Witlipdolfijnen worden zelden gezien, omdat ze meestal ver van de kust in diep water leven. Ze komen waarschijnlijk over de hele wereld voor in tropische en subtropische wateren in groepen van enkele honderden tot wel 1000 dieren. Ze zijn bekend van de wateren rond het Filippijnse eiland Cebu, het Caribische eiland Dominica en van Hawaï.
Deze foto’s zijn genomen in de Golf van Mexico, zo’n 100 mijl ten zuiden van de monding van de Mississippi. Ondanks dat ze niet bekend staan als dolfijnen die regelmatig schepen opzoeken om op de boeggolf mee te rijden, bleven deze 120 tot 150 dieren anderhalf uur bij de motorzeiler waarop ik me bevond voor Sea Shepherd’s Operation Toxic Gulf campagne
Wanneer het schip stopte bleven ze in de buurt op het spiegelgladde water rond dobberen (logging). Sommige dieren sprongen speels over elkaar heen. Anderen dreven op hun rug met de witte vlekken op borst, keel en onderlijf in de zon en weer anderen staken de kop verticaal uit het water om het schip te bekijken (spy-hopping).
Een enkeling sprong spectaculair volledig uit het water (breaching). Wanneer het schip weer vaart maakte, namen de dolfijnen opnieuw toerbeurten voor de boeg, af en toe uitwijkend naar weerszijden, op de zij draaiend, een oog omhoog gericht om naar de toeschouwers op de boegspriet te kijken.
Als altijd bij vreedzame ontmoetingen tussen mensen en walvisachtige was het niet helemaal duidelijk wie nu eigenlijk wie onderzocht. Deze witlipdolfijnen werden vergezeld door een tiental snaveldolfijnen.
Witlipdolfijnen worden tot de onderfamilie van de zwartvissen (Globicephalinae) gerekend waartoe onder andere ook de grienden en orka behoren.
Witlipdolfijnen hebben een torpedo–vormig lijf en een afgerond voorhoofd wat de Engelse naam melon-headed whale verklaart. Ook de Nederlandse naam spreekt voor zich. Het lijf is grijs met een donkergrijs gezichtsmasker en een eveneens donkere band over de rug. Ze hebben lange spitstoelopende flippers en een relatief grote puntige rugvin. Ze worden bijna drie meter lang en kunnen meer dan 200 kilogram wegen en waarschijnlijk worden ze meer dan 30 jaar oud. Ze eten voornamelijk inktvis en kleine vissen.
Veel meer over deze dieren weten we niet. Wel wat ze bedreigt:
In juli 2004 zwommen 150 tot 200 witlipdolfijnen de Hanalei baai in het noorden van het Hawaiiaanse eiland Kaua’i in. Een dag later werden ze met behulp van de lokale bevolking weer naar open zee gedreven. Een kalf bleef achter en stierf. Volgens de Amerikaanse overheidsorganisatie NOAA (National Oceanic and Atmospheric Administration) was de sonar van Amerikaanse marine schepen tijdens een oefening in de buurt de waarschijnlijke oorzaak van de bijna stranding.
Een vergelijkbare gebeurtenis vond plaats in februari 2009 in de Filippijnen toen 200 tot 300 witlipdolfijnen de Baai van Manila binnen zwommen en strandden op het Bataan schiereiland. De inwoners van de dorpen Pilar en Abucay wisten ook in dit geval de meeste dolfijnen weer terug te drijven naar open zee. Drie dolfijnen stierven, waarvan twee volgens berichten beschadigde trommelvliezen hadden.
Dit kan veroorzaakt zijn door lawaai onder water van natuurlijke bronnen als zeebevingen, maar ook door militaire sonar of seismisch onderzoek. De IUCN rode lijst van bedreigde diersoorten noemt deze laatste twee bronnen als de grootste dreiging voor de witlipdolfijn.
Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.
©PiepVandaag.nl