Leucisme is een afwijking die resulteert in vermindering van alle types huidpigment. Dieren met deze afwijking hebben een witte huid of vacht maar de normale oog kleur, geen overgevoeligheid voor zonlicht zoals albino’s en mede daardoor een goede kans om te overleven.
Een op de duizend Antarctische zeeleeuwen heeft deze afwijking. Dit grote aantal wordt veroorzaakt door het zogenaamde stichterseffect (founder effect). In de 18e en 19e eeuw werden deze zeeleeuwen bejaagd door vooral Amerikaanse en Britse pelsjagers, tot ze commercieel uitgestorven waren. Een kleine populatie overleefde op South Georgia, waar deze foto genomen is, en alle huidige Antarctische zeeleeuwen zijn afstammelingen van die kleine kolonie. Daardoor is de genetische variatie erg klein en leucisme is een onderdeel van die kleine genenpool.
Op dit moment leven er misschien wel weer vier miljoen zeeleeuwen op South Georgia. Deze opzienbarende wederopstanding hebben ze te danken aan de neergang van een andere groep dieren. De intensieve walvisjacht van de 20e eeuw bracht een groot aantal walvissoorten op de rand van uitsterven. Dit resulteerde in een overvloed aan krill, het hoofdvoedsel van de grote baleinwalvissen, maar ook van de Antarctische zeeleeuw.
Hoelang die overvloed nog duurt is de vraag. De afname van het zee-ijs, waar Antarctische krill afhankelijk van is, door opwarming van de aarde vormt een bedreiging. Daarnaast is de visserij op krill een snel groeiende industrie.
Erwin Vermeulen
Fotograaf en vrijwillger Sea Shepherd
©PiepVandaag.nl