We kennen allemaal het fenomeen vogeltrek, van vogels die in ons land broeden en de winter in Afrika doorbrengen. Veel minder bekend is de vlindertrek. Net als vogels kunnen trekvlinders vele duizenden kilometers afleggen. En net als vogels kiezen dagvlinders hun richting op basis van de stand van de zon.
In de afgelopen dagen werden duizenden atalanta’s gezien, vooral in Zuid-Nederland. Voor een deel werden ze in grote groepen gezien op klimop en andere bloeiende planten. Vogelaars op diverse trektelposten zagen ze ook massaal naar het zuiden vliegen, ons land uit. De vlinders vliegen naar zuidelijker streken, zoals Frankrijk, Portugal, Spanje of Marokko. Een individuele vlinder maakt een enkele reis: ze planten zich in Zuid-Europa voort en sterven vervolgens.
Waar vogelaars van zonsopgang tot zonsondergang alle langstrekkende vogels tellen, zien ze de laatste dagen ook enorme aantallen atalanta’s; ook deze zijn op trek. Omdat ze dit echter niet in groepen maar individueel doen, vallen ze minder op dan vogels. Vaak vliegen ze op een meter of vijf tot tien hoogte in een rechte lijn naar het zuiden. Deze atalanta’s zijn de nakomelingen van vlinders die vanuit het zuiden hierheen zijn gekomen. Ook komen nu atalanta’s uit Scandinavië hierheen om via ons land naar het zuiden te vliegen.
De absolute toptelpost was die op 13 september op de Loozerheide in Limburg, waar er in één dag 1147 werden geteld. Ook in de komende dagen kunnen nog grote aantallen gezien worden. Behalve langstrekkend werden er ook veel nectar drinkende atalanta’s gespot die deze ‘brandstof’ tot zich nemen voor hun terugreis naar Zuid-Europa. Ze zijn vooral te vinden op bloemen die in het najaar bloeien.
Reguliere bezoekers
Begin mei bereiken de eerste trekvlinders Nederland. Zij leggen eitjes in Nederland gaan dan dood. Hun nakomelingen zijn tot ver in het najaar te zien. Tot onze bekendste migranten behoren de atalanta (Vanessa atalanta) en de distelvlinder (Vanessa cardui). Samen met de gamma-uil (Autographa gamma) zijn zij verantwoordelijk voor een groot deel van de jaarlijkse migrantenstroom. Hoewel de aantallen per jaar sterk uiteenlopen, worden jaarlijks tienduizenden atalanta’s en meestal een kleiner aantal distelvlinders waargenomen. Het gamma-uiltje is in Nederland per jaar ook met vele duizenden vlinders vertegenwoordigd.
Verwacht wordt dat de atalanta steeds meer in Nederland zal gaan overwinteren. Deze vlinder wordt nu al begin februari waargenomen, terwijl ze normaal pas vanaf eind maart vanuit Afrika naar Nederland komt. De enige verklaring hiervoor is dat er atalanta’s zijn die in Nederland overwinteren en niet meer deelnemen aan de vlindertrek.
Warmte maakt vlinders mobieler
Naarmate de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt, zullen de klimaatgrenzen opschuiven naar het noorden. De vlinders zullen hierdoor hun leefgebied ook moeten verschuiven. Zo is er de laatste jaren een toename van een aantal soorten trekvlinders die in Nederland worden waargenomen. Een voorbeeld hiervan is de kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum). Ook zijn er trekvlinders die door de opwarming nu wel in Nederland kunnen overwinteren en in principe niet meer hoeven te migreren.
Omdat vlinders koudbloedig zijn, maakt warmte vlinders mobieler. Mits er voldoende nectar aanwezig is, zullen ze langer en dus ook verder kunnen vliegen. Dat verhoogt de kans om nieuwe leefgebieden te ontdekken. Elke vlinder die een kleinere of grotere afstand aflegt is in feite een trekvlinder. Toch worden niet alle soorten die zich verplaatsen tot de trekvlinders gerekend. Trekvlinders zijn soorten die in Nederland niet inheems zijn en onder natuurlijke omstandigheden hier niet kunnen overwinteren.
Fenomeen vlindertrek
Over vlindertrek is nog relatief weinig bekend. Zo is het nog steeds onduidelijk wat vlinders ertoe beweegt om te gaan trekken, waarom bepaalde soorten migreren en andere niet, waarom slechts een deel van een vlinderpopulatie aan de trek deelneemt en waarom de afgelegde afstand per individu verschilt. Bij vogeltrek gaat het om een migratie tussen voortplantingsgebied en overwinteringsgebied. Het zijn dezelfde individuen die tijdens hun leven verschillende malen heen en weer vliegen. Bij vlindertrek vindt zowel in het zomer- als in het wintergebied voortplanting plaats. Het zomergebied is ’s winters leeg, maar het omgekeerde is niet het geval. Individuele vlinders leggen de tocht maar één keer af, in één richting.
Trekvlinders die ons land bezoeken zijn meestal afkomstig uit landen rondom de Middellandse Zee, uit Midden-Europa, Klein-Azië en Midden-Afrika. In het najaar slaat de trekrichting om. Veel vlinders die hier zijn opgegroeid (het nageslacht) gaan dan zuidwaarts. Dit fenomeen staat bekend als remigratie of terugtrek.
In onderstaande indrukwekkende video is het leven van de monarchvlinder te zien, die ieder voorjaar met miljoenen van Mexico naar Canada en Noord-Amerika trekken:
.
Trekvlindersoorten
Ieder voorjaar komen trekvlinders weer onze kant op. Met name in de zomer kun je ze tegenkomen. Trekvlinders die je in Nederland kan zien zijn onder andere:
Dagvlinders
- Atalanta
- Distelvlinder
- Gele luzernevlinder
- Oranje luzernevlinder
De meest bijzondere trekvlinder is de – vrij grote – monarchvlinder die in Noord-Amerika leeft (zie bovenstaande video). De populaties trekken in de lente in grote aantallen naar Mexico, waarbij zich verschillende generaties ontwikkelen. en keren in de herfst weer terug naar het zuiden, waar de soort in enorme groepen overwintert.
Nachtvlinders
- Gamma-uil
- Kolibrievlinder
- Windepijlstaart
- Doodshoofdvlinder
- Blauw weeskind
Er zijn nog veel meer nachtvlindersoorten die trekgedrag vertonen. Meestal zijn ze zeldzaam en worden ze maar af en toe in Nederland waargenomen.
Help de trekvlinders een handje
Trekvlinders hebben veel nectar nodig, want ze gebruiken veel energie. Zorg daarom dat er altijd iets bloeit in je tuin! Met name in de zomer en het najaar hebben trekvlinders veel voedsel nodig.
Bronnen:
- ButterflyWorldFL/YouTube
- Nature Today
- Vlinderstichting
- Lees ook:
.
©AnimalsToday.nl Marianne Miltenburg