Voor zo lang als mensen jagen, zijn zeehonden en zeeleeuwen onderdeel geweest van hun ‘prooi’. De volkeren in de Arctisch regionen, bekend onder de namen Inuit, Eskimo, Chukchi, Yupik, etc., haalden alles wat ze nodig hadden uit zeehonden: voedsel in de vorm van vlees en blubber, olie voor het koken, licht en verwarming, de huiden voor kleding, dekens, kajaks en touw, pezen als draad, de maag en ingewanden voor gordijnen en waterdichte kleding, de blaas als boei en beenderen en tanden als vishaken, harpoenen, kunst en gereedschap.

walrus
Foto: Erwin Vermeulen

De combinatie van een kleine groep mensen met beperkte technische middelen zorgden ervoor dat zeehondenpopulaties over het algemeen niet in hun voortbestaan werden bedreigd. Ze waren echter volledig weerloos tegen de grootschalige commerciële jacht die zich in de 18e en 19e eeuw ontwikkelde.

Het eerste doelwit voor commerciële uitbuiting en massa slachting was de walrus. De populaire naam komt van ‘val ross’ wat walvispaard betekent. Het kan een Scandinavische, maar ook een Nederlandse oorsprong hebben (een alternatieve verklaring is het Nederlandse ‘wal-reus’). De walrus is het enige lid van de familie Odobenidae in de suborde Pinnipedia, waarin de zeehonden (Phocidae) en zeeleeuwen (Otariidae) de andere families vormen. Walrussen kunnen tot 40 jaar oud worden. Ze leven in ondiepe wateren rondom de Noordpool. Ze eten voornamelijk schelpdieren, die ze op de bodem vinden met behulp van hun snorharen. Behalve de mens heeft de walrus geen echte vijanden. Alleen een zeer wanhopige ijsbeer zal proberen een walrus aan te vallen. Vaak loopt dit slecht af voor de ijsbeer. Orka’s zullen het vooral op jonge en zieke dieren gemunt hebben.

Oorspronkelijk werden walrussen op dezelfde manier gebruikt als andere zeehonden, maar hun dikke huiden en grote slagtanden waren aantrekkelijk voor de handel. Een volwassen mannetje kan drie en een halve meter lang worden en anderhalve ton wegen. Naast de huid en slagtanden leverde dat ook nog 100 liter olie op.

De slagtanden kunnen 80 cm lang worden en dienen soms als ondersteuning op ijs of rotsen en worden gebruikt om ademgaten in ijs open te houden. Ze zijn echter vooral belangrijk voor de sociale status van de eigenaar.

De ineenstorting van het Romeinse rijk in de 5e eeuw zorgde ervoor dat de doorvoor routes van Afrikaans olifanten ivoor werden afgesneden en in de vroege middeleeuwen begon walrus ivoor vanuit het Noorden zijn weg naar West en Zuid Europa te vinden, waar het werd bewerkt tot religieuze voorwerpen en schaakstukken.

De walrushuid levert een van de sterkste leersoorten op. Om er touw van te maken werd een walrus spiraalsgewijs van staart tot nek van zijn huid ontdaan. Een groot dier kon een lengte leveren tot 30 meter. In de 16e eeuw al werd walrustouw gebruikt om belegeringskatapulten te spannen en in de 19e eeuw werd walrusleer gebruikt voor de aandrijfbanden van de machines van de opbloeiende industrie. In de 20 eeuw bekleedde walrushuid de tips van biljartcues.

walrus
Foto: Erwin Vermeulen

De Noormannen vonden walrussen toen ze Groenland koloniseerden en verhandelden de slagtanden voor benodigdheden uit IJsland en Scandinavië. De jacht op walrussen was misschien een reden voor de Noormannen om door te stoten tot de kust van Noord Amerika. In die tijd werden walrussen nog gevonden rondom de eilanden in de Baai van St. Lawrence en zover zuid als Sable Island bij Nova Scotia.

Toen Willem Barentz in 1597 Spitsbergen ontdekte leefden daar een geschatte 25.000 walrussen. Engelse en Nederlandse walvisvaarders kookten duizenden walrussen tot olie. Toen er in de jaren vijftig van de 20e eeuw nog enkele tientallen over waren werden ze daar eindelijk beschermd. Nu zijn er in de hele Atlantische Oceaan ongeveer 15.000 walrussen.

Baskische walvisvaarders deden het zelfde in de Baai van St. Lawrence. In het begin van de 18e eeuw waren ze hier praktisch verdwenen. In de 19e eeuw kwam ten Zuiden van Labrador geen walrus meer voor. De jagers volgden de dieren echter naar het Noorden. Tussen 1925 en 1931 werden langs de kust van Baffin Island 175.000 walrussen gedood.

Nog steeds worden jaarlijks zo’n 4.000 tot 7.000 walrussen gedood in Alaska en Rusland en enkele honderden rondom Groenland onder het mom van traditie, maar met moderne wapens en apparatuur en walrusivoor is te koop voor toeristen, voorzien van certificaat.

De walrus zal waarschijnlijk ook lijden onder de opwarming van de aarde. Minder zee-ijs betekent dat jongen vaker op land ter wereld moeten worden gebracht, wat een grotere kans op verdrukking betekent en vaak grotere afstanden tot de voedselgronden tot gevolg heeft.

De toekomst van de walrus blijft dus onzeker. Al deze foto’s zijn gemaakt rondom Spitsbergen.

walrus
Foto: Erwin Vermeulen

Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.

©PiepVandaag.nl