Soms heb je van die momenten dat je denkt: ‘Wat is dat? Zie ik het goed?’ Dat moment maakten Douwe van der Ploeg en Wieneke Huls vorige week mee toen zij samen met vier waarnemers van Stichting Vleermuizenvangen voor onderzoek op pad waren. Het team was op zoek naar vale vleermuizen, Brandts vleermuizen en bosvleermuizen. Maar tijdens het zoeken naar deze soorten deden zij een bijzondere ontdekking. Voor het allereerst in de Nederlandse geschiedenis vingen zij een mopsvleermuis, in de omgeving van Winterswijk. Al snel bleek dat het niet om één dier ging, maar om een groep dieren: een (deel van een) kraamkolonie. En dat is op zijn zachtst gezegd uniek en heel bijzonder voor ons land.
De waarnemers twijfelden geen moment over de soort toen zij het zwarte dier zagen. Diezelfde nacht nog kregen zij toestemming om de mopsvleermuis te volgen naar haar verblijfplaats. ‘Ook de volgende nacht is het dier gevolgd en eenmaal bij de verblijfplaats vlogen er maar liefst zeven mopsvleermuizen uit’, vertelt Wieneke enthousiast. Wieneke:
“Vleermuizen maken in de kraamperiode altijd gebruik van meerdere verblijfplaatsen en omdat het vrouwtje zogend was, wisten we zeker dat het om de eerste kraamkolonie van mopsvleermuizen in Nederland ging. Je kunt je voorstellen, onze avond kon niet meer stuk.”
Verspreiding in Europa
Tijdens tellingen in de winter zijn tot begin jaren negentig enkele mopsvleermuizen aangetroffen, daarna nooit meer. Zomerwaarnemingen zijn er maar heel weinig, wel geteld drie tot 2017. In 2017 zijn geluidswaarnemingen gedaan in Zeeuws-Vlaanderen. Een verblijfplaats in Nederland, laat staan een kraamverblijfplaats, was niet bekend. Over de grens in het Belgische Waasland zijn ondertussen kraamverblijven gevonden.
In de omgeving van Winterswijk, net over de grens bij Duitsland zijn al langer kraamverblijven van mopsvleermuizen bekend. De mopsvleermuis komt in vrijwel heel West – Europa voor, maar bijna nergens in hoge dichtheden. Het is een zeldzame soort die onder druk staat. Daarom was in 2020 door Batlife de mopsvleermuis als Europese vleermuissoort van het jaar uitgeroepen. Mopsvleermuizen laten zich ook niet makkelijk vinden, want ze zitten vaak achter schors, luiken en loshangende platen en in andere spleten. “Zo zie je maar weer dat je je altijd moet laten verwonderen door de natuur en het onverwachte moet verwachten”, lacht Wieneke.
Nog geen gevestigde kolonie
In de laatste habitatrichtlijnrapportage over de periode 2013-2018, werd de mopsvleermuis nog als ‘niet van toepassing’ voor Nederland beschouwd. Tijdens het samenstellen van de laatste Rode Lijst (2020) werd zij als ‘dwaalgast’ opgenomen en daarom niet verder beschouwd. Logisch, want nog niet eerder werd er een kraamkolonie aangetroffen. In Nederland mag je spreken van een gevestigde kolonie als er 10 jaar lang voortplanting is geweest. Nu is het dus het moment om dat te gaan monitoren en onderzoeken.
Monitoring verbeteren
Het onderzoek naar de vleermuizen wordt mogelijk gemaakt door een subsidie van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit die de Zoogdiervereniging ontving. Er staan twee vragen centraal tijdens het onderzoek: Welke maatregelen zijn effectief voor vleermuissoorten in de bebouwde omgeving? En welke landelijke monitoring werkt het beste voor specifieke soorten? Het onderzoek richt zich op soorten die geraakt worden door de energietransitie. “Het is fijn dit onderzoek samen met heel veel mensen uit het netwerk van vleermuisonderzoek te doen. Zo kan de kennis die er is goed benut worden en gedeeld worden, zodat we deze wilde zoogdieren nog beter kunnen beschermen”, sluit Wieneke af.
Bron:
©AnimalsToday.nl