De IJslandse regering heeft deze zomer de walvisjacht opgeschort na een kritisch rapport van de nationale dierenwelzijnsautoriteit. In deze rapportage wordt geconcludeerd dat de dieren onnodig veel lijden voor hun dood. Een dag voordat het jachtseizoen zou beginnen ging het verbod in en lijkt het een voorbode op een definitief einde aan de walvisjacht die wereldwijd veel weerstand oproept.
Vorige week dinsdag nam de IJslandse regering het besluit om de jacht op walvissen tijdelijk op te schorten. Het jachtseizoen zou de dag erna van start gaan. De aanleiding hiervoor was het kritische rapport van de IJslandse autoriteit Mast. Zij deden vorige zomer onderzoek naar de walvisjacht en trokken de feitelijke conclusie dat veel dieren onnodig lang lijden voordat het sterft. Van de 148 walvissen die werden gevangen, bleken er 36 meer dan één keer te zijn beschoten tot de dood volgde. Mast concludeerde:
“De jagers hebben de wet niet overtreden, maar de praktijk is wel onacceptabel en niet in de geest van de wet.”
Herziening van de wet
Volgens deze autoriteit zou de wet moeten worden herzien. De regering vroeg daarop hulp in van een groep experts en die lieten weten de conclusies te delen. De regering wil met het tijdelijke verbod op walvisjacht tijd creëren om deze tegen het licht te houden, aldus minister van voedsel, landbouw en visserij Svandís Svavarsdóttir. Haar besluit is gebaseerd op het inspectierapport:
“We kunnen hier niet mee doorgaan zolang de autoriteiten en de vergunninghouders niet kunnen garanderen dat aan de welzijnseisen wordt voldaan. De jacht strookt niet met de wet voor dierenwelzijn. De walvissen lijden te lang voordat ze uiteindelijk overlijden.”
Nu de jacht tot zeker 31 augustus is verboden door het ministerie, wordt door hen bekeken of deze überhaupt nog door kan gaan. Dit zou alleen mogelijk zijn als er aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd worden. Daarmee is de kans erg groot dat er dit jaar niet op walvissen wordt gejaagd in IJsland. Dit land is samen met Japan en Noorwegen een van de laatste landen waar nog altijd op deze dieren wordt gejaagd die van grote belang zijn voor een gezond ecosysteem in de Oceanië.
Dalende vraag walvisvlees
In IJsland krijgen de vergunninghouders jaarlijks een quotum voor het aantal vinvissen en dwergvinvissen die gedood mogen worden. Een van de IJslandse vergunninghouders gaf er in 2020 de brui aan omdat de jacht niet meer winstgevend was. Het familiebedrijf Hvalur is daarmee nog de enige nog overgebleven vergunninghouder.
De visserijsector is verbolgen over het besluit en vindt het een ‘koude groet’ aan de 150 werknemers die leven van de walvisjacht. Zij zijn allen werkzaam bij Hvalur. Die vergunning liep sowieso eind dit jaar al af, en na het besluit van de minister lijkt de kans klein dat het bedrijf volgend jaar een nieuwe krijgt.
Vorig jaar schreef Svavarsdóttir al in een opiniestuk in een IJslandse krant dat ze twijfelde of ze de vergunning wilde verlengen vanwege de beperkte economisch belang. In de jaren ervoor werden weinig grote walvissen gevangen. Tevens is de vraag naar IJslands walvisvlees aanzienlijk afgenomen doordat de IJslanders steeds minder consumeren en grootverbruiker Japan heeft het verbod op de walvisjacht per 2019 opgeheven en het land jaagt zelf weer.
Grote mijlpaal
Het geweldige nieuws dat de jacht voorlopig is opgeschort zorgde voor grote opluchting bij natuurorganisaties. Dierenrechtenorganisatie Humane Society International noemt de beslissing van de IJslandse regering een grote mijlpaal, directeur Ruud Tombrock:
“Er is geen menselijke manier om een walvis op zee te doden, dus we moedigen de minister aan om het verbod permanent te maken. De walvissen worden al bedreigd door vervuiling, klimaatverandering, visnetten en boten waarmee ze in botsing kunnen komen. Het beëindigen van de commerciële walvisjacht is de enige juiste ethische beslissing.”
Bronnen:
- Animals Today
- RTL Nieuws
- Volkskrant
©AnimalsToday.nl Jessica Slotman