De Europese Commissie luidt de noodklok over stroperij en illegale handel in wilde dieren. Voor sommige soorten is een dramatisch dieptepunt bereikt. De Commissie beraadt zich over een krachtige aanpak.
Zo werden er in Zuid-Afrika in 2007 dertien neushoorns gestroopt. In 2013 was dat aantal gestegen naar meer dan 1000 neushoorns. In tien jaar tijd verdubbelde het aantal gestroopte Afrikaanse olifanten zo bleek in 2012. En onder de Sumatraanse tijgers vindt ook een ware slachtpartij plaats. In maar liefst 80% van het aantal sterfgevallen gaat het om stroperij.
Helaas blijkt stroperij tegenwoordig zeer lucratief. Volgens de Europese Commissie is een kilo hoorn van een neushoorn meer waard dan een kilo goud. Een kilo hoorn kost zo’n 40.000 euro. De botten van een Sumatraanse tijger levert 900 euro per kilo op. Op dit moment zijn het dan ook grote criminele organisaties die zich met deze handel bezighouden en de kans dat ze gepakt worden is helaas klein. Daarbij is de vraag naar dit soort dierlijke producten in met name Azië enorm groot. Ook Europa blijkt echter een transitgebied en belangrijke afzetmarkt.
Voor de handel in bedreigde diersoorten voerde Europa eerder al strengere regels in. Daarbij wordt financiële steun gegeven voor het behoud van biodiversiteit in Afrika. Maar dit blijkt dus lang niet afdoende.
Geïnteresseerden kunnen tot 10 april ideeën en opmerkingen over deze problematiek kenbaar maken. Daarna zal de Commissie op basis van deze raadpleging haar beleid herzien.
Bron: De Morgen ©PiepVandaag.nl