De 29 bloedloze dagen in oktober lijken, zoals gevreesd, een stilte voor de storm te zijn geweest. Waarschijnlijk heeft het respijt naast overbejaging te maken met migratiepatronen en watertemperaturen en de daarmee verband houdende beschikbaarheid van voedsel.
Een terugkerende vraag is: “als walvisachtigen zo intelligent zijn, waarom ‘vertellen’ ze elkaar dan niet om bij Japan weg te blijven?” Er is geen eenvoudig, bevredigend antwoord, maar het is een feit dat de levens van dolfijnen en walvissen net als die van zoveel dieren, inclusief die van ons, van dag tot dag vooral bestaan uit de zoektocht naar voedsel. De herinnering aan waar voedsel in het verleden werd gevonden of de kennis van ideale omstandigheden voor hun voedsel, bepalen hun reisdoel en route.
Ondanks de massaslachting van de vorige eeuw in Antarctica bleven de verschillende walvissoorten terugkeren voor de bloei van plankton en krill in de korte zomer van 24-uur daglicht in de Zuidelijke Oceaan; daarom voedt de blauwe vinvis zich in de scheepvaartroutes langs de Californische kust en in het zuiden van Sri Lanka, ongeacht het risico van aanvaringen; daarom volgen grienden de pijlinktvis vanuit de diepzeeravijnen tot gevaarlijk dicht onder de kust van de Faeröer eilanden en binnen het bereik van de moordenaars aldaar; En daarom volgen dolfijnen waarschijnlijk eeuwenoude migratieroutes langs de Japanse oostkust. Waar tot aan de zeer recente geschiedenis nooit snelle, wendbare dieselschepen een muur van geluid optrokken om hen naar land te drijven. Of ze zich kunnen aanpassen voordat soorten verdwijnen uit die wateren is de vraag.
Terwijl er tuimelaars, gevangen op de 13e, van de drijvende kooien in de haven naar het Dolphin Resort Hotel werden verplaatst, werd er op de 16e een nieuwe groep dolfijnen de ‘Cove’ ingejaagd. De 15e was een regenachtige dag waarop de jagers thuis bleven en de 14e was de zoektocht onsuccesvol geweest. Die dag werden er wel twee tuimelaars in kratten op een vrachtwagen geladen met onbekende bestemming, waarschijnlijk of een Japans dolfinarium of het vliegveld van Osaka.
De 16e bestond de ‘buit’ uit 13 grampers. Zoals de gewoonte is geworden dit seizoen, werden twee jongeren en twee baby’s terug in een skiff geladen en op zee gedumpt met minimale overlevingskansen. De 9 volwassenen werden om het leven gebracht, omdat geen van de dieren slavernijwaardig werd beschouwd door de opnieuw eendrachtig samenwerkende trainers en jagers.
De 17e was er weer reden to vreugde toen de jagers met lege handen terug keerden, maar de 18e ging het opnieuw mis. Al om 7 uur ’s ochtends werden de 12 boten in formatie aan de horizon waargenomen. Het gevecht tussen de dieren en de jagers nam het grootste deel van de ochtend in beslag. Om 11 uur was het strijdgewoel dicht genoeg de haven van Taiji genaderd om de dolfijnen als grienden te kunnen identificeren. Voor het middaguur waren ze opgesloten achter netten.
Grienden zijn groot en door hun hechte familieband moeilijk van elkaar te scheiden. Waarschijnlijk daarom worden grienden een nacht achter netten gehouden om pas de volgende ochtend aan de selectie en slachting onderworpen te worden. De moordenaars houden niet van lange dagen. Om half 7, in het eerste daglicht, werd een griend apart genomen voor gevangenschap en in een havenkooi gedumpt. De overige volwassen dieren werden aan touwen om hun staart naar het slachtstrand getrokken. In een meer dan twee uur durend proces werden de grienden een voor een in elkaars nabijheid gedood.
‘Voedselcultuur’ is een van de vele nietszeggende excuses voor het in stand houden van deze traditie. In weinig landen wordt een uren durende slachting van 14 individuen getolereerd en in vele landen van de beschaafde wereld zou een dergelijke behandeling van een koe, varken of kip leiden tot gevangenisstraf.
De moordenaars schreeuwden, juichten en lachten nadat ze de matriarch, het oudste en grootste vrouwtje, de leidster van de groep, hadden afgemaakt. De extase van de bevredigde bloeddorst die we zo goed kennen van hun collegamoordenaars in de Faeröer.
Ook daar was het een bloedig jaar. Sinds 21 juli zijn er 1103 grienden en 430 witflankdolfijnen de verschillende baaien van de eilandgroep ingejaagd en afgeslacht in een orgie van bloed. Volgend jaar zal Sea Shepherd daar weer aanwezig zijn met campagne GrindStop om die aantallen naar beneden te brengen en om de EU op te roepen hier een einde aan te maken. (Met een lidmaatschap van Omroep Piep! kun je deze campagne ondersteunen.)
Uiteindelijk werden deze dag in Taiji de 14 grootste dieren vermoord. 12 jongeren werden, na getuigen te zijn geweest van de slachting en na uren in het bloed van hun familieleden te hebben rondgezwommen, terug naar zee gedreven. Meer dan 10.000 mensen keken wereldwijd naar de livestream van de Cove Guardians. De hebzucht van de bewoners van deze plek werd extra benadrukt door het feit dat terwijl de slachting gaande was, 4 boten uitvoeren op zoek naar meer.
De 19e was het niet anders. De boten verschenen minder dan een uur na uitvaren in formatie terug aan de horizon en iets na zevenen was een groep grampers opgesloten in de ‘Cove’, waaronder een pasgeboren kalf. Twee dieren werden naar het ‘Whale Museum’ gebracht voor levenslange opsluiting, een derde slachtoffer naar het Dolphin Resort Hotel. Vier kleinere groepsleden werden verborgen onder een dekzijl terug naar zee gebracht en aan hun lot overgelaten. De overige 18 werden meedogenloos afgeslacht.
Erwin Vermeulen is hoofdwerktuigkundige op een schip, fotograaf, vrijwilliger bij Sea Shepherd en woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een eenogige kat, een kat met één nier en een dove en blinde hond.
©PiepVandaag.nl