Met de sluiting van een hondenslachthuis op het Zuid-Koreaanse Jindo-eiland zijn 65 jindohonden gered. Ze worden eerst verzorgd en gaan daarna naar Noord-Amerika om geadopteerd te worden.
Overeenkomst
Meer dan twintig jaar fokte en slachtte de eigenaar van de houderij de jindohonden. Nu is hij met Humane Society International en de Koreaanse liefdadigheidsinstelling LIFE tot een overeenkomst gekomen. De eigenaar had namelijk de dierenbeschermingswet overtreden doordat hij de dieren in het bijzijn van andere dieren doodde. Hij kon kiezen om zijn houderij in een andere stad voort te zetten of te stoppen. Hij besloot er een einde aan te maken. Ook gaf hij aan hondenvlees van het menu in zijn restaurant te halen.
Erbarmelijk
De 65 honden en puppy’s leefden in erbarmelijke omstandigheden. Ze zaten in kleine kooien met metalen bedrading aan de onderkant, waardoor de dieren niet eens comfortabel konden staan of zitten. “Deze arme honden werden weggestopt in vieze kooien, waar ze etensresten van het restaurant kregen en zelfs de meest elementaire zorg of enige vriendelijkheid niet ontvingen”, zei Nara Kim, campagnemanager bij Humane Society International.
In 1953 verklaarde de Zuid-Koreaanse overheid de jindohond tot cultureel erfgoed. “Als trotse Koreaan vind ik het altijd moeilijk om de ellende op de hondenvleeshouderijen te zien. Maar wat het al helemaal schokkend maakte, was om te zien hoe ons nationale hondenras zo wordt geëxploiteerd. Ik heb gehuild bij het zien van de plek waar de dieren geslacht werden, voor elkaars ogen. Er lag een grote berg met riemen waar de dieren mee werden geëlektrocuteerd”, vervolgde Kim.
65 dogs were rescued the other day from a dog meat farm in South Korea. It appalls me that dogs are considered food to some people and these farms are still legal in Korea. #AminalRightsMovement #SPCH145tweetsJ29 https://t.co/6RvjzSefWT
— mdw123 (@mdw1233) September 2, 2021
Vervolgd
Volgens Kim zullen de autoriteiten de eigenaar ook vervolgen voor dierenmishandeling. De dierenbeschermingswet biedt weinig bescherming voor honden in houderijen, dus de dierenorganisatie juicht het toe dat de wetshandhavers de middelen die ze tot hun beschikking hebben, ook willen inzetten. De laatste jaren proberen autoriteiten overigens de hondenvleesindustrie te verkleinen. De laatste jaren worden steeds meer houderijen en markten gesloten. In oktober 2019 verklaarde de burgemeester van Seoul zelfs dat de hoofdstad “hondenslachtvrij” is.
Hondenvlees-seizoen
10 augustus eindigde het Boknal zomerseizoen. Tijdens deze periode worden honderdenduizenden honden geslacht, voornamelijk voor de ‘bosintang’ of hondenvleessoep. Uit opiniepeilingen blijkt dat 84 procent van de Koreanen geen hondenvlees eet. Van de groep die het wel eet, nuttigt 70 procent hondenvlees tijdens dit seizoen. Het idee heerst namelijk dat hondenvlees helpt tegen de zomerwarmte. Volgens schattingen leven er tussen de één en twee miljoen honden op houderijen die over het hele land verspreid zijn. In-Seob Sim, voorzitter van de Zuid-Koreaanse LIFE:
“De woede die ik voel, gaat ellende voorbij. We zijn trots dat de jindohond onze nationale hond is, maar die ligt tegelijkertijd ook op iemands bord. Is er echt een verschil tussen de geliefde jindohond en de eetbare jindohond zoals hondenvleeshandelaren ons willen doen geloven? Het antwoord is nee!”
Adoptie
De Humane Society heeft al meer dan 2.500 honden gered, verspreid over 17 houderijen. Zij hebben nu een thuis bij families in de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk. De 65 geredde dieren worden eerst door dierenartsen verzorgd tot ze sterk genoeg zijn om te vliegen. Zodra de COVID-19 maatregelen het toelaten gaan de dieren dan naar Noord-Amerika, waar een adoptiefamilie voor de dieren wordt gezocht.
Bron:
©AnimalsToday.nl Sophie Jongma