Frankrijk en Spanje werden twintig à dertig jaar geleden niet alleen overspoeld met vakantiegangers, maar ook met plastic rotzooi in de natuur. En dan vooral lege flessen mineraalwater. Nederland was daarentegen een net en schoon land. Wij brachten onze lege flessen al ver voor de Tweede Wereldoorlog naar de kruidenier en ontvingen statiegeld als beloning. Dus waarom deden die vieze Fransozen en Spanjolen niet hetzelfde?

statiegeld
Foto Credit: f i Я a s via Compfight cc

Milieuministers Ed Nijpels en Hans Alders wilden eind jaren ‘80 het statiegeldsysteem zelfs verder uitbreiden vanwege het succes van het hergebruik. Daar kwam weinig van terecht toen ergens in de jaren negentig kleine kunststof-flesjes frisdrank werden geïntroduceerd. Die leverden de drankenbranche naar verhouding veel meer op dan familieverpakkingen, maar het was veel meer werk om al die kleine flesjes logistiek te verwerken. Dankzij een intensieve lobby van de verpakkers en drankenboeren kregen de kleine flesjes vrijstelling op het gebied van statiegeld. Tegelijkertijd werden er keiharde afspraken gemaakt met de minister. Zo zou het aandeel kleine flesjes maximaal twee procent mogen uitmaken van het totaal, maar dat liep in de loop der jaren op naar meer dan 50 procent.

Het IJsselmeer als afvoerputje voor de verpakkingsindustrie

Toen de zaak totaal uit de hand liep, kwam er niet alsnog statiegeld op kleine flesjes. Milieuminister Jan Pronk eiste begin van deze eeuw dat 80 procent van de plastic flesjes en blikjes ingezameld en hergebruikt moest worden. De afspraken over inzamelen en hergebruik werden vervolgens jaar in jaar uit niet nageleefd, doelstellingen werden naar beneden bijgesteld – bijvoorbeeld van 80 procent naar 55 procent- en zelfs dán niet gehaald. Het resultaat? Overal liggen flesjes langs snelwegen, in bossen, sloten, grachten, op het strand en in parken. Op een fietstocht van Lemmer naar Urk kwam ik op de dijk drie fietsers tegen en duizenden flesjes en blikjes. Zelfs op deze verlaten plek in Nederland bleek de natuur vervuild. Het IJsselmeer als afvoerputje voor de verpakkingsindustrie.

Maar zwerfafval (flesjes, blik, plastic zakken) is een wereldwijd probleem. Ook Beau van Erven Dorens klaagde na zijn deelname aan Expeditie Robertson in NRC over de troep.

‘Zo’n tropisch eiland is één grote vuilnisbelt van aangespoelde troep. Duizenden plastic flessen. Voor Expeditie Robinson sturen ze altijd een schoonmaakteam vooruit dat twee weken bezig is het eiland op te ruimen.’

Plastic komt via het water terecht in de magen van vogels zoals albatrossen, walvissen, de Noordse stormvogel, ja zelfs in onze vaderlandse mosselen zit plastic. En dan hebben we nog niet over de Plastic Soep gehad in de Stille Oceaan. De Engelse schrijver Redmond O’Hanlon was aan boord van de Beagle verbijsterd: waar je ook komt – overal drijven plastic flessen, blikjes en ander afval en het zeeleven gaat daar aan ten onder. Het probleem is dat veel plastic al is opgebroken in kleine deeltjes. Dat lijkt op plankton en wordt door vissen gegeten. Die op hun beurt weer bij ons op ons bord terechtkomen.

Statiegeld is een paar jaar geleden in New York ingevoerd via de Bottle Bill. Er worden daar nu per jaar meer dan twee miljard flesjes ingeleverd, dat zijn er meer dan vijf miljoen per dag. Daklozen hebben een mooie inkomstenbron erbij, want het zwerfafval wordt ingezameld en ingeleverd. Duitsland kent ook een zeer goed werkend statiegeldsysteem waardoor elke winkelier verplicht is lege verpakkingen terug te nemen en statiegeld te betalen. Duitsland is dan ook een stuk schoner dan Nederland.

Volgens de makers van de Dopper, een herbruikbaar waterflesje dat wordt gepresenteerd als innovatief (kennelijk zijn we al zo ver afgezakt dat dit vernieuwend is), worden er in Nederland 500.000 flesjes mineraalwater per dag verkocht (bron: dagblad De Pers). Als twee procent van de lege flesjes wordt weggegooid dan zijn dat 10.000 waterflesjes per dag en meer dan 3,5 miljoen per jaar. Tellen we de andere frisdranken en blikjes daarbij op dan gaat het zomaar om tientallen miljoenen flesjes en blikjes zwerfafval.

Het dreigt allemaal nog een graadje erger te worden, want dankzij de lobby van het bedrijfsleven dreigt het statiegeld op grote plastic flessen binnenkort te worden afgeschaft. Dat zou bijna het einde betekenen van ons statiegeldsysteem. Nog even de bierflesjes vervangen door blik – dat proces is al in volle gang – en de inzamelmachines die nu nog in de supermarkt staan, kunnen naar de schroothoop. De voordelen voor het bedrijfsleven zijn dat er geen (goedkope) werknemers meer ingezet hoeven te worden om de flesjes te sorteren, het scheelt opslag en de boel hoeft niet terug naar de fabriek. Scheelt de fabriek ook weer geld. Het lijkt hier echter om marginale kosten te gaan, die niet in verhouding staan tot de schade aan milieu, natuur, volksgezondheid en dierenwelzijn. Maar over die aspecten wordt nauwelijks gerept.

Politieke tegenstanders

In 2012 verscheen een rapport van de Universiteit Wageningen (WUR nr. 1316B) over de (hoge) kosten van statiegeld voor onze maatschappij. Nog voor de definitieve versie van het rapport gereed was, drukte staatssecretaris Atsma (CDA) – een verklaard tegenstander van alles en iedereen die ijveren voor natuur, milieu en dierenwelzijn – het afschaffen van statiegeld door de Tweede Kamer.

Een andere grote tegenstander van statiegeld was staatssecretaris Pieter van Geel (CDA). Hij is tegenwoordig voorzitter van de Nederlandse Vereniging Frisdranken, Waters en Sappen. Van Geel was tussen 2002 en 2007 de verantwoordelijke bewindsman die moest controleren of het bedrijfsleven zijn afspraken wel nakwam (quod non!). Hester Klein Lankhorst is een andere belangrijke figuur bij de “onderhandelingen” tussen ministerie en drankenindustrie. Zij was hoofd afvalbeheer en duurzame productieketens en onder meer verantwoordelijk voor het statiegelddossier. Deze ambtenaar was betrokken bij de oprichting van het “onafhankelijk” Kennisinstituut Duurzaam Verpakken, dat geheel gefinancierd wordt door het bedrijfsleven. Inmiddels is deze ex-topambtenaar directeur van dit Instituut.

Een andere twijfelachtige factor in dit interessante dossier, is de Stichting NederlandSchoon. Deze stichting propageert het voorkomen en opruimen van zwerfafval, maar de eenvoudigste oplossing ‘statiegeld’ komt in de plannen niet voor. Het bestuur bestaat dan ook geheel uit mensen uit het bedrijfsleven afkomstig van Albert Heijn, Bavaria en Coca Cola. Allemaal verklaarde tegenstanders van statiegeld. De gemeenten krijgen van deze stichting een afkoopsom ter (wel zeer gedeeltelijke) dekking voor het opruimen van plastic en andere rotzooi. Meer dan 90% van de Nederlandse gemeenten wil statiegeld, maar voorzitter Annemarie Jorritsma (VVD) van de VNG heeft die mening tot nu toe op slimme wijze weten te negeren.

Kortom, het is één grote slangenkuil met een overheid die zich willens en wetens laat manipuleren, met gevolgen waar de natuur, het milieu, dierenwelzijn, klimaat en volksgezondheid ernstig onder te lijden hebben en waar velen zich kapot aan ergeren. Dit alles, laten we dat niet vergeten, voor een financieel voordeel van de frisdrankenindustrie en de supermarkten van naar schatting 30 miljoen euro per jaar (bron: CE Delft 2014). Ter vergelijking: de Nederlandse gemeenten besteden 250 miljoen euro per jaar aan het opruimen van afval op straat en ontvangen circa zeven miljoen euro ter compensatie. Overigens verdienen de fabrikanten ook aan statiegeld; circa vijf procent wordt niet ingeleverd.

Nieuw onderzoek haalt Wageningen-onderzoek onderuit

De Tweede Kamer heeft in 2012 ingestemd met het afschaffen van statiegeld per 1 januari 2015, mits het de maatschappij en het bedrijfsleven een flinke kostenbesparing oplevert. Want dat had het WUR-rapport uit 2012 immers beloofd. Uit een nieuw gepubliceerd onderzoek van CE Delft, een onafhankelijk ingenieursbureau gespecialiseerd in milieukundige vraagstukken en met diverse ministeries als opdrachtgever, blijkt evenwel dat Wageningen de kosten voor de maatschappij tweemaal te hoog heeft ingeschat.

Volgens Wageningen bedragen de kosten van statiegeld voor de maatschappij 6 cent per fles. CE Delft komt op 3 cent. Dat is nog aan de ruime kant, want het statiegeldsysteem van Aldi en Lidl kost maar 0,2 cent per fles! Een goed werkend (Duits) systeem is dus dertig keer goedkoper dan Wageningen heeft berekend. Dat is ook volkomen te begrijpen, want het innemen van flessen gebeurt tegenwoordig automatisch, de apparaten onderscheiden alle soorten flesjes en kunnen zelfs andere verpakkingen herkennen, zoals blikjes en drankenkartons. Dan is er nog een scholier nodig die de spullen in kratten doet, wat extra ruimte voor opslag (niet veel want de verpakkingen worden samengeperst) en dan kan het in dezelfde vrachtwagen terug die de volle kratten bezorgt. Om deze ‘lasten’ draait in feite de hele discussie.

Stappen ondernemen

De grootste leverancier van statiegeldmachines Tomra, de opdrachtgever voor het rapport van CE Delft, is niet van plan om het erbij te laten en schrijft in haar persbericht onder ander het volgende:

‘De conclusies in het rapport van CE Delft staan haaks op de bevindingen uit het in 2012 opgestelde Wageningen UR (WUR) rapport, die destijds het belangrijkste argument vormden om statiegeld af te schaffen. De grootste leverancier van emballagesystemen in Nederland, Tomra Systems, heeft hierop besloten een formele klacht in te dienen bij de Commissie wetenschappelijke integriteit van de Wageningen UR.’

De Tweede Kamer en later ook de Nederlandse gemeenten zijn tijdens de besluitvormingsfase in 2012 ernstig misleid door de WUR-rapportage, die is opgesteld in opdracht van de frisdrankindustrie. Diverse kosten zijn stelselmatig te hoog opgevoerd en nadrukkelijk is gesuggereerd dat statiegeld een achterhaald systeem zou zijn. Het tegendeel is echter waar: milieutechnisch en financieel. De conclusies van de uitgevoerde review van CE Delft zijn zo ernstig dat deze aanleiding zijn om stappen te ondernemen tegen de opsteller van het WUR-rapport, dr. E.U. Thoden van Velzen”, aldus René Hissink, operationeel directeur van Tomra Systems. Hij vervolgt: “Het gaat om het behoud van het best denkbare systeem, waar Nederland altijd terecht trots op is geweest, en de 800 banen die ermee gemoeid zijn. Wij roepen daarom politiek en bestuur op de ingeslagen weg naar afschaffing van statiegeld te verlaten”.

Dat CE Delft (en Tomra) het gelijk aan hun zijde vinden, bewijst de succesvolle  inname van plastic flessen door Aldi en Lidl.

Lidl schrijft in een brief uit 2012:

‘Het huidige statiegeldsysteem voor grote PET-flessen is afgelopen decennia bij ons zeer effectief gebleken. Maar liefst 95% van de grote PET-flessen wordt ingeleverd. Hierdoor is er hoogwaardige recycling mogelijk en wordt de hoeveelheid zwerfafval ingeperkt. Uit dit hoge inzamelpercentage blijkt bovendien dat het systeem groot draagvlak geniet onder de bevolking. Zo ook onder onze klanten. Het huidige statiegeldsysteem heeft een vaste plek binnen onze bedrijfsvoering, zowel in onze filialen, distributiecentra als het logistieke proces. Uiteraard heeft het efficiënter inrichten van processen altijd onze aandacht, maar daarbij vinden wij het uiterst belangrijk  om ook de milieu-impact mee te wegen. Vanuit die visie hebben wij grote twijfels of de afschaffing van het huidige statiegeldsysteem wel de juiste stap is.’

Het standpunt van Lidl is overigens juist: 94% van de Nederlandse gemeenten en 73% van de Nederlandse bevolking is voorstander van statiegeld. 

Hoe anders is het standpunt van Albert Heijn te Zaandam, dat een bestuurder levert voor de twijfelachtige stichting NederlandSchoon. Volgens uitlatingen op een blog van Trouw wil AH het statiegeld inderdaad afschaffen. In een latere reactie twittert AH ‘dat het niet per se wil stoppen met het statiegeld en dat het bedrijf genoodzaakt is van statiegeld af te zien wanneer in 2015 het statiegeld wettelijk wordt afgeschaft’. Eerst lobbyen voor een wetswijziging en vervolgens dit aangrijpen als excuus.

©PiepVandaag.nl Hans Baaij, directeur Stichting Dier&Recht en Varkens in Nood