Grootschalig en wereldwijd onderzoek heeft aangetoond dat er een genetische connectie is tussen de ondersoorten van het chimpanseegeslacht ondanks isolerende omstandigheden in het verleden. De resultaten waarschuwen tegelijkertijd voor toekomstige kritische gevolgen. Gaat het aantasten van het leefgebied van deze apen onverminderd door, dan heeft dit desastreuze gevolgen voor hun genetische gezondheid en levensvatbaarheid.

chimpansees
Genetische connectie bij ondersoorten chimpansees ondanks geografische barrières | Foto: publiek domein

Mega-onderzoek

Onderzoekers van het Pan-Afrikaanse programma: The Cultured Chimpanzee (PanAf) van het Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology (MPI-EVA) en een team van internationale onderzoekers hebben verreweg het meest volledige onderzoek tot heden uitgevoerd in het bemonsteren van chimpansee-ontlasting van de vier ondersoorten. In acht jaar tijd zijn er meer dan 5.000 ontlastingsmonsters verzameld op 55 plaatsen in 18 landen waar de chimpansees in het wild voorkomen. Waarbij ook nog eens de herkomst van de monsters is meegenomen tijdens het analyseren. Door dit laatste zijn de beperkingen van eerder verrichte onderzoeken aangepakt. Mimi Arandjelovic, co-directeur van het PanAf en senior auteur van de studie:

“Het verzamelen van deze monsters was vaak een ontmoedigende taak voor onze geweldige veldteams. De chimpansees waren bijna allemaal niet gewend aan menselijke aanwezigheid, dus er was veel geduld, vaardigheid en geluk nodig om op elke locatie chimpansee-ontlasting te kunnen vinden.”

Chimpansees in connectie

Er bestaan vier ondersoorten van de gewone chimpansee, dat voornamelijk te verklaren is door hun geografische spreiding: de West-Afrikaanse chimpansee (Pan t.verus), de Centraal-Afrikaanse chimpansee (Pan t.troglodytes), de Oostelijke chimpansee (Pan t.schweinfurthi) en de chimpansee van Nigeria-Kameroen (Pan t.vellerosus). Ze leven in gebieden met geografische barrières zoals rivieren en gebergten dat beperkingen gaf van de beweegruimte in een bepaald gebied. Tijdens het onderzoek is aangetoond dat ondanks de geografische isolatie, verspreiding van de chimpansees in het verre verleden – nog voor de verstoring door menselijke activiteiten – de soorten onderling met elkaar in connectie waren, aldus Jack Lester, eerste auteur van de studie:

“We gebruikten snel evoluerende genetische markers -een specifieke en identificeerbare reeks van DNA- die de recente populatiegeschiedenis van de soorten weerspiegelen, in combinatie met de bemonstering van hun hele verspreidingsgebied, tonen wij aan dat chimpansees-ondersoorten met elkaar verbonden zijn geweest, of waarschijnlijker, opnieuw met elkaar verbonden zijn geweest voor langere perioden tijdens de meest recente maximale uitbreiding van de Afrikaanse bossen.”

Paolo Gratton, medeauteur van de studie en onderzoeker aan de universiteit van Rome Tor Vergata voegt hieraan toe:

“Algemeen wordt aangenomen dat chimpansees tijdens de ijstijdperioden als toevluchtsoord in de bossen verbleven, dat waarschijnlijk verantwoordelijk is geweest voor het isoleren van de populaties die wij nu als ondersoorten herkennen. Onze resultaten van de snel evoluerende microsatelliet DNA-markers geven echter aan dat genetische connectiviteit in de meest recente millennia voornamelijk geografische afstand en lokale factoren weerspiegelt, waardoor de oudere onderverdeling in ondersoorten wordt ontmaskerd.”

Bovendien suggereren de resultaten volgens Hjalmar Kuehl, co-directeur PanAf en onderzoeker aan het Duitse Centrum voor Integratief Biodiversiteitsonderzoek (iDiv):

“Grote gedragsdiversiteit die bij de chimpansees wordt waargenomen derhalve niet het gevolg is van plaatselijke genetische aanpassingen, maar dat zij, net als mensen, vertrouwen op gedragsflexibiliteit om te reageren op veranderingen in hun omgeving.”

Menselijke verstoringen

Het team heeft op sommige plaatsen ook signalen van diversiteitsvermindering waargenomen die in verband lijken te staan door de recentelijke menselijke verstoringen. Op sommige locaties die door het PanAf-team werd bezocht, werden weinig of zelfs geen chimpansees aangetroffen, plaatsen waar ze in het verleden doch zeker hebben geleefd. Lester:

“Niet geheel onvoorzien waren wij toch ontmoedigd om op sommige veldlocaties de druk van menselijke invloeden te ontdekken waar de genetische diversiteit duidelijk lager was dan wat we verwachtten.”

De resultaten benadrukken het belang van genetische connectiviteit voor de chimpansees. Het is bekend dat chimpansees zich kunnen aanpassen aan menselijke verstoringen en kunnen overleven in landschappen dat door de mens is veranderd. Maar door het verlies van leefomgeving, het ontstaan van zoönosen, het eten van apenvlees en de handel in wilde dieren, zijn dit allemaal bedreigingen voor het voortbestaan van de chimpansees.

Bron:

©AnimalsToday.nl Jessica Slotman