De afgelopen periode holde de Nederlandse varkenssector van incident naar incident en dat kan in het Chinese Jaar van het varken wel eens noodlottig worden. Fraude met aantallen varkens, mestfraude, fraude met milieu- en bouwvergunningen, het houdt niet op.
De EU lijkt er meer dan genoeg van te krijgen dat de Nederlandse veehouderij de Europese regels voortdurend blijft ontduiken, vaak met actieve hulp of gedogen door de Nederlandse overheid.
Truc 1: in theorie klopt het
De Europese Vogel- en Habitatrichtlijn wordt niet gehaald. Sterker, het Planbureau voor de Leefomgeving meldt dat de biodiversiteit in geen enkele EU-lidstaat slechter is dan in Nederland. Oorzaak zijn vooral de schadelijke emissies van de landbouw en dan met name de varkenshouderij.
Nederland is gebonden aan Europese grenswaarden voor toegestane emissies van schadelijke stoffen zoals fijnstof en ammoniak en werd in 2016 al eens door het Europese milieuagentschap op de vingers getikt vanwege overschrijding van het ammoniakplafond.
Door deze Europese normen zat de Nederlandse varkenssector in feite op slot. Om dit te ontduiken bedacht de Nederlandse overheid een truc: als een varkensboer beloofde in de toekomst maatregelen te nemen om de emissies te verlagen, dan mocht er nu alvast uitgebreid worden. Op basis van een puur theoretische daling mochten varkensbedrijven dus jarenlang uitbreiden. Eind 2017 bleek uit metingen van het RIVM dat de werkelijke ammoniakemissies in de veehouderij veel hoger waren dan berekeningen van de overheid. Met ernstige gevolgen voor vele planten- en dierensoorten in Nederland. Dat was een even voorspelbare als onwelkome ontdekking, aangezien er inmiddels talloze vergunningen voor uitbreiding waren verleend. De Raad van State haalde in maart 2018 al een streep door vijf van deze vergunningen. In november 2018 oordeelde het Europese Hof in gelijke bewoordingen over het Nederlandse beleid. De vergunningen mogen pas worden verleend als wetenschappelijk vaststaat dat deze geen grote milieuschade opleveren. Advocaat Wosten die het beleid namens milieuorganisaties bij de rechter aanvocht, voorspelt dat vele honderden vergunningen voor stallen alsnog zullen worden vernietigd.
Truc 2: het onrechtmatig verstrekken van omgevingsvergunningen
Het niet ontvankelijk verklaren is de meest gebruikte methode voor overheden om lastige burgers die protesteren tegen nieuwe varkensstallen met een kluitje het riet in te sturen. Zo stelde de gemeente Echt-Susteren – bij een beroep dat Varkens in Nood indiende tegen megavarkensboer Straathof – dat zij niet ontvankelijk was, want geen belanghebbende en er was bovendien verzuimd een zienswijze in te dienen.
De Rechtbank Limburg acht de Nederlandse wet op dit punt strijdig met EU Richtlijnen en heeft de kwestie voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie. In het Europese Verdrag van Aarhus is namelijk vastgelegd dat ‘een ieder’ de mogelijkheid moet hebben om een vergunning aan de rechter voor te leggen (en niet slechts belanghebbenden, zoals de Nederlandse wet bepaalt). Acht het Hof de Nederlandse beperkingen tot het instellen van beroep inderdaad strijdig met Europese wetgeving, dan komen honderden – zo niet duizenden – omgevingsvergunningen op losse schroeven te staan, omdat ze alsnog bij de rechter aangevochten kunnen worden.
Truc 3: MER ontbreekt bij groot aantal varkensstallen
Bij de uitbreiding van varkenshouderijen met meer dan 2.000 varkens is het vaak verplicht om een milieueffectrapportage (MER) op te stellen. De uitslag van een MER leidt er vaak toe dat boeren kostbare maatregelen moeten nemen of zelfs dat de uitbreiding moet worden afgewezen. Slimmeriken knippen daarom hun vergunningaanvragen op in tranches van 1.999 varkens en creëren zo megastallen van tienduizend varkens of meer zonder een MER. Dit wordt zowel door lokale overheden als door de landelijke overheid toegestaan.
Er bestaat een reële kans dat de talloze vergunningen waarvoor het Openbaar Bestuur het opstellen van een MER niet nodig achtte, door het oordeel van het Europese Hof alsnog aan de rechter voorgelegd zullen kunnen worden. Dan zou wel eens kunnen blijken dat ook deze vergunningen de milieutest niet doorstaan, en nooit verleend hadden mogen worden.
Truc 4: honderden megastallen niet gemeld in Brussel
De overheid ziet nog altijd niets in ‘volumebeperkende maatregelen’. Vergunningen voor uitbreidingen van megastallen worden nog steeds in een handomdraai verleend. Volgens de Nederlandse definitie biedt een megastal plaats aan 7.500 of meer vleesvarkens of 1.200 fokvarkens (dit laatste is gelijk aan 36.000 biggen per jaar). Drie keer zoveel als de ondergrens die in de Europese milieuregels wordt gehanteerd, namelijk meer dan 2.000 vleesvarkens óf 750 fokvarkens. Die definitie is van belang want een megastal wordt door de EU hetzelfde beoordeeld als fabrieken, die vallen onder het regime van de Europese wet op industriële vervuiling (IPPC richtlijn). Deze bedrijven moeten gemeld worden bij de Europese Commissie.
Die megastallen worden in Nederland zo sympathiek geacht gehoor te geven aan een ‘uitnodiging’ om zelf aan de verantwoordelijke instantie in Nederland (RVO) door te geven hoeveel dieren ze hebben (op basis waarvan de ammoniakuitstoot wordt berekend). Brussel heeft van de Nederlandse overheid 49 grote vervuilers doorgekregen. Nadat hier twijfels over rezen verhoogde de overheid dit tot 110. Volgens een onderzoek van de Groene Amsterdammer gaat het om ruim achthonderd megastallen.
Truc 5: luchtwassers die niet voldoen
Een luchtwasser zorgt er voor dat de lucht uit de stallen schoongemaakt wordt en dat de omgeving er geen last van heeft. De stank blijft beperkt tot de varkens in de stal, met wel als gevolg dat circa 50% van de varkens ernstige long- en/of oogaandoeningen heeft. Helaas blijken luchtwassers te vaak alleen papieren voordeel op te leveren. Dat komt onder andere doordat varkenshouders luchtwassers uitzetten, om energie te besparen. En daar is geen controle op. In een recent rapport van het RIVM bleek verder dat de resultaten in de praktijk van de luchtwassers erg tegenvielen, waardoor de theoretische onderbouwing van de overheid van de daling van schadelijke emissies nog verder onderuit gehaald werd. Ook hierdoor handelt de varkenssector in strijd met Europese Richtlijnen.
Illegale varkens zorgen voor extra emissies ammoniak en fosfaat
De uitstoot van de Nederlandse landbouw wordt berekend op basis van het aantal dieren dat de boeren in hun stal zeggen te hebben. Berekeningen van Varkens in Nood –bevestigd door experts – wijzen evenwel op zo’n twee a drie miljoen illegale, niet geregistreerde varkens op jaarbasis. Nu het aantal varkens in werkelijkheid hoger is, kloppen de corresponderende emissies ammoniak, fosfaat en nitraat niet meer met de berekeningen van de overheid. Sneller dan gedacht kreeg het rapport een bevestiging uit de praktijk toen een varkensboer – bij één van de schaarse NVWA-controles – 20% meer varkens bleek te hebben dan toegestaan.
Mestfraude volgende bom onder varkenssector
Eind 2017 openbaarde NRC handelsblad de grootschalige mestfraude in Brabant en Limburg. Varkens- en koeienhouders dumpten hun overschot aan mest in samenwerking met transporteurs en verwerkers. Minister Schouten beloofde dat ze doortastend zou optreden tegen de fraude, Maar een jaar later is er weinig van de beloftes van de minister terecht gekomen, zo constateren de onderzoeksjournalisten die de mestfraude aan het licht brachten in NRC. Het mestprobleem nam het afgelopen jaar niet af, het groeide.
Angst voor Brussel
Tom-Jan Meeus constateerde in NRC dat er de afgelopen vijftig jaar geen vooruitgang is geboekt op het landbouwdossier. Schandalen zijn aan de orde van de dag. De enige instantie waar het ministerie van Landbouw en de varkenssector bang voor is, is de Europese Commissie. Nadat de Europese Commissie lucht kreeg van de fraude werd minister Carola Schouten in Brussel op het matje geroepen. De derogatie – de ontheffing waardoor Nederlandse boeren veel meer mest mogen uitrijden dan hun buitenlandse collega’s – werd niet met de normale termijn van vier jaar, maar met twee jaar verlengd. Carola Schouten moest diep door het stof en wist de verlenging van de mestontheffing slechts (tijdelijk) te redden door te beloven dat ze voortaan daadkrachtig zou optreden tegen fraude in de boerensector. Daar is niets van terecht gekomen. Zo kwam de beloofde landelijke taskforce niet van de grond omdat het niet mogelijk bleek met alle partijen een vergadering af te spreken. En de capaciteit van het Openbaar Ministerie en de NVWA blijft volledig ontoereikend om te controleren op mestfraude. Het OM ziet dan ook maar één oplossing: minder vee.
Intrekken derogatie heeft grote gevolgen voor de veestapel
De EU heeft (gelukkig) allerlei manieren om er voor te zorgen dat lidstaten zich aan de afgesproken normen houden. Besluit de Europese commissie Nederland – vanwege de voortdurende fraude – geen derogatie meer te verstrekken, dan betekent dit alleen al 15% minder varkens, 5% minder koeien en 10% minder overig rundvee.
De veestapel moet krimpen, vindt (bijna) iedereen
De afgelopen tijd verschenen talloze rapporten over de toekomst van de Nederlandse landbouw. Het advies is telkens hetzelfde: om de klimaatdoelen te halen moet de intensieve veehouderij krimpen! Eind 2017 berekende Natuur & Milieu dat de veestapel met 40% moet krimpen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekende al in 2012 de voordelen van een halvering van de intensieve veehouderij. In april 2018 stelde ook de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) dat de Nederlandse veestapel de komende jaren fors moet krimpen. Negeert minister Schouten de aanbevelingen, dan neemt de landbouwsector in 2050 de totale toegestane broeikasuitstoot van heel Nederland voor haar rekening. Om de klimaatdoelen van Parijs te halen moet de Nederlandse veestapel inkrimpen. Ook de Urgenda uitspraak dwingt het kabinet maatregelen de nemen. In de vervuilende intensieve veehouderij liggen de megatonnen voor het oprapen, maar onder invloed van de intensieve landbouwlobby weigert de regering om in te zetten op de voor de hand liggende krimp van de veestapel.
Wat gebeurt er als de EU ingrijpt
Begin 2019 moet minister Schouten naar Brussel voor een verlenging van de derogatie. Nu de fraude in de Nederlandse veesector onverminderd doorwoekert loopt die derogatie risico. De grootschalige fraude met varkens en voortdurende mestfraude laat zien dat de minister Schouten simpelweg niet bereid of niet in staat is orde op zaken te stellen. De overheid en de vleessector hebben de kop in het zand en denken de Europese Commissie weer te kunnen overtuigen dat het allemaal goed komt. Men schroomt niet om onwelgevallige informatie achter te houden. Vandaar dat wij vrijwel wekelijks juist dit soort informatie aan Brussel sturen. We zullen zien. 2019 is het jaar van het varken, dus de vooruitzichten zijn goed.
Hans Baaij – directeur Varkens in Nood