Na virusuitbraken als SARS, Covid-19 en de Afrikaanse varkenspest, kondigt China scherpere wetgeving af om herhaling in de toekomst te voorkomen. Het gaat om regels voor het houden en fokken van wilde dieren, het classificeren en melden van virussen, het verplicht stellen van vaccins en het uitvoeren van kwaliteitscontroles door dierenartsen. Opgejaagd door de varkenspest in 2018 en Covid in 2019, worden de regels versneld in mei van dit jaar ingevoerd. Experts vragen zich echter af of dit gaat helpen om zoönosen in te perken – die regels waren er immers al. Waar het aan schort is handhaving. Hiervoor is wel een verviervoudiging van het aantal dierenartsen in China nodig.

zoönosen
Handhaving China onvoldoende om nieuwe zoönosen te voorkomen | Foto: publiek domein

Wetgeving wordt niet nageleefd

Voor de aanscherping van de Wet tot Preventie van Dierlijke Epidemieën, golden er al regels voor het houden, fokken, vervoeren en verhandelen van wilde dieren. Volgens Peter J Li, beleidsadviseur van de Humane Society International, was dit voldoende om – bij correcte naleving – zowel de SARS-epidemie als de huidige Covid-19-pandemie te voorkomen. Helaas werd (en wordt) grootschalig de hand gelicht met regels voor gezondheidsinspecties en quarantaineregels. Dit gebeurt zowel door de fokkers zelf, als door toezichthouders en de centrale en lokale autoriteiten, die aan de handel in wilde dieren een goed zakcentje verdienen. Peter J Li:

“Helaas worden regels over transport, hygiëne en afstand tussen dieren en mensen massaal overtreden of genegeerd door de dierhouders, en falen de autoriteiten massaal in de handhaving van de wet.”

Enorme behoefte aan dierenartsen

Om inspecties, quarantaines en dierenwelzijn te verbeteren is uitbreiding van het aantal gekwalificeerde dierenartsen nodig in heel China. Volgens het Chinese Ministerie van Landbouw waren er in 2018 zo’n 100.000 dierenartsen actief, ongeveer een kwart van het aantal dat nodig is: 400.000. Het probleem speelt voornamelijk op het platteland, waar de lonen lager liggen en waar jonge dierenartsen zich liever niet vestigen.

Boze fokkers

Met het oog op de Covid-19-pandemie verbood China halverwege 2020 per direct het houden en fokken van wilde dieren voor consumptie. Voor andere doeleinden zoals bontproductie of het maken van traditionele medicijnen, blijft het wel toegestaan, ondanks de in die sectoren lagere eisen voor (bio)veiligheid. De fokkers zijn des duivels, omdat zij door de overheid juist aangemoedigd zijn zich toe te leggen op wilde dieren. Velen snappen niet dat zij hun bedrijf moeten sluiten zonder enig bewijs dat Covid-19 afkomstig is van de soort dieren die zij bezitten. Een boer uit Fujian aan het woord:

“Ik fokte varkens toen de varkenspest toesloeg en al mijn dieren werden geruimd. Ik stapte over op bamboeratten en nu dit. De overheid dacht dat bamboeratten Covid-19 overdroegen, en iedereen geloofde dat, en nu zijn we allemaal de pineut.”

Meneer Zhu, bamboeratfokker uit Hunan, bevestigt dit, en voegt eraan toe dat hij sinds 2013 nog nooit een inspecteur of controleur op zijn bedrijf had gezien totdat corona uitbrak.

Bron:

CITES-verklaring China over ban op eten van wilde dieren

China negeert afspraken CITES over handel in bedreigde diersoorten

 

©AnimalsToday.nl Laura Lancée