Tot de eerste studies in de jaren ’60 van de vorige eeuw was er weinig bekend over de zwaluwstaartmeeuw. Het blijkt echter een van de meest fascinerende meeuwensoorten te zijn. Het is bijvoorbeeld de enige meeuw en enige zeevogel die exclusief ‘s nachts jaagt.
Een onderzoek in 1962 door Dr. Jack P. Hailman bevestigde de nachtelijke activiteiten van de zwaluwstaartmeeuw. Tijdens de schemering verzamelen de vogels zich cirkelend boven de kliffen van de Galapagoseilanden, en wanneer de duisternis invalt vertrekken ze naar open zee. Tussen middernacht en 3 uur ‘s ochtends worden de achtergebleven broedende vogels afgelost, die vervolgens foerageren. Bij het ochtendgloren zijn alle vogels terug op het nest.
Zwaluwstaartmeeuwen leven voornamelijk van inktvis en kleine vissen die naar de oppervlakte komen gedurende de nacht om zich te voeden met plankton. ’s Nachts is er geen concurrentie van de keerkringvogels, genten, stormvogels en de albatrossoort, die ook op de Galapagoseilanden broeden. Een andere mogelijk reden voor de evolutie tot nachtelijke jager is de afwezigheid tijdens die uren van de kleptoparasietaire fregatvogels. Deze razendsnelle, wendbare rovers dwingen overdag andere zeevogels tot het afstaan van vergaard voedsel door onophoudelijke luchtaanvallen. Gedurende de dag zijn beide meeuwenouders ter plaatse om hun nest te bewaken tegen de fregatvogels en Galapagosbuizerds die het op hun ei of jong hebben voorzien. Het broedsucces van de zwaluwstaartmeeuw is dan ook hoog.
Ze nestelen op de kliffen en rotsachtige kusten van de eilanden Hood, Tower en Wolf in de Galapagosarchipel en in kleinere aantallen op de andere eilanden. De foto’s zijn genomen op South Plaza. Ze broeden echter niet alleen op kliffen, maar ook in bosjes, tussen mangrove en cactussen en op koraalstranden. Het nest bestaat uit een verzameling van lavasteen, brokken koraal, de naalden van zee-egels en soms schelpen en twijgjes. Het heeft niet meer functie dan het voorkomen van het wegrollen van het ei.
Zwaluwstaartmeeuwen zijn geslachtsrijp na ongeveer 5 jaar. In tegenstelling tot andere meeuwensoorten leggen ze slechts één ei dat na een maand broeden uitkomt. Het jong blijft een paar dagen op het nest of zoekt meteen de beschutting van een rotsblok of struik op. Na 2 maanden maken ze hun eerste vlucht, maar de ouders blijven hun jong voeren tot ze na 3 maanden allen naar zee vertrekken.
De soort broedt het hele jaar door; binnen losse kolonies min of meer gesynchroniseerd door sociale interactie. Ze leggen iedere 9 à 10 maanden een ei wanneer ze succesvol zijn in het grootbrengen van een jong, en vaker wanneer dat niet het geval is. Tussen de broedpogingen door brengen de ruiende dieren gemiddeld zo’n 4 à 5 maanden op zee door.
De meeuw is voornamelijk wit; hals, nek, rug en een gedeelte van de bovenvleugels zijn lichtgrijs, de vleugeluiteinden zwart. De kop is zwart, met een wit voorhoofd en rode oogring. Ook de snavel is zwart, maar deze eindigt in een lichte punt. De poten zijn rood. Buiten het broedseizoen is de kop wit met een donkere ‘halsband’, zoals ‘onze’ kokmeeuwen, en de oogring kleurt zwart. De jonge vogels, vlak voor het uitvliegen, zien er heel anders uit. Wit met bruine vlekken, uniek onder de meeuwen, met een zwarte snavel en oogring en bleekgrijze poten. Volwassen vogels wegen zo’n 700 gram. De mannetjes zijn iets groter dan de vrouwtjes.
In verhouding tot de kop zijn de ogen enorm in omvang en volume; een aanpassing aan het nachtelijk bestaan. De ogen bevatten het zogenaamde ‘tapetum lucidum’, een reflecterende laag van cellen direct achter het netvlies, die licht terugkaatst door het netvlies, zodat meer licht beschikbaar is voor de fotoreceptorcellen en zo de zwaluwstaartmeeuw in staat stelt beter te zien in het donker. Een andere afwijking in nachtactieve vogels is de afwezigheid van een melatonine ritme. Dit hormoon reguleert de dag-nacht cyclus in dagactieve dieren, waarbij hoge melatonine niveaus slaperigheid opwekken.
In tegenstelling tot de meeste meeuwen (met uitzondering van de drieteenmeeuw) is deze soort buiten het broedseizoen geen kustvogel, maar leeft op open zee. De zwaluwstaartmeeuw bezoekt dan de Humbolt stroom voor de kust van Ecuador, Peru en het noorden van Chili, honderden kilometers van de Galapagosarchipel verwijderd. Hun aantal wordt geschat op 10.000 paar of 35.000 individuen en niet als bedreigd gezien. Ze zijn bijna endemisch voor de Galapagoseilanden met een kleine broedkolonie op Malpelo eiland voor de kust van Colombia.
Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.
©PiepVandaag.nl