Vleermuizen zingen liedjes voor hun geliefden die in structuur net zo complex zijn als de zinnen van mensen. Papegaaien kunnen in mensentaal met mensen spreken over wiskundige problemen. Honden begrijpen de grammatica van mensentaal, en communiceren met geurpatronen die hun eigen grammatica hebben. Bijen geven met dansjes symbolisch ruimtelijke coördinaten door. Dolfijnen hebben namen. Prairiehonden beschrijven bezoekers in detail. Honden en hun mensen maken het liefdeshormoon oxytocine aan als ze oogcontact hebben. Wolven communiceren in hun spel over het spel. Paarden kunnen lichamen van mensen lezen. Inktvissen kunnen met kleurpatronen op hun huid een heel scala aan informatie doorgeven aan anderen. In deze en andere taaluitingen geven dieren elkaar en ons informatie over hoe ze zich voelen en wat ze willen, en beschrijven ze hun omgeving. Ze maken contact, stellen vragen, en antwoorden. De taal van mensen is misschien uniek in haar complexiteit en veelzijdigheid, maar de talen van andere dieren zijn dat ook.
Wanneer je in taal schrijft over taal, of in taal denkt over taal, ben je altijd al onder invloed van die taal. Dat maakt het bestuderen van taal ingewikkeld. Wittgenstein vergelijkt het met het repareren van een spinnenweb met je vingers. Taal kan ons misleiden – de vorm van de taal maakt dingen gelijk die niet gelijk zijn. Neem bijvoorbeeld het woord ‘dieren’. Dat doet het lijken alsof er een grens bestaat tussen alle mensen aan de ene kant, en alle andere dieren aan de andere kant, terwijl, zoals de filosoof Derrida stelde, een gorilla en een spin minder met elkaar gemeen hebben dan een mens en een gorilla. De oude Egyptenaren hadden geen verzamelnaam voor alle dieren behalve de mens, wel voor verschillende soorten. Dat wij een woord hebben dat alle dieren vangt, heeft tot effect dat mensen de grens tussen mensen en andere diersoorten sterker ervaren. Dit heeft weer tot effect dat antropocentrisme, het idee dat de mens het middelpunt van het bestaan is, versterkt wordt. En dat kan weer leiden tot overheersing of zelfs geweld tegen dieren. Woorden hebben macht. De woorden die we gebruiken reflecteren opvattingen die bestaan in onze cultuur, en beïnvloeden die. Taal is een uitdrukking van de werkelijkheid en geeft die werkelijkheid vorm.
Taal misleidt echter niet alleen, het kan ook een brug slaan tussen verschillende werelden. Als we meer leren over dieren, kunnen we misschien beter met ze omgaan. Sommige mensen zullen ze beter willen behandelen. Omdat we door taal te gebruiken onszelf en de wereld begrijpen, is denken over taal een veelbelovend instrument in de interactie met andere dieren. Door beter te begrijpen wat ze zeggen, beter naar ze te kijken en te luisteren, kunnen we meer inzicht krijgen in hun leefwerelden. Door beter uit te leggen wat wij zeggen – op manieren die voor die dieren begrijpelijk zijn – kunnen we nieuwe gemeenschappelijke werelden vormen. Dat zal er niet toe leiden dat alle dieren en alle mensen in totale harmonie samenleven, net zoals dat bij mensen ook niet het geval is. Het kan wel bijdragen aan oplossingen voor bepaalde praktische problemen die het samenleven meebrengt – en samenleven is onvermijdelijk – en het kan ons helpen zoeken naar nieuwe relaties, in een wereld die door mensen gedomineerd wordt.
Het is nog te vroeg voor een definitieve conclusie over dierentalen en wat taal met inbegrip van dierentalen precies is. Omdat wetenschappelijk onderzoek ernaar pas begonnen is, en omdat zo’n conclusie nooit door een mens alleen getrokken kan worden. Politiek gezien is het namelijk problematisch om voor een ander te bepalen wat betekenisvolle communicatie is. Als mensen zouden we er daarom goed aan doen om niet te blijven hangen in de vraag of communicatiesystemen van dieren taal zijn, maar te onderzoeken wat dieren ons eigenlijk zeggen. Dit gaat niet alleen om luisteren: we moeten ook ons best doen om te zoeken naar andere manieren om andere dieren duidelijk te maken wat wij willen.
Om erachter te komen wat dieren willen, is het dus niet genoeg om ze te bestuderen. We moeten met ze in gesprek. Het voeren van gesprekken met dieren vereist een omwenteling in het denken over de hiërarchie tussen mensen en dieren, maar deze kan ook in het gesprek ontstaan, omdat mensen dieren anders gaan zien. Het vereist ook een omwenteling in hoe we over taal denken. Nieuwe vormen van samenleven kunnen meer ruimte bieden voor dialoog, en andersom kan taal helpen op een andere manier met dieren samen te leven. Andere dieren laten ons zien dat taal veel breder en rijker is dan we dachten, en dat er veel meer mogelijkheden zijn om je betekenisvol uit te drukken dan alleen in mensenwoorden. In plaats van die uitingsvormen af te doen als inferieur, kunnen we ervan leren, over (de innerlijke levens van) andere dieren, en over de verschillende manieren waarop betekenis tot stand komt. Om taal van dieren taal te laten zijn hoeven zij niets nieuws te leren, wij moeten ze anders zien. Zij spraken de hele tijd al.
Eva Meijer is beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver en singer-songwriter. Ze werkt aan een proefschrift over politieke stemmen van het dier en auteur van Dierentalen, een boek over dierentalen en de vraag wat taal eigenlijk is. Meer weten over dierentalen? Lees Dierentalen! https://www.isvw.nl/winkel/dierentalen/ Verdere informatie is te vinden op haar website: www.evameijer.nl.
©2016 AnimalsToday.nl | House of Animals