Het Comité Anti Stierenvechten (CAS) en AnimaNaturalis Spanje hebben de Raad van Europa en het ministerie van Landbouw van Spanje op de hoogte gesteld van het feit dat fokkers van vechtstieren om financiële compensaties vragen. Omdat fokkers hun stieren niet kunnen verkopen voor stierengevechten doordat deze afgelast zijn door corona, worden nu duizenden vechtstieren naar het slachthuis gestuurd. Echter, al voor corona was het gebruikelijk om een deel van de gefokte runderen naar het slachthuis te brengen. Het vragen van financiële compensaties vinden deze organisaties derhalve onterecht. Daarnaast ontvangen deze fokkers van vechtstieren jaarlijks maar liefst 130 miljoen euro aan Europese landbouwsubsidies.
Door de uitbraak van het coronavirus zullen dit jaar mogelijk 10.000 vechtstieren in slachthuizen in Spanje eindigen. Het is nog onzeker wat er met de rest van de geplande stierengevechten voor 2020 zal gebeuren. Dit betekent dat duizenden stieren geen bloedige dood zullen sterven in de arena’s. De Spaanse krant El Español publiceerde dat de Stichting van Landbouwers van Valencia (Asociación Valenciana de Agricultores) inschat dat deze zomer al 6.000 vechtstieren naar het slachthuis zullen zijn gebracht. Verder verwacht men dat er in 2020 zo’n 10.000 stieren afgemaakt zullen worden.
Selectieprocedure
Toch is dit geen ongebruikelijke praktijk binnen de stierenvechtsector. Het komt zelfs regelmatig voor, omdat de stierenvechtsector erop gericht is om alleen die stieren te selecteren die aan de voorwaarden voldoen om deel te nemen aan het stierengevecht. Dat betekent ook dat een deel van de dieren niet door de selectieprocedure heen komt. Deze stieren worden verkocht of verhuurd en als ze geen geld opleveren gaan ze direct naar het slachthuis.
Het testen van de geschiktheid van de stieren voor het stierengevecht gebeurt tijdens een tienta. Hier vindt de selectieprocedure plaats: welke stieren zijn geschikt voor het stierengevecht? Welke stieren en koeien voldoen aan de voorwaarden voor het fokprogramma van nieuwe vechtstieren? Het selecteren vindt plaats door middel van een milde en kortere vorm van een stierengevecht. Wat hier telt is hoe het dier reageert op deze procedure. Als de stier de proef niet doorstaat, doordat het té traag of te mild reageert, wordt het direct naar het slachthuis gestuurd en het vlees verkocht ter consumptie. Gewoonlijk vindt een tienta plaats met dieren van tussen de 2 en 3 jaar oud.
Weinig officiële data
Het aantal stieren dat jaarlijks in het slachthuis eindigt doordat het niet door de selectieprocedure van de tientas heen komt is onbekend. Er bestaan geen officiële cijfers en de veehouderijen zijn niet transparant over de aantallen.
Volgens Portal Veterinaria (een online nieuwsblad voor dierenartsen in Spanje) zou maar 15 tot 20 procent van de koeien door de selectieprocedure heen komen. En analisten uit de stierenvechtsector schatten in dat zo’n 10 tot 60 procent van de per jaar gefokte stieren eindigt in het slachthuis na de selectie. Een stier kan 25 tot 30 dieren per jaar voortbrengen.
Er bestaan geen officiële cijfers van het aantal vechtstieren dat in 2019 direct naar het slachthuis is gestuurd, maar er bestaat wel een epigraaf uit 2017 met informatie over de afgekeurde runderen: is toen zou het gaan om 5.697 dieren. Dit getal kan als referentiepunt dienen.
Subsidies voor het fokken van vechtstieren
De stierenvechtsector ontvangt landbouwsubsidies vanuit de Europese Unie voor het fokken van vechtstieren. Er wordt geschat dat in 2018 de stierenvechtsector 130 miljoen euro aan Europese subsidies ontving, verdeeld over 200 veehouderijen. Deze steun beslaat zo’n 30 procent van hun inkomsten. De meeste veehouderijen van vechtstieren zijn niet rendabel als bedrijfsmodel: het fokken van de runderen vindt plaats als hobby of als traditie binnen de familie en niet omdat het een noodzaak is. Deze fokkers hebben andere inkomstenbronnen. De Europese Unie subsidieert met het belastinggeld van iedere Europese burger een sector die aan het verdwijnen is en die alleen maar geld kost. Dit subsidiegeld zou beter besteed kunnen worden in sectoren waar het hard nodig is. Marius Kolff van CAS:
“De perversie van deze sector is duidelijk. Stieren worden vaak uit familietraditie gefokt. Een traditie waar bijna niemand meer achter staat behalve de fokkers zelf. Zonder de subsidies zouden ze deze hobby niet in stand kunnen houden. Dan zijn die subsidies vanuit de EU ook nog eens zeer discutabel, want dierenellende subsidiëren dat doet de EU niet, behalve in Spanje als uitzondering. Hiertegen heeft het Europese Parlement al gestemd en toch gaat het door.”
Het Comité Anti Stierenvechten en AnimaNaturalis veroordelen de inzet van Europese subsidies voor de stierenvechtsector. Daarnaast gaat het in tegen de Europese conventie voor de rechten van dieren in de landbouwsector, waarin is vastgesteld dat dieren gevrijwaard moeten zijn van pijn, letsel, angst of stress.
Bron:
- Persbericht Comité Anti Stierenvechten (CAS)