giftige) adder.

Beweging

Slangen bewegen zich altijd voort op de buik. Deze is geheel bedekt met schubben, die tijdens het bewegen afslijten. Doordat de schubben verhoornd zijn en niet kunnen groeien, moet de slang ze steeds vernieuwen. Dit proces wordt vervellen genoemd. Als een slang vervelt, wordt de huid in een keer afgeworpen. Nog een leuke vraag voor de pubquiz: waarom is een afgeworpen huid binnenstebuiten gekeerd? Omdat de slang hem als een sok afstroopt!

Het beeld van een kronkelende slang is bekend, omdat dit de meest voorkomende en efficiënte wijze van bewegen is. Maar afhankelijk van het type ondergrond en de mate van steilheid heeft een slang de keuze uit meerdere opties.

Over een stevige ondergrond plat de slang zijn lichaam zijdelings af en zet hij zich naar beneden af om vooruit te komen. Ook zwemmende slangen bewegen zich altijd kronkelend voort door het water.

Als de ondergrond glad is, maakt de slang meer een harmonica-achtige beweging. Ook hele zware slangen bewegen zich zo voort. De buikschubben worden naar voren geplaatst, waarna de rest van het lichaam wordt meegetrokken. Dit voorwaartse schuiven lijkt een beetje op de motoriek van een rups.

In bomen klimmen

Om in bomen te klimmen, krult de slang zijn lichaam in een lus en brengt hij zijn kop omhoog. De schubben van boomslangen zijn vaak gekield, zodat er tijdens het maken van de lussen meer grip ontstaat.

Slangen die over zand of modder kruipen, maken zigzaggende bewegingen om het lichaam af te zetten tegen de ondergrond. Voornamelijk kleine, dikke slangen bewegen zich op deze manier voort. Wie wel eens in een woestijn gelopen heeft, herinnert zich vast de evenwijdige sporen van slangen in het zand!

Tot slot is er voor sommige slangen nog de optie om zich zwevend door de lucht te verplaatsen. Ze nemen dan een spiraalvormige houding aan met een sterk afgeplat lichaam. Zo kunnen ze zich door gebruik te maken van zwaartekracht en luchtweerstand uit een boom laten vallen, zonder te pletter te slaan.

Bron:

©AnimalsToday.nl Helma van de Vondevoort