Na lang onderhandelen op het Indonesische eiland Sumatra is het eindelijk gelukt dat 2.000 hectare land en bos in Sepintun officieel tot de lokale inheemse bevolking behoren. Het gebied is nu bij wet verboden voor houthakkers en industriële landbouw en het land is een veilige haven voor kritisch bedreigde Sumatraanse olifanten.
Inheemse volkeren van Indonesië hebben sinds 2013 recht op hun land en bossen. De overheid kan daar ook niet langer toestemming geven voor het kappen van bomen op inheems land. Maar het implementeren van de wetten in de wijd verspreide gemeenschappen van het uitgestrekte eiland is een langdurig, omslachtig proces.
Trekroutes
Het grootste deel van het Sepintun-bos is nu een officieel beschermd gebied en de lokale bosolifanten kunnen er eindelijk ook in veiligheid leven. In het bos wonen naar schatting acht Sumatraanse olifanten en de trekroutes van olifanten elders lopen ook door dit bosgebied.
Partners van Rainforest Rescue hebben de onderhandelingen gevoerd met de betrokken overheden. Rainforest Rescue schrijft:
“Over de hele wereld is keer op keer aangetoond dat inheemse mensen de beste beheerders van het bos zijn, wat ze op een duurzame manier gebruiken en behouden.”
Kritiek
Sinds 2011 noemt de IUCN de Sumatraanse olifant ‘kritiek bedreigd’. In vergelijking met 1985 verdween 69 procent van de habitat van het dier. Er zouden nog zo’n 2.400 tot hooguit 2.800 exemplaren leven, een halvering sinds 1985. Onderstaande Duitstalige video vertelt over de bedreigingen voor de Sumatraanse olifanten:
.
Cruciaal
Landrechten zijn cruciaal voor inheemse families die van de vruchten van het bos leven, en bieden tegelijk de kans om de grootste bedreiging van dieren en bosgebieden in Indonesië, ontbossing voor palmolie en stroperij, een halt toe te roepen.
Bron:
©AnimalsToday.nl Bart van Riel
