Op het 400-mijls traject van de Interstate 5 die de San Francisco Bay Area verbindt met Los Angeles, zijn er maar weinig plaatsen van belang. Geplant in de landbouwgrond van de Central Valley, die langs het autoraam voorbij schiet, vallen vooral de borden op van boze boeren, die protesteren tegen de waterbeperkingen opgelegd door de federale regering. Net als elders in de wereld met vergelijkbare problemen, wordt het gebied bezet door te veel mensen met te weinig water om hen en hun activiteiten te ondersteunen – landbouw, steden, zwembaden, golfbanen, enzovoort…
Wanneer je op de I-5 ongeveer halverwege de twee metropolen komt en Coalinga bereikt in de westelijke San Joaquin Valley, kun je met eigen ogen aan de oostkant van de snelweg een van de grote waterverspillers van de staat zien: de koeienvetmesterij van Harris Ranch, want voor de productie van één kilogram rundvlees is 15.000 liter water nodig (Hoekstra en Chapagain, 2008, Globalization of Water: Sharing the Planet’s Freshwater Resources).
De Harris Ranch CAFO (concentrated animal feeding operation) bestaat uit een kale woestijnvloer bevolkt door tienduizenden runderen, die, afhankelijk van het weer, door modder gemixt met urine klotsen of strontverrijkt stof op doen wervelen. Altijd is er de overweldigende stank – meegevoerd door de heersende noordoostelijke wind, als een klap in het gezicht, lang nadat je bent gepasseerd – van deze onnatuurlijke concentratie van uitgebuite individuen.
De gruwelijke aanblik van deze levende wezens in slavernij kan alleen worden vergeleken met een van de meest kwaadaardige uitvindingen van de mensheid: concentratiekampen. Er wordt regelmatig naar de operatie van Harris verwezen als ‘Cowschwitz’.
Met de industriële revolutie en de uitvinding van de spoorwegen en koelinstallaties werd de grootschalige bio-industrie en lopende band vleesverwerking de standaard bij het produceren van enorme hoeveelheden goedkoop vlees om tussen de kaken van de groeiende bevolking van deze planeet te worden vermalen. Levende wezens gereduceerd tot voorwerpen om te exploiteren, te verbruiken, hun belangen genegeerd.
John Harris is een veebaron, wiens $150 miljoen rundvleesbedrijf bijna een kwart van alle runderen verwerkt die in de staat Californië worden geslacht. Kalveren komen aan bij de vetmesterij van Harris Ranch nadat ze hun eerste acht tot tien maanden hebben doorgebracht op de weiden van partnerboerderijen. Het kamp langs de I-5 in Fresno County bevat op ieder tijdstip ongeveer 100.000 Hereford en Black Angus koeien, om met graan – voornamelijk goedkope, gesubsidieerde, genetisch gemodificeerde maïs – te worden vetgemest in jammerlijke levensomstandigheden, staand in hun eigen uitwerpselen met beperkte toegang tot schaduw of beschutting en geen lichaamsbeweging.
Het onnatuurlijk voedsel ‘maakt’ het vee in ongeveer vier tot zes maanden ‘af’. Onnatuurlijk, omdat herkauwers niet geëvolueerd zijn om graan te verteren. Hun voedsel is gras en dat groeit niet in de ‘feedlots’. Om de voorspelbare gezondheidsproblemen bij de koeien tegen te gaan, wordt routinematig antibiotica aan het voer toegevoegd, wat weer resulteert in resistente ziekteverwekkers die de gezondheid van mens en dier in gevaar brengen.
Het gebeurt allemaal in de naam van winst. Het graanvoer versnelt de toename in gewicht en verkort dus de tijd tussen geboorte en slacht. Langere levens betekenen hogere kosten in voedsel, water, medicijnen en de ruimte die de dieren innemen.
Harris’ gevangenen worden vervolgens geslacht – slechts ongeveer een jaar oud, op één-twintigste van hun ‘natuurlijke’ levensverwachting – met een snelheid van meer dan 700 ‘koppen’ per dag in het slachthuis van Selma, 45 minuten ten oosten van de ranch. De karkassen worden in stukken gesneden en vormen de steaks in de Safeway supermarktketen. Sinds 1999 wordt het vlees van Harris ook gemarineerd en voorgekookt om instant vleesmaaltijden te vormen zoals stroganoff en stoofschotels. Kleinere stukken vlees worden vermalen tot hamburgers voor fastfood restaurants zoals In-N-Out Burger.
De Harris Ranch is de grootste vleesverwerker aan de Amerikaanse westkust en produceert bijna 200 miljoen pond rundvlees per jaar. Dit is het soort vlees dat wordt gevonden in de meeste supermarkten, restaurants en fastfoodketens en wordt gekocht door een grote meerderheid van de Amerikanen.
Ironisch genoeg heeft de vader van John Harris, Jack, de locatie in de jaren 1930 oorspronkelijk ontwikkeld als een boerderij voor katoen, granen, fruit en groenten. In de daaropvolgende decennia groeide het uit tot het veebedrijf.
Het vee-imperium is divers, opgesplitst in verschillende bedrijfsentiteiten en omvat vee en renpaarden, gewassen van fruit, groenten en noten, veevoer, een driesterrenhotel en een restaurant op het 18.000 hectare grote terrein.
Vanwege watergebrek, hoge energiekosten en slechte prijzen voor de meeste gewassen, is de vleesafdeling nog steeds degene die de winst maakt.
Wanneer je kritiek uitoefent op uitbuitende, groot-geld industrieën, noemen apologeten altijd de positieve invloed op de economieën van de naburige steden en het scheppen van banen. Afgezien van een staatsgevangenis is Harris Ranch de grootste lokale werkgever, met 1500 mensen op de loonlijst. Het argument wordt gepresenteerd alsof economische belangen alles rechtvaardigen, in het geval van Harris, vanuit het oogpunt van dierenrechten, tot slavernij en moord toe.
Op de website van Harris Ranch staat: “Het land is niet alleen waar we ons vee grootbrengen, het is ook waar onze gezinnen opgroeien.” John Harris, echter, woont zelf allang niet meer in de buurt van de ‘feedlot’ en dus de stank. Vele jaren geleden verhuisde hij ongeveer 50 mijl van de ranch naar een 6000-hectare landgoed met een kasteel-achtig huis langs de Kings River ten oosten van Fresno. Hij vliegt iedere dag naar zijn werk.
Grote bedrijven zoals IBP, ConAgra Foods Inc. en Excel, een dochteronderneming van Cargill, beheersen de vleesindustrie in de VS. Ze runnen ‘megaplants’ in het hele land die enorme hoeveelheden rundvlees kunnen produceren en goedkoop kunnen verkopen met een minimale winstmarge van ongeveer 1%. Het grote geld komt dus binnen door volume, omzet. Samen verwerken deze monsterbedrijven ongeveer 75% van het rundvlees van het land. Harris Ranch is een kleine jongen in vergelijking met deze reuzen, maar vertegenwoordigt dezelfde alles-in-de-naam-van-winst-benadering ten opzichte van de andere levens waarmee we de planeet delen.
De Harris Ranch website spreekt over “rundvlees dat net zo puur en lekker is als de natuur het bedoeld heeft.” Natuurlijk heeft de natuur geen intenties ten aanzien van de smaak van vlees en is er niets natuurlijks of menselijks aan de werking van de vleesindustrie. Het is een industriële activiteit die gepaard gaat met industriële problemen die een aanzienlijke bedreiging vormen voor mens, dier en milieu, zoals oppervlakte water-, grondwater- en luchtverontreiniging.
Hier hoort de uitstoot van broeikasgassen bij. Door herkauwen en vertering genereren koeien methaangas als een bijproduct. Wereldwijd produceert vee jaarlijks ongeveer tachtig miljoen ton methaan, goed voor ongeveer 28% van de wereldwijde methaanemissies uit menselijke activiteiten. Alleen al de VS is verantwoordelijk voor vijf-en-een-half miljoen ton hiervan. De natuur had daarnaast ook niet het ‘plan’ om honderdduizenden grote zoogdieren in een halfwoestijn te drenken.
Tegenwoordig worden zowel verwerkt als rood vlees op zichzelf gezien als schadelijk voor de gezondheid.
Consumentenbewustzijn en wetgeving op het gebied van dierenrechten zijn noodzakelijk om een blijvende verandering te bewerkstelligen. Verandering die beter is voor onze gezondheid en voor het milieu, maar in de eerste plaats voor de dieren die het slachtoffer zijn van onze soort.
Erwin Vermeulen is fotograaf, hoofd werktuigkundige bij Sea Shepherd en vrijwilliger bij opvangcentrum Wildlife Waystation. Hij woont samen met zijn vriendin Susan, een dove kat, een éénogige kat, een kat met één nier, en twee dove en blinde honden. Hij schrijft regelmatig over de griendenslachting op de Faeröer Eilanden en de dolfijnenslachting bij Taiji.
©AnimalsToday.nl
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
9 Comments
Comments are closed.
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Beste hj,
De mensen bij eyes on animals zijn zich heel bewust van de regels die er gelden voor ze een bedrijf binnen mogen en zij worden nog vaak genoeg geweerd. Tijd, wat jij noemt is een andere factor. Toch denk ik niet dat dat de reden is waarom zij niet binnen mogen komen. De undercover beelden laten vaak de harde waarheid achter de deuren zien. De beelden kunnen niet liegen en waar rook is is vuur.
Ik zeg niet dat er geen boeren zijn die goed zijn voor de dieren. Het is denk ik hier ook zo dat net als bij vele andere zaken geld meer kapot maakt dan men lief heeft!
Ik heb van de week een YouTube film gezien van Johanatan Safoer Foer over ‘Eating Animals’. Hieronder de link:
https://m.youtube.com/watch?v=XfzZDmeHiPM
Hij verwoord in mijn ogen heel goed het ‘wegkijken’ van de mensen op deze industrie. Ook het feit dat je bij iedere bakkerij waar je vraagt binnen te mogen meekijken je mag binnenkomen en als je dat vraagt bij een veehouderij of een slachtbedrijf je vaak wordt geweerd. Als je daar al over nadenkt dan weten mensen zelf toch ook dat het niet helemaal pluis is waar ze mee bezig zijn!
Ester,
Jarenlange ervaringen van slachterijen tonen aan dat vele”spontane”kijkers later toch onwaarheden verkondigen over wat ze gezien hebben, dit maakt ze kopschuw.
Op veehouderijbedrijven mag je eigenlijk altijd komen kijken als je dat netjes vraagt, zij hebben niets te verbergen.
Vergeet je niet de honderden open dagen op veehouderijbedrijven die er jaarlijks zijn?
Daar is iedereen welkom.
Verder is het helaas zo dat de hygiëneregels van de overheid het niet zomaar toelaten dat een ieder op elk ogenblik toegang tot de stallen heeft. Zelfs de pluimvee en varkenshouder zelf moet zich douchen voor hij eigen stallen betreed, dan kan je je voorstellen dat die veehouder niet zit te wachten op spontaan aanwaaiende bezoekers, nog los van de factor tijd, die mensen zijn ook druk.
En als ik bij de plaatselijke bakkerij aanklop om binnen te mogen kijken is het maar de vraag of ze daar tijd voor hebben.
Precies hj dat zegt al genoeg dat de boer zelf eerst onder de douche moet om bij zijn vee op bezoek te gaan. Als jij naar een beurs gaat of iets dergelijks hoef je toch niet te ontsmetten. Dit zegt dat de hele veehouderij ziek is en jij wil dat niet zien omdat je zelf misschien in die wereld zit.
Onvoorstelbaar dat dit soort bizarre en barbaarse waanzin gewoon allemaal maar mag en dat het eigenlijk in opdracht van de meeste mensen gebeurt, hoewel zij daar waarschijnlijk koppig en hardnekkig hun ogen en oren voor sluiten.
Het is in veel opzichten maar bar slecht gesteld met de zogenaamde “beschaving” van de mensheid.
Vooropgesteld, dit soort mega moeten we niet willen.
Maar:
Geen leugens verspreiden, dieren worden niet op 1 jarige leeftijd geslacht, maar op 2 jaar.
En dieren worden niet afgemest op rantsoen van graan, kan helemaal niet, op een rantsoen zonder structuur gaat een rund simpelweg dood, en zal zeker niet groeien, dieren daar worden afgemest op een hoog energetisch rantsoen met onder andere graan, maar vooral alfalfa(luzerne), dat is wel een ruwvoer.
Beste hj,
Kalveren arriveren in de Amerikaanse feedlots tussen 8 maanden en een jaar oud. Ze worden dan in 4 tot 6 maanden (soms 8 bij grotere rassen) vetgemest. Bij de slacht zijn ze de jongste dieren dus slechts een jaar oud. Natuurlijk wordt ruwvoer met de granen meegemixt; grofweg tweederde ‘roughage’ ( alfalfa, corn stalks, sorghum, hay, cottonseed meal) en eenderde granen, inclusief afval van de cornsyrop industrie; het zijn deze onnatuurlijke granen die met name zorgen voor de snelle gewichtstoename.
In je reacties hier concentreer je je op en manipuleert details om het grote onrecht te
.
hj,
Runderen betreden Amerikaanse feedlots op een leeftijd tussen 8 maanden en één jaar oud en worden er binnen 4 tot 6 maanden, 8 voor grotere rassen, vetgemest voor de slacht. De jongste slachtoffers zijn dus één jaar oud en zeker geen twee.
Natuurlijk moet (ongeveer tweederde) ‘roughage’ (hooi, alfalfa, etc) worden meegemixt met (eenderde) granen en afval uit de corn-syrup industry, niet omdat koeien het anders niet overleven, maar omdat ze het voer anders niet zouden eten. De onnatuurlijke granen zorgen echter samen met de groeihormonen voor de gewichtstoename.
Je focust je op details en manipuleert ze, noemt ze leugens, om de hoofdzaak van de verschrikkelijke concentratie kampen te kunnen negeren.
Hier zie je maar weer hoe walgelijk de vee-houderij is, onmiddelijk verbieden deze totale waanzin.
Het probleem is dat wij dit wel inzien, maar dat de gemiddelde mensen gauw de andere kant op kijken en hun handen in onschuld wassen.
Als je dit ziet en je gaat dan nog rustig genieten van je broodje met mishandelde lijk, dan is het gevoel toch wel heel ver weg.