Je hoort het steeds vaker: personen die zich anders identificeren dan met het geslacht waarmee zij geboren zijn. Zij kunnen er dan voor kiezen om een andere genderidentiteit uit te dragen. Maar hoe zit dat eigenlijk bij dieren? Is er sprake van genderfluïditeit in het dierenrijk?
Vorige week werd bekend dat onderzoekers in het regenwoud van Panama ontdekten dat sommige kolibrievrouwtjes zich de uiterlijke kenmerken van kolibriemannetjes aanmeten. De vraag is waarom zij dit doen. Professor Marc Naguib van de Universiteit van Wageningen geeft aan:
“Het klopt dat ornamenten zoals extravagante veren of ander uiterlijk vertoon vaak in seksuele context geplaatst worden en dat ervan uitgegaan wordt dat ze als doel hebben om een partner te lokken.”
Echter, de kolibrievrouwtjes zouden zich juist als mannetjes vermommen om door soortgenoten met rust gelaten te worden, terwijl zij op zoek gaan naar voedsel. Het is dus geen strategie om een partner te vinden maar juist het tegenovergestelde.
Mimicry
Kolibries zijn niet de enige dieren die van uiterlijk kunnen veranderen om op het andere geslacht te lijken: dit gebeurt van leeuwen tot en met inktvissen en is feitelijk een vorm van mimicry. Dit is een zeer effectieve en gebruikelijke strategie in de natuur, waarbij dieren uiterlijke kenmerken van andere dieren aannemen om mogelijke vijanden af te schrikken. Een voorbeeld daarvan zijn de gevaarlijk giftige koraalslangen, zoals de Micrurus browni en de geheel ongevaarlijke scharlakenslang Cemophora coccinea, die op het oog erg veel gelijkenis vertonen. Ook zijn er zweefvliegen zonder angel die qua uiterlijk erg op wespen lijken.
Een andere vorm van mimicry is het aannemen van de kleur van een boomstam, of van de bladeren van een struik, om niet op te vallen. Een zeer succesvolle overlevingsstrategie. En dan is er nog een vorm waarbij dieren zelf onopgemerkt blijven, maar wel in staat zijn om een prooi te lokken, zoals de lantaarnhengelvissen die in zeer diep water leven waar geen zonlicht meer doordringt. Met hun ‘lantaarntje’ lokken ze prooidieren, terwijl ze zelf onopgemerkt blijven in het donkere water.
Bij mimicry in de vorm van uiterlijke geslachtskenmerken is het bij de meeste soorten zo, in tegenstelling tot de kolibrie, dat de mannelijke dieren het uiterlijk van de vrouwtjes aannemen. Dit om te voorkomen dat zij worden aangevallen door concurrenten of om zich onopgemerkt in een groep vrouwtjes te mengen om te paren.
Geslachtskeuze
Bij sommige soorten gaat het aanpassingsvermogen veel verder dan alleen uiterlijke geslachtskenmerken. Zo worden alle anemoonvissen (Amphiprion) geboren als hermafrodiet, oftewel hun genotype is zowel vrouwelijk als mannelijk. Anemoonvissen worden qua fenotype als mannetje geboren en leven in groepen met één dominant vrouwtje. Op het moment dat zij overlijdt verandert het meest dominante mannetje van geslacht en neemt haar plaats in.
Een tijd geleden schreven wij ook over schildpadembryo’s, die hun eigen geslacht kunnen beïnvloeden door zich naar een plek in het ei te bewegen, waar zij aan hogere of lagere temperaturen worden blootgesteld. Zij hebben zich op deze manier aan weten te passen aan de klimaatverandering.
Bij slakken is het standaard dat ze beide geslachtskenmerken hebben. In een enkel geval kunnen ze zichzelf als hermafrodiet bevruchten, maar dat heeft als nadeel dat er geen uitwisseling van genen plaatsvindt en dat maakt de nakomelingen minder sterk. Slakken bevruchten doorgaans elkaar, waarbij beide dieren eitjes afzetten.
Genderfluïditeit in het dierenrijk?
Hoewel genderidentiteit en je uiterlijk willen aanpassen als iets typisch menselijks wordt gezien, is zowel het veranderen van innerlijk als uiterlijk ook in de rest van de dierenwereld niet vreemd. Hiervoor zijn uiteenlopende redenen, waarvan er waarschijnlijk nog vele niet ontdekt zijn. Echter: is er sprake van overeenkomst tussen de genderfluïditeit in het dierenrijk en die bij mensen? Die vraag is moeilijk te beantwoorden. Bij mensen is doorgaans sprake van vereenzelviging met het andere geslacht, door het gevoel in een verkeerd lichaam geboren te zijn, hetgeen gepaard gaat met sterke psychische en vaak emotionele drijfveren.
Bij dieren weten we niet wat ze denken of voelen. We kunnen dus vooralsnog alleen concluderen dat het bij dieren vooral praktisch nut heeft om andere uiterlijke (geslachts)kenmerken aan te nemen of van geslacht te veranderen. Tegelijk is genderfluïditeit een aanduiding voor het niet 100 procent vastliggen van het geslacht. Wat dat betreft zijn er meer dan genoeg voorbeelden dat dit inderdaad niet altijd het geval is. Zowel bij mensen als andere diersoorten.
Bronnen:
- Animals.net
- Natuurinformatie
- NU
- SBS
- Snail World
- Treehugger
- Lees ook:
.
©AnimalsToday.nl Juliëtte Ronteltap