In Denemarken is na maandenlang overleg een akkoord bereikt over een groen toekomstplan. De Deense overheid onderzocht samen met publieke en private partijen hoe de klimaatdoelen het beste bereikt kunnen worden. Hoewel de Deense ‘green deal’ ambitieus lijkt op het eerste gezicht, hebben ngo’s kritiek op het feit dat het akkoord niet zal leiden tot een duurzamer voedsel– en landbouwsysteem. Er lijkt dan ook geen enkele ambitie te bestaan om de forse veestapel te doen afnemen.
Het nieuwe, groene akkoord van Denemarken wordt wereldwijd geprezen vanwege het innovatieve karakter. Voor het eerst in de geschiedenis stelt een land namelijk koolstofheffing in op landbouwemissies. Dat betekent dat boeren vanaf 2030 per uitgestoten ton koolstof belasting moeten betalen. Het is de hoop dat onder meer deze heffing ervoor zal zorgen dat Denemarken de klimaatdoelen haalt. Doel van het groene akkoord is om de totale hoeveelheid aan uitstoot te doen afnemen en de noodlijdende Deense natuur en de biodiversiteit te herstellen. Bovendien zijn de dode fjorden en beken van het land aandachtspunten van het akkoord.
.
‘Groen’ toekomstplan vergeet landbouw
Toch is een groot en belangrijk onderdeel van het klimaatprobleem onderbelicht gebleven in het akkoord. Er zijn namelijk geen plannen opgenomen om over te stappen naar een duurzamer voedsel- en landbouwsysteem. Juist de verduurzaming van het voedselsysteem is essentieel om de klimaatdoelen te halen: door wetenschappers is al herhaaldelijk aangetoond dat de transitie naar een plantaardig dieet noodzakelijk is voor een leefbare aarde. Het kwartje lijkt echter niet bij de Deense overheid te zijn gevallen.
Nog meer biggen
In het akkoord zijn miljarden vrijgemaakt om de voedselproductie te optimaliseren – dus bijvoorbeeld dat een zeug nóg meer biggen kan werpen of een koe nóg meer melk kan produceren. Ook kunnen boeren subsidies ontvangen wanneer zij investeren in technologieën die de uitstoot kunnen verminderen; geen subsidies worden verstrekt wanneer een boer het aantal geproduceerde dieren wil terugschalen. Voorts is er nauwelijks geld vrijgemaakt voor de transitie naar een plantaardig dieet en dat is opmerkelijk.
Juist Denemarken, het land waar meer varkens dan mensen te vinden zijn, kan veel groene winst behalen door de veestapel te verkleinen. Denemarken is het meest gecultiveerde land ter wereld; 61 procent van de totale oppervlakte is landbouwgrond. Maar liefst 200 miljoen boerderijdieren (veelal varkens) worden jaarlijks geproduceerd, in een land dat slechts vijf miljoen inwoners telt. Een vermindering van deze cultivatie zou dan ook milieu, dier en mens ten goede komen.
Dieren verliezers in Denemarken
De miljarden die nu naar de technologieën voor vee-industrie zullen toestromen, stellen boeren in staat om evenveel dieren te gebruiken en kunnen dierlijk lijden zelfs verhogen. Waarom dit het lijden verhoogd legt Britta Riis uit, directeur van Animal Protection Denmark:
“De dieren kunnen nog meer onder druk komen te staan door klimaattechnologieën zoals chemicaliën in voer en nog efficiëntere productiemethoden in gesloten, krappe stallen.”
.
Het lijkt er dus op dat de dieren helaas de verliezers zijn van het groene akkoord. Ngo’s en wetenschappers hopen dat de overheid hun kritiek meeneemt, zodat de miljardensubsidies helpen de overgang naar een plantaardig systeem.
Bronnen:
- Carbon Brief
- Dansk Vegetarisk Forening
- Eurogroup for Animals
- The Fence Post
- Plant Based News
- Lees ook op AnimalsToday:
.
©AnimalsToday.nl Femke Oosterbaan Martinius