Miljoenen mensen wereldwijd bezoeken jaarlijks een of meer dierentuinen. Ook in Nederland is een dagje naar de dierentuin voor velen een favoriet uitje. Toch komen dierentuinen de laatste jaren steeds meer in opspraak. Is dat terecht? Vooral fascinerend is dat de meningen over het houden van dieren in deze vorm van gevangenschap zo enorm verschillen, zelfs, en misschien juist vooral, onder mensen die van dieren houden. Waarom is dit zo’n complex onderwerp en wat speelt zich daadwerkelijk af in dierentuinen? Eindredacteur Angelique Lagarde besloot een onderzoek hiernaar te doen. Ze raadpleegde vele bronnen, interviewde voor- en tegenstanders en schreef hierover een vierluik dat de komende twee weken verschijnt. Dit is deel 1, waarin onder meer Diergaarde Blijdorp curator Harald Schmidt aan het woord komt, docent Animal Studies Maarten Reesink en Jane Goodall, via het Nederlandse Jane Goodall Instituut.
Sluiten
Steeds vaker klinken geluiden dat dierentuinen niet meer van deze tijd zijn en gesloten moeten worden: de BBC maakte hierover een documentaire in 2016, evenals Zembla. Dierentuinen zouden volgens sommigen puur bestaan om winst te maken over de ruggen van de dieren die er leven, ter vermaak van de mens. Ook zijn er groeperingen die vinden dat mensen niet het recht hebben om dieren op te sluiten.
Gemeenschappelijk doel
Toch hebben veel voor- en tegenstanders van dierentuinen een belangrijk standpunt gemeen. Ze willen graag wilde dieren behoeden voor uitsterven en zorgen dat ze zo veel mogelijk in vrijheid kunnen leven in hun natuurlijke omgeving, zonder bedreiging van de mens. Op welke manier dit bereikt kan worden, daar verschillen de tegenpolen enorm over van mening. Niet alleen emotie speelt daarbij een grote rol. Ook de invalshoeken van deskundigen als ecologen, biologen en wetenschappers zijn verschillend.
David Hancocks, dierentuindeskundige en schrijver vat de tegenstrijdigheid goed samen:
“We lijden aan een eigenaardige aandoening. Aan de ene kant willen we de natuur bijna aanbidden, aan de andere kan willen we haar domineren en overheersen.”
Het negatieve imago van moderne dierentuinen is niet altijd terecht, vindt drs. Maarten Reesink, die college geeft over Animal Studies aan de Universiteit van Amsterdam.
“Dierentuinen worden soms als gevangenissen beschouwd, maar zo simpel is het niet. Dierenwelzijn is er heel belangrijk. Beperking van vrijheid hoeft niet altijd negatief te zijn voor het welzijn: het is heel antropomorf* om hiervan uit te gaan. Daarnaast betekent een natuurlijk leven niet per definitie een beter welzijn. Er wordt veel meer aan dierenwelzijn in dierentuinen gedaan dan we beseffen.”
(*Antropomorfisme: toeschrijven van menselijke gevoelens en motivaties aan dieren, red.)
Beroerde levensomstandigheden
Kooien en ellende
Het staat buiten kijf dat veel dieren enorm hebben te lijden hebben van de fascinatie van mensen. Er bestaan heel veel erbarmelijke dierentuinen waar tralies, beton, troosteloosheid en in sommige gevallen zelfs honger, ziektes en/of oorlogsgeweld overheersen, zoals in Jemen, Mosul, Caracas, Surabaya. Op Animals Today zijn hier geregeld artikelen over te lezen. Ook dichter bij huis in Europa is veel ellende te vinden, in instellingen die beweren met hun dieren in miserabele kooien bij te dragen aan bescherming van diersoorten en natuur.
Organisatie Born Free besteedt veel aandacht aan het lot van dieren in dergelijke dierengevangenissen, die bij lange na niet voldoen aan de standaard die de EU voorstaat voor het houden van wilde dieren in gevangenschap. Onlangs publiceerde de organisatie een compilatie van hartverscheurende foto’s, als onderdeel van het project The EU Zoo Inquiry. Volgens de EU Zoos Directive moeten lidstaten ervoor zorgen dat dierentuinen bepaalde natuurbeschermingsmaatregelen in acht nemen en geschikte accommodatie bieden aan hun bewoners. Daarnaast is bepaald dat de focus in hoofdzaak moet liggen op maatregelen voor het beschermen van de biodiversiteit in het wild. Uit het jarenlange onderzoek van Born Free blijkt dat hierin nog heel veel te verbeteren valt.
Ook in West-Europa bestaan dierentuinen die absoluut bedroevend zijn. South Lakes Safari Zoo in Engeland bijvoorbeeld kwam pas zeer negatief in het nieuws doordat in vier jaar tijd bijna 500 dieren zijn gestorven. Daarnaast is er een verzorger door een tijger gedood. Inspecteurs van Captive Animals’ Protection Society (CAPS) bezochten het terrein meerdere keren en maakten foto’s van dieren die in slechte gezondheid verkeerden, waaronder een uitgemergelde kangaroe en een mangoest met een huidkwaal. Pinguïns hadden praktisch geen water in hun inadequate bassin, zelfs niet bij warme temperaturen. Begin maart werd de vergunning van de eigenaar van de dierentuin voorlopig niet verlengd. Wel kreeg de dierentuin nog een kans om aan te tonen dat de leefsituatie en verzorging van de dieren verbeterd is. Inmiddels is de dierentuin van naam veranderd. Cumbria Zoo mag open blijven onder een nieuwe vergunning.
Council grants licence for South Lakes Safari Zoo to remain open https://t.co/9BgxW2ppv7 via @captiveanimals pic.twitter.com/dIeu8xErPW
— Michel Collin (@MichelCollin) 10 mei 2017
Langs de weg als trekpleister
Langs de weg of bij restaurants in Amerika en Oost-Europa worden wilde dieren gehouden in mini-dierentuintjes, waar het leven een regelrechte kwelling is. Stichting VIER VOETERS redt regelmatig wilde dieren die onder gruwelijke omstandigheden worden gebruikt als toeristische attractie. In Albanië worden beren uit het wild geroofd en aan de ketting gelegd of in een kooi gestopt, zodat toeristen zich aan de arme dieren kunnen vergapen. De organisatie heeft inmiddels meerdere van deze beren overgebracht naar het berenbos in Pristina, Kosovo. Wil je VIER VOETERS helpen meer van deze beren te redden, zoals Pashuk in onderstaande video, teken dan de petitie waarmee de organisatie steunbetuigingen verzamelt: Help de zieligste beren.
‘Against Zoos’
Een veel gelezen document dat aansluit op bevindingen van Born Free over bedroevende dierentuinen is ‘Against Zoos’ van Dale Jamieson, een hoofdstuk van het boek ‘In Defense of Animals’ uit 1985. Weliswaar is deze tekst ruim 30 jaar geleden geschreven en dan ook gebaseerd op deels verouderde informatie, het document wordt nog steeds beschouwd als een krachtig argument tegen dierentuinen. Jamieson weegt de voor- en nadelen van dierentuinen af en komt tot de conclusie dat de voordelen die dierentuinen beweren te hebben, het afleggen tegen het moreel van het gevangen houden van dieren. Hij is van mening dat dierentuinen ons verkeerde dingen leren, terwijl we juist moeten leren om met andere diersoorten te leven. Dat dieren die in gevangenschap geboren worden niet verlangen naar een leven in het wild is volgens hem onzin, omdat ze altijd hun natuurlijke gedrag willen vertonen. Ook schrijft hij dat dieren die in gevangenschap worden gefokt zullen evolueren tot andere dieren dan hun voorgangers die in het wild geboren zijn. Zelfs als nakomelingen op termijn worden vrijgelaten in het wild, zullen het andere dieren zijn. Jamieson wijst daarnaast op het probleem dat gecreëerd wordt met surplusdieren, wat nog steeds een onderwerp is van veel discussie en ook in dit vierluik aan bod komt. Zijn conclusie is dat zowel mensen als dieren beter af zijn als dierentuinen worden afgeschaft.
Moderne dierentuinen
Welzijn van het dier
Je kunt ‘dierentuinen’ echter niet over een kam scheren. Er zijn wel degelijk dierentuinen die mee veranderen met de tijd. Wat ooit begon als een ménagerie voor de rijken, waarbij bezoekers zich vergaapten aan exotische dieren in afschuwelijke kooien, en berenkuilen van beton, is uitgegroeid tot veelal moderne zoölogische tuinen. Zeker in de laatste paar decennia is in moderne dierentuinen veel veranderd. Het welzijn van het dier en het soorteigen gedrag kunnen vertonen, telde vijftig jaar geleden amper mee. Inmiddels is dit anders. Dieren krijgen steeds ruimere verblijven, waarbij meer en meer tralies verdwijnen. Deze dierentuinen bootsen een natuurlijke omgeving zo goed mogelijk na, waarin dieren zich ook kunnen terugtrekken als ze geen zin hebben in starende bezoekers. Curator van Diergaarde Blijdorp, Harald Schmidt:
“We krijgen wel eens klachten van bezoekers. Vooral de wat oudere generatie vindt het niet altijd leuk dat dieren soms wat minder goed te zien zijn. We leggen dan uit waarom dat is.”
Er is steeds meer aandacht voor ‘verrijking’ om te voorkomen dat dieren zich vervelen. Zo krijgen ze hun voedsel, waar ze in het wild veel meer moeite voor moeten doen en wat een groot deel van hun dagbesteding is, op creatievere manier aangereikt, zodat ze er een tijdje mee bezig zijn. Apen hebben klimtoestellen en torens om zich mee te vermaken. Er is interactie binnen sociale groepen. Ook het krijgen van jongen is een verrijking, maar dit kan een groot nadeel hebben. Hierover lees je meer in de paragraaf over ‘surplusdieren’, in deel vier.
Nieuwe inzichten
Bij moderne dierentuinen is er sprake van voortschrijdend inzicht. Om dieren meer ruimte te geven besluiten sommige om minder of andere diersoorten te houden. Maarten Reesink:
“Bij Artis is bijvoorbeeld het beleid om in toenemende mate kleinere dieren te houden. Daarnaast is de roofdierengalerij afgebroken, omdat deze niet meer voldeed aan de eisen.”
Dit heeft ook te maken met de veranderende houding ten opzichte van dierentuinen, bezoekers hebben meer oog voor het welzijn van de dieren. Maarten Reesink:
“De publieke opinie beweegt langzaam mee. De druk wordt groter en er komen steeds meer inzichten in het functioneren en verbeteren van dierentuinen. De dierentuin houdt enquêtes en merkt ook door klachten dat bezoekers kritischer worden. Dierentuinen hebben de plicht om voor de dieren waar ze verantwoordelijk voor zijn een maximum aan welzijn te creëren. Sommige zijn hierin echt goed bezig.”
Stoppen met houden van diersoorten
Het ene dier gedijt beter in een dierentuin dan het andere. Een van de diersoorten die in dierentuinen moeilijk op een goede manier te houden is, is de olifant. Olifanten hebben vaak te kampen met chronische voetproblemen, artritis, overgewicht, calciumtekort, stress en ontwikkelen stereotiep gedrag. In het wild lopen olifanten tientallen kilometers per dag, maar in dierentuinen is de oppervlakte vaak klein en hebben ze lang niet altijd de juiste ondergrond. Bij slecht weer moeten ze vaker binnen blijven (op beton).
De Detroit Zoo besloot daarom geen olifanten meer te houden en bracht de twee oudere Aziatische olifanten Wanda en Winky in 2004 naar olifantenopvang Performing Animal Welfare Society (PAWS) in Californië. Hierdoor verloor de dierentuin het lidmaatschap van de Association of Zoos and Aquaria (AZA), die het niet eens was met deze beslissing. Directeur van de Detroit Zoo, Ron Kagan:
“Mensen verwachten in een dierentuin leeuwen, tijgers en olifanten te zien. Maar ze verwachten ook van ons dat we de dieren een goed leven geven. Nu begrijpen we dat er veel meer nodig is om aan de mentale en lichamelijke behoeften van olifanten in gevangenschap te voldoen, zeker in een koud klimaat.”
Volgens Wayne Pacelle van de Humane Society of the United States was de Detroit Zoo de eerste die een dergelijke beslissing geheel uit eigen beweging maakte.
Harald Schmidt vertelt over de olifanten uit de Detroit Zoo en de olifanten in Blijdorp:
“Ze hadden twee zielige oude olifanten in een triest verblijf en lange koude winters. Dus dat besluit is te begrijpen. Hadden ze een fokgroep gehad, zoals we in Blijdorp hebben, dan hadden ze waarschijnlijk een andere keuze gemaakt. Ik ben een voorstander van olifantenopvangcentra. Maar aan de andere kant ben ik ervan overtuigd dat er straks in Zuidoost-Azië praktisch geen olifanten meer in het wild zullen zijn. Als je het goed doet en je houdt met name gezonde familiegroepen vind ik het te verantwoorden om olifanten in gevangenschap te houden. Sociale interactie wordt in opvangcentra steeds armer en de dieren sterven uit. Opvangcentra die in Europa worden opgezet zijn een goed idee, maar er moet ook een levensvatbare populatie overblijven die als dat nodig is weer uitgezet kan worden.”
Voor Diergaarde Blijdorp is het aanpassen van het olifantenverblijf een van de dringendste uitdagingen. Het verblijf kan beter, vindt de dierentuin ook zelf. Men is aan het nadenken hoe dit het beste op te lossen. Als mooi voorbeeld noemt Schmidt de dierentuin in Keulen, waar 20% dierentuinoppervlakte olifantenverblijf is geworden. Blijdorp wil ook iets doen, het staat hoog op de agenda.
“Ons binnenverblijf heeft een betonnen bodem. Bij de bouw was dat nog het summum. Nu is bekend dat zandbodems beter zijn. We moeten aan de slag, maar dat kost weer miljoenen, en we hebben meer verblijven die verbouwd moeten worden. Binnen de beperkingen is het wel kiezen, wat kan eerst. Dierentuinen worden gezien als commerciële instellingen, maar we hebben geld nodig om dingen beter te kunnen maken. De dierentuin is een stichting zonder winstoogmerk.”
Een soortgelijk besluit als dat van de Detroit Zoo om dieren te laten verhuizen maakte het Nationaal Aquarium van Baltimore vorig jaar bekend: het aquarium stopt met dolfijnenshows en is van plan een zeereservaat te laten bouwen voor de acht dolfijnen die de instelling momenteel heeft.
Verbetering en verrijking
Volgens dr. Jane Goodall hebben moderne dierentuinen belangrijke veranderingen doorgevoerd sinds ze voor het eerst in aanraking kwam met dierentuindieren in 1959. Ze is van mening dat het dierenwelzijn fors is verbeterd.
“Ouderwetse verzorgers zijn bijvoorbeeld vervangen door personeel dat de behoeften van de chimpansee (en andere dieren) begrijpt en geeft om hun welzijn. Daarom is het ook eenvoudiger geworden om het type mentale stimulatie te verschaffen dat dieren met grote hersenen nodig hebben. En, de verblijven zijn enorm verbeterd. Dit is gedeeltelijk omdat we veel meer weten over de behoeften van verschillende diersoorten dankzij de informatie die voortkomt uit onderzoek naar dieren in het wild. Hiervan is al veel vertoond via documentaires op televisie. Het is daarom vaak zo dat het besturen van dierentuinen dankzij openbare druk worden gemotiveerd tot het inzamelen van kapitaal om nog betere, nog geschiktere verblijven te bouwen.”
Het Jane Goodall Instituut zet zich niet alleen in om wilde chimpansees te bestuderen en te beschermen, ook is een programma opgezet om de levens van chimpansees in dierentuinen verder te verbeteren. ChimpanZoo besteedt veel aandacht aan verrijkingsactiviteiten en betrekt verzorgers en beheerders hierbij. Ook wordt jaarlijks een conferentie georganiseerd om informatie uit te wisselen en problemen te bespreken.
In een interview met EenVandaag in december 2016 vertelt Jane Goodall:
“Helaas worden kinderen grootgebracht in een wereld die steeds minder echt is. Het is heel belangrijk dat kinderen van jongs af aan in de natuur leren zijn. In mijn levensjaren, en dat zijn er heel wat, heb ik dierentuinen beter zien worden. Je kunt veel doen om dierenlevens te verbeteren, zelfs als ze geen groot verblijf hebben.”
Positieve trainingsmethoden
Om wilde dieren te verzorgen, is het soms nodig ze in beperkte mate te trainen. Om hun hoeven te kunnen bijwerken bijvoorbeeld, of een injectie te kunnen geven. Stress voorkomen is hierbij belangrijk. Tegenwoordig werkt men met positieve beloningen (niet meer met straf bij verkeerd gedrag) en zo veel mogelijk ‘hands-off’. Moet een dier worden vervoerd, dan traint men het tot het zelf het vervoerskrat in loopt en dit niet eng vindt.
Respectvoller gedrag
Een dierentuin trekt allerlei soorten bezoekers. Van volwassenen en kinderen die oprecht geïnteresseerd zijn in de dieren die ze zien tot asociale, luidruchtige types die op vervelende manieren proberen om de aandacht van dieren te trekken.
Sir David Attenborough pleitte er eind vorig jaar voor om dierentuindieren met meer respect te behandelen en bijvoorbeeld naar gorilla’s te kijken door kijkgaten, in plaats van door grote glazen panelen. Hij sprak hierover in reactie op de kortstondige uitbraak van een gorilla in de dierentuin van Londen.
“Ze vinden hun privacy belangrijk. En om achter een glazen paneel te zitten waardoor iedereen naar ze kan kijken voor een uur of 10 per dag…. Als mensen nog respectvol zouden zijn, was het nog niet zo’n probleem. Maar soms zijn bezoekers absoluut respectloos en beginnen te schreeuwen of zwaaien met hun armen om de arme gorilla een reactie te ontlokken. Dierentuinen hebben hun voordelen, maar ze moeten meer rekening houden met de gevoeligheid van de dieren. Een gorilla is geen vis. Een gorilla is meer verwant aan ons, heeft gevoelens en kan snel gestrest raken. En daar moeten we op letten. Misschien is de oplossing dat mensen niet door grote glasplaten kijken, naar de gorilla’s, maar door kijkgaten. Zo heeft een gorilla niet door dat hij geobserveerd wordt. Maar dat is moeilijk te realiseren in een dierentuin met veel bezoekers.”
In de volgende drie delen komen nog veel meer onderwerpen aan bod. Aanstaande maandag lees je in deel twee onder andere over soort- en natuurbehoud, zoals het Europese fokprogramma EEP en het uitzetten in het wild van in de dierentuin gefokte dieren. Hoe succesvol is dit, of juist niet? Ook blijken exotische dieren die in beslag worden genomen, nogal eens een nieuw thuis te vinden in de dierentuin. De opvang van dieren is weliswaar een klein, maar interessant aspect.
We zijn benieuwd naar jouw mening over en ervaring met dierentuinen en lezen je bericht graag via een reactie onder dit artikel, Facebook of Twitter.
Bronnen ©Animals Today Angelique Lagarde
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
4 Comments
Comments are closed.
Goed artikel, zeker ook belangrijk dat tuinen keuzes maken , maar moet me wel van het hart dat de zinsnede
“Ouderwetse verzorgers zijn bijvoorbeeld vervangen door personeel dat de behoeften van de chimpansee (en andere dieren) begrijpt en geeft om hun welzijn.” Impliceert dat oudere “ouderwetse verzorgers niet hun dieren begrepen of gaven om hun welzijn! Dat maakt me ronduit boos, 48 jaar geprobeerd om zoveel mogelijk oput of the box te denken en handelen . En als er iets belangrijk was , was het wel het welzijn van “mijn dieren”! Jammer zo’n stigma plakken in het artikel!
Beste Rob,
Bedankt voor je bericht. De tekst waarnaar je verwijst is een citaat van Jane Goodall. Hieruit maken we niet op dat ze impliceert dat oudere verzorgers niet om het welzijn van hun dieren gaven. Wel dat ook het vak van dierenverzorger in een dierentuin evolueert, en men steeds meer leert welke behoeften dieren hebben en hoe een dierentuin hier beter aan kan voldoen. Als je al zo lang dierenverzorger bent (geweest) heb je vast voorbeelden hoe het zorgen voor dieren en de kennis in de loop der jaren zijn veranderd.
Hartelijke groet,
Angelique Lagarde / Redactie Animals Today
Helaas begin dit jaar ook met een familie uitje naar de nieuwe dierentuin in Emmen geweest.
De oudsten onder ons vonden dat er veel te weinig dieren te zien waren, ik vond het juist heel goed.
Het ergste wat ik zag waren de 2 ijsberen, waarvan 1 lag te slapen (geen probleem), maar de andere liet behoorlijk neurotisch gedrag zien, net als vroeger in de kleine kooien deed deze beer ook, steeds maar heen en weer lopen, het niet kunnen vinden, zag er zeer triest uit.
De binnen kassen waren best wel mooi, maar buiten was niet echt geweldig, vooral de constante ritjes in een vrachtwagen over de steppe zogenaamd, steeds tussen de dieren door rijden, ronduit belachelijk.Dierentuin een grote kinder boerderij met vaak als lokkertjes veel jonge dieren, waar ze later mee in hun maag komen te zitten, zie de bavianen, het fokt er op los, maar waar laat je al die bavianen.
Nee dierentuinen mogen wat mij betreft weg.
Mooi artikel