Op 2 februari 2016 leek het even of het hoofdbureau van de politie in Jakarta in brand stond. Grote rookwolken waren te zien rondom het bureau. Dit keer werd er geen afval verbrand. Of banden, zoals vaak nog gebeurt in Jakarta. De lucht rook naar verbrande haren. En deze haren, die nu inderdaad op de brandstapel lagen, behoorden toe aan wel een zeer bijzondere diersoort. Een diersoort die wij in ons leven kunnen zien verdwijnen. Die zal uitsterven. Waarom? Omdat op de Sumatraanse tijger nog steeds gejaagd wordt.
De tijgers worden illegaal gevangen uit het wild. De huid van de tijger, de tanden en de klauwen worden van het levenloze prachtige lichaam getrokken. Allemaal voor de illegale dierenhandel. Vanuit China stromen handelaren naar Indonesië en houden deze illegale dierenhandel in stand. Geld is geen issue. Iedereen wil een stukje van de laatste tijgers.
Naast tijgerhuiden werden ook krokodillenhuiden, slangen, berenklauwen en nog meer delen van bedreigde dieren verbrand.
Waarom verbrand? Om te laten zien dat deze huiden geen waarde hebben. Deze huiden hebben legaal alleen een waarde op het dier zelf. In de natuur.
Op 10 december 2015 heeft Jakarta Animal Aid Network samen met de nationale politie een inbeslagname gedaan bij een illegale dierenhandelaar. Alle Sumatraanse tijgerhuiden en andere delen van ooit prachtige dieren, werden in beslag genomen en er werd besloten op 2 februari een verbranding te doen. Om te laten zien dat het nu menens is. Dierenhandelaren krijgen nu de hoofdstraf.
Femke den Haas is doktersassistente en medeoprichtster van stichting Jakarta Animal Aid Network (JAAN). JAAN heeft verschillende doorlopende projecten zoals het roofvogel-rehabilitatiecentrum, de opvang van ex-dansaapjes, verzorging van werkpaarden, een campagne voor de vrijheid van dolfijnen in samenwerking met Ric ‘O Barry en een plastic-recycle project.
©PiepVandaag.nl