De foto’s bij deze column zijn uitsluitend van de Caracara, een intelligent familielid van de valken. Van de vos bestaan zover ik weet geen foto’s en er zijn helaas geen vossen meer om te fotograferen.
Toen Charles Darwin de Falklandeilanden bezocht in 1833, beschreef hij de vossen als tam en algemeen voorkomend op de twee hoofdeilanden, Oost- en West-Falkland. Hij vermeldt dat de vossen op het westelijke eiland kleiner en roder van kleur zijn. Samen met de specht van de boomloze Patagonische vlakten en de verwante, maar afwijkende dieren op de verspreid liggende eilanden van de Galapagos waren het ook deze verschillen tussen de populaties Falklandvossen die Darwin aan het denken zette over variaties, aanpassingen en uiteindelijk de evolutie van soorten.
De vos was het enige originele landzoogdier van de Falklands. Hoe het op de eilanden terecht is gekomen is onderwerp van speculatie. Misschien dat er tijdens een ijstijd een landbrug (of ijsbrug) is geweest tussen de Falklandeilanden en Zuid-Amerika of de vos is als gezelschapsdier meegekomen met lokale ontdekkingsreizigers van het continent. In beide gevallen moet het dier vervolgens op het vaste land uitgestorven zijn. In de afwezigheid van knaagdieren heeft het zich waarschijnlijk gevoed met op de grond broedende (zee)vogels, zoals ganzen, eenden, pinguïns en aalscholvers, en hun eieren en met aangespoeld aas, zoals de poolvossen doen op Spitsbergen.
Het leefde in ieder geval op de eilanden toen de eerste Europese kolonisten arriveerden met hun schapen. Darwin voorspelde al dat de vos spoedig het lot van de dodo zou delen. De kolonisten beschouwden de vos als een bedreiging voor hun schapen en vergiftigden en schoten de dieren op grote schaal. De dieren waren zo tam dat ze met een stuk vlees in de hand gelokt konden worden en vervolgens gedood met een mes of stok in de andere hand. De afwezigheid van bossen of andere schuilplaatsen maakten de uitroeiingscampagne extreem succesvol en in 1876 waren de vossen uitgestorven. De enige hondachtige die in de recente geschiedenis dat lot heeft ondergaan.
De Caracara heeft ten opzichte van de vos het voordeel dat het kan vliegen. Behalve op de Falklandeilanden broedt het ook in kleine aantallen op enkele eilanden rondom Vuurland. Ooit kwam de roofvogel algemeen voor op de Falklands, maar nu broedt het vooral op de kleinere buitenste eilanden in de buurt van pinguïn- en albatroskolonies waar het leeft van de eieren, de jongen, de zwakken, de gewonden en de doden. Het uitkomen van de 1 tot 4 Caracara-eieren valt samen met het broedseizoen van de zeevogels in de zuidelijke zomer, zodat er voor de jongen altijd voedsel voorradig is.
Omdat het werd beschuldigd van groepsaanvallen op pasgeboren lammeren en verzwakte schapen werd ook dit dier genadeloos vervolgd door de boeren. Er gingen verhalen rond dat de Caracara’s de ogen uitpikten van lammeren en dan wachtten tot het dier stierf.
Ook de Caracara is relatief tam (het strijkt soms neer op de telelenzen van bezoekende vogelaars), broedt op de grond of op klifrichels en niets is gemakkelijker dan het vergiftigen van een aaseter. Nu zijn ze beschermd en hun aantal op de Falklandeilanden word geschat op 500 broedparen. Het blijft één van de zeldzaamste roofvogels op aarde.
De foto’s zijn genomen op Saunders Island, ten Noordwesten van West-Falkland.
Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.
©PiepVandaag.nl