Onderzoekers van IMARES Wageningen UR hebben een schatting gemaakt van het aantal bruinvissen in het Nederlandse deel van de Noordzee. In maart 2011 werden 85.572 bruinvissen geteld. Dat is ongeveer de helft van het aantal bruinvissen in de hele zuidelijke Noordzee. De bruinvis, een kleine tandwalvis, is de meest voorkomende zeezoogdiersoort in Nederlandse wateren.
Vooralsnog waren er geen aantal-schattingen bekend voor het Nederlands Continentaal Plat (NCP).
Net als bij de zeehondentellingen werden met vliegtuigen in juli 2010, oktober/november 2010 en maart 2011, tellingen gedaan langs vooraf ontworpen track lines. Hierdoor was het mogelijk dichtheden en aantal-schattingen van bruinvissen in het NCP te berekenen.
In maart 2011 werden de meeste bruinvissen geteld, namelijk 85.572 dieren. In juli 2010 werden er 25.998 bruinvissen geteld en in oktober/november 2010, 29.963. Per telperiode verschilde het verspreidingspatroon, maar in iedere periode bevonden de meeste dieren zich tussen de Bruine Bank en de Borkumse Stenen.
Het lijkt erop dat bruinvissen zich ook in Nederlandse wateren voortplanten, want in juli werden kalfjes gesignaleerd. Tussen 1950 en 1980 ging het in Nederland erg slecht met de bruinvis. De dieren waren in alles kustgebieden van de Zuidelijke Noordzee zo goed als uitgestorven. Sinds 1990 worden de dieren gelukkig weer regelmatig gezien.
Een triest gevolg van de telling die nu gedaan is, is dat IMARES aangeeft dat de grote populatie bruinvissen potentieel kan leiden tot een toename in conflicten met menselijke activiteiten. Hierdoor wordt het instellen van beleidsmaatregelen urgent.
Dit positieve bericht zou dus een vervelend vervolg kunnen krijgen, waar de dieren weer de dupe van worden.
Bron: Wageningen UR ©PiepVandaag.nl