Een spannende week voor het Verenigd Koninkrijk (VK). Dinsdag 14 mei zal de laatste lezing van het wetsvoorstel The Animal Welfare (Livestock Exports) Bill plaatsvinden. Deze wet zal een permanent einde maken aan het vervoer van levende dieren vanuit Groot-Brittannië naar andere landen.
Al vijftig jaar zetten Britse dierenorganisaties zich in voor een verbod op het vervoeren van levende dieren. De omstandigheden waar de dieren in verkeren tijdens de lange reizen, zijn dan ook uiterst zorgelijk. Door de overbevolking kunnen sommige dieren helemaal niet liggen, terwijl degene die dat wel kunnen, gewond kunnen raken of doodgetrapt kunnen worden. De dieren kunnen dagenlang onderweg zijn, waarbij ze lijden onder extreme temperaturen en vaak zonder voldoende voedsel, water of rust. Dat deze gevolgen zich voordoen is niet zo gek: de kortste rechtstreekse exportreis van Groot-Brittannië naar het Europese vasteland bedroeg in 2018 een reistijd van 18 uur.
Vervoer van levende dieren
Eindelijk zal het lange wachten van de dierenorganisaties worden beloond; na de laatste lezing, die op 14 mei in het Hogerhuis gepland staat, komt er zo snel mogelijk een verbod op het vervoeren van bepaalde dieren. Runderen, geiten, schapen, varkens en paarden zullen dan ook niet langer geëxporteerd mogen worden als zij vervolgens worden vetgemest of geslacht. Wel mogen levende dieren nog op transport worden gezet als ze worden gebruikt voor de fok of voor wedstrijden.
Hoewel Groot-Brittannië er decennialang bekend om stond grote aantallen schapen en kalveren te exporteren naar Frankrijk en zelfs Spanje, zal de komst van de wet geen rigoureuze veranderingen voor de praktijk brengen. Sinds de regering in 2021 het voornemen bekendmaakte om een verbod in te stellen, zijn er namelijk geen slachtdieren meer vanuit Groot-Brittannië geëxporteerd.
Belangrijke stap
De nieuwe wet is een belangrijke tussenstap voor een diervriendelijkere wereld. Het laat zien dat burgers zich wel degelijk zorgen maken om de staat waarin de dieren verkeren die een akelige tocht moeten maken naar een buitenlands slachthuis. Toch kunnen er ook kritische kanttekeningen bij de wet worden geplaatst. Er zijn namelijk ook economische redenen die de Britten bewogen hebben om deze wet op te stellen. Zo is de hoop dat door het verbod de waarde van Brits vlees stijgt en dat het bijdraagt aan de groei van de economie.
Inspiratie voor wetgevende instanties
De wet kan wel inspiratie bieden voor andere wetgevende instanties. Zo liet de Europese Raad eind 2023 nog weten geen ‘tijd te hebben gevonden’ om zich te buigen over strengere regels voor de veetransport. Dit, terwijl al sinds 2019 door de Raad verbetering voor de dieren werd beloofd. Ook Nederland is nog niet zo ver als Groot-Brittannië. Nederland maakt zich de laatste jaren weliswaar hard voor een verbod op de export van levende dieren naar ‘derde landen’ (landen buiten de EU, zoals Libanon of Egypte), maar op dagelijkse basis zijn tientallen vrachtwagens op de snelweg te zien waar levende dieren dicht op elkaar gepropt staan. Ook de grote ramp, waarbij begin dit jaar twee maanden voor de kust van Kaapstad lag terwijl duizenden koeien in hun eigen uitwerpselen verkeerden, laat zien dat de lange afstandsreizen voor dieren absoluut niet geschikt zijn.
Australië heeft recent ook aangegeven een einde te maken aan de overzeese transport van levende schapen, maar zal dit pas doen in 2028. Hoewel ook dit een stap vooruit is, vinden velen dat dit voornemen niet ambitieus genoeg is.
Het is dus nog afwachten hoe de laatste lezing op 14 mei in het Hogerhuis zal verlopen. Wanneer de wettekst door het Hogerhuis is goedgekeurd, wordt de wet naar de vorst gestuurd voor koninklijke goedkeuring. Het is de hoop dat deze stap vooruit wordt overgenomen door andere landen.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Femke Oosterbaan Martinius