Ik heb sinds de varkenspestepidemie in 1997, toen 10 miljoen Nederlandse varkens werden geruimd, aardig wat ministers en staatssecretarissen van Landbouw mee mogen maken. De eerste was VVD-er Jozias van Aartsen, die nota bene nog tijdens de varkenspest onze systemen voor de intensieve varkenshouderij aan China trachtte te verkopen. Zonder veel succes; de Chinezen hadden al snel door hoe ze zelf varkensstallen konden bouwen en varkens konden fokken. In 1997 heeft Van Aartsen de Wet herstructurering van de varkenshouderij ingevoerd, een wet die een drastische reductie van de varkensstapel beoogde. Uiteindelijk is die wet steeds verder afgezwakt en tenslotte in schoonheid gestorven. Het was in ieder geval een poging.
In een volgend kabinet was Tjeerd de Groot politiek adviseur van minister Laurens Brinkhorst. Hij was een groot fan van de oprichter van stichting Varkens in Nood, de schrijver J.J. Voskuil. Tjeerd had een afspraak willen maken tussen zijn baas en Voskuil, maar die laatste weigerde, want zoals hij zei: ‘Die Brinkhorst praat mij zo onder tafel, die weet alles.’ Die avond belde Han Voskuil mij: ‘Lousje vindt dat ik toch moet gaan.’ Lousje is de vrouw van Voskuil. En dus ging Voskuil met de staart tussen de benen naar Den Haag. Later vroeg ik hem hoe het was geweest. ‘Hij wist niets, ik moest hem alles vertellen.’
Tjeerd de Groot was in ieder geval wel tevreden: na afloop van het gesprek heeft Voskuil Tjeerds zeven delen van Het Bureau gesigneerd. Een paar dagen nadien kreeg Brinkhorst met de Voskuiliaanse opmerking ‘de varkensboeren moeten zich schamen’ ruime aandacht in de media en woedende reacties van de varkensboeren. Dat was dan ook zijn laatste heldendaad, want daarna was het toch vooral de D66-mentaliteit om alles aan de markt over te laten, die de overhand kreeg.
Hierna was het de beurt aan CDA-ministers Cees Veerman en Gerda Verburg. Veerman maakte aan het begin van zijn ministerschap een grand tour door Nederland. Burger, boer en buitenlui kwamen in hun zondagse kleren naar de bijeenkomsten in de provincie om de minister van hun standpunten te overtuigen. Het was allemaal verspilde moeite, want Veerman zijn beleid kwam neer op drie pijlers: ‘We moeten niet voorop lopen in Europa, er zijn al genoeg wetten en de markt moet zijn werk doen.’
In die tijd (2003) had ik een vergadering met de vleesinkopers van de gezamenlijke supermarkten. Zij waren het met mij eens dat het dierenwelzijn een flink stuk omhoog mocht, ook al zou dat de vleesprijs verhogen. Dit alles onder één voorwaarde: de overheid moest dit zodanig regelen dat free riders de concurrentie niet zouden verstoren. Veerman reageerde dat hij absoluut geen zin had dit schot voor open doel te benutten: ‘Er zijn al genoeg wetten en de markt moet zijn werk doen.’
Klokkenluider vervolgd
Gerda Verburg gebruikte de eerste honderd dagen van haar ministerschap (2007) om de belangrijkste beleidsthema’s te verkennen. Als verkenner mocht ook ik wat tegen de minister zeggen. Ik ijverde voor forse investeringen in de vervangers van vlees en het uitbouwen van de kennisvoorsprong die Nederland toen nog had. Een meewarige blik viel mij ten deel. Wat een onzin, zag je haar denken. Later kwam de minister in de problemen, toen een intern accountantsrapport van de NVWA en een rapport van EY via Varkens in Nood uitlekten. Verburg ging als een furie te keer. Niet tegen de slachterijen die de volksgezondheid in gevaar brachten, niet tegen de dierenartsen die bedreigd werden en niet tegen de falende en geldverspillende reorganisaties die de NVWA kapot maakten, maar tegen de klokkenluidster die de schokkende rapporten naar buiten bracht.
Uiteindelijk heeft de Rijksrecherche (die kennelijk tijd over had) bandopnamen met verdraaide stem, gemaakt voor een radioprogramma, weten te herleiden tot de klokkenluidster en werd ze (als afschrikwekkend voorbeeld) vervolgd. Verburg was ook de minister die er tientallen doden en honderden zieken en arbeidsongeschikten door Q-koorts voor over had, om een marginale industrie als de geitenhouderij in leven te houden. Wat betreft het beleid van Verburg: zie de drie pijlers van het beleid van Veerman. Voor de opvolger van Verburg, Henk Bleker, zie het beleid van Veerman.
Gehaaide politica
In 2012 werd Sharon Dijksma staatssecretaris van Landbouw. Sharon zocht nog een baan en de PvdA-top dacht: ach, Sharon komt uit Enschede dus die komt zo’n beetje van het platteland en zal dus ook wel verstand hebben van landbouw. Dat landbouw een miljardenbusiness is – met honderden miljoenen dieren, een boerenstand die veel van alles produceert maar geen winst – en dus best wel complex is, dat maakt niet zoveel uit voor een dame met politieke ambities. Maar landbouw verveelde kennelijk, want al snel solliciteerde ze naar de positie van burgemeester van Enschede. En niet veel later werd ze staatssecretaris van Infrastructuur.
In het begin van het laatste kabinet steunde de PvdA nog bijna zeventig procent van de diervriendelijke moties, maar al snel ging staatssecretaris Dijksma door met het beleid van Veerman en werd het met ongeveer tien procent nog minder dan het CDA. Nauwgezet las ze de door haar ambtenaren opgestelde teksten door (van het type: vraagsteller het bos in sturen) en als er doorgevraagd werd of een kritisch Tweede Kamerlid kwam met (onwelgevallige) feiten of rapporten, dan vertelde ze gewoon precies hetzelfde, maar dan in andere woorden. In de media werd ze een gehaaide politica genoemd.
Zeker! Geen idee hebben welk beleid je zou moeten voeren en nauwelijks kaas gegeten van de onderwerpen en hier dan toch mee wegkomen. Onder Dijksma zet het kiezersbedrog van de PvdA vol in. Sinds circa 1995 stond In de verkiezingsprogramma’s van de partij dat de plezierjacht op eenden en hazen verboden zou worden, maar onder Dijksma werd deze jacht alsnog gedoogd. Vertelde het PvdA-kamerlid Tjeerd van Dekken bij het begin van de regeringsperiode mij nog uiterst serieus dat alle productiedieren naar buiten moesten kunnen (wel een gedoe als je een stal hebt met 50.000 kippen), maar alras werd de PvdA onder Dijksma even dieronvriendelijk als de VVD en stemde ze tegen vrijwel iedere motie om dieren een beter leven te geven.
Naïeve staatssecretaris
Nadat Dijksma een beter baantje als staatssecretaris van Infrastructuur had gevonden, werd Martijn van Dam tot staatssecretaris benoemd. Net als zijn voorgangers was Van Dam van mening dat de overheid eigenlijk geen mening hoeft te hebben en dat voorlichting de mensen (consument) vanzelf wel in de goede richting stuurt. Zo ontstond het idee om in de stallen camera’s op te hangen zodat de consument kon zien waar zijn vlees vandaan kwam. Een oud en volkomen onhaalbaar idee, want vlees in de supermarkt is nauwelijks te traceren en bovendien is het nutteloos. Voor de consument zie de stallen zien er allemaal eender uit. Maar de ambtenarij vond het een goed idee, er werd een consultant (waarschijnlijk een ex-ambtenaar) aangezocht om het proces te begeleiden en de naïeve staatssecretaris werd door de ambtelijke top het bos ingestuurd.
Later vertelde de staatssecretaris in de Volkskrant dat het project helaas mislukt was. Die mislukking was iedereen van meet af aan duidelijk, alleen Van Dam niet. De uiteindelijke koers was, hoe raadt u het, die van Veerman, met een sausje VVD. Dit citeerde de Volkskrant uit de mond van Van Dam: ‘Als Nederland toe wil naar een gezond en duurzaam voedingspatroon, dan moet dat gebeuren in samenspraak met bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties. De regering is niet van plan die ontwikkeling af te dwingen door concrete maatregelen te nemen zoals het duurder maken van milieuonvriendelijke producten. De overheid voelt niets voor de invoering van een heffing op dierlijke producten (vlees, kaas, zuivel), wat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) deze week voorstelde.’
Kortom, de afgelopen twintig jaar was er geen beleid, geen visie, geen ondernemerschap en geen enkele vorm van sturing. Ministers en staatssecretarissen waren, zeker recent, sprekende poppen die braaf de teksten van hun ambtenaren voorlazen. Ambtenaren zijn geen ondernemers en nemen (op een enkele uitzondering na) geen initiatief of verantwoordelijkheid en zo is de cirkel rond en gebeurt er niets. Voeg daar nog eens de NVWA aan toe en dan heb je een giftige mix van stilstand, desinteresse en onmacht. Voeg daar de ‘Groene Lobby’ aan toe en dan heb je nog meer conservatisme.
In de afgelopen twintig jaar is het leven voor de dieren in de vee-industrie nauwelijks verbeterd, is de natuur in Nederland op grote schaal kapot gemaakt (verdwenen vogels, bijen, bloemen, bomen) en wordt er nog altijd geen cent verdiend door de veeboeren. Wel is de prijs van vlees nog verder gedaald. Kip kost nu 1/7e van de prijs in de jaren zestig.
De afgelopen twintig jaar kenmerkten zich door onnozelheid en bewindslieden zonder visie, durf en intelligentie. Hoog tijd voor een game change op landbouw.
Hans Baaij – directeur Varkens in Nood en Dier&Recht
©AnimalsToday.nl
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
En zo blijven wij de dieren op afschuwelijke manieren behandelen en vermoorden en waarvoor.
We hebben weer gekozen voor een zeer ongezonde en milieu onvriendelijke regering die volledig achter de massa moorden staan van dieren die meer gevoel hebben dan enige VVDer of CDAer.
En zo zie je maar weer hoe slecht een regering is, misschien toch maar niet meer stemmen.