In de Belgische krant De Standaard van 2 februari werd een artikel gewijd aan de vraag hoe samen te leven met grote in het wild levende dieren als de wolf, bevers en wilde zwijnen. Ik ben helemaal voor co-existentie maar we moeten daarbij ook praktisch blijven denken.
Van de wolf werd de tweespalt beschreven van schapenhouder Jacky Heussen met verliezen aan de ene kant en de natuurbeschermer Jan Loos van vzw Landschap aan de andere kant. De schapenhouder heeft schapen verloren door toedoen van een wolf, ondanks dat zijn wei omheind is. Jan Loos toonde weliswaar begrip voor de veehouder, maar kon niet meer doen dan bij de veehouder aan tafel uitleggen over de wolf.
De bever en het everzwijn zijn ook problematisch. De bever heeft met zijn dam ervoor gezorgd dat het veld van Hugo Willems uit Loonbeek onder water staat. Op zijn vraag of hij de dam mocht verwijderen, kreeg hij een folder van de autoriteiten met uitleg over het leven van de bever.
De filosoof Glenn Deliège stelt hierover dat meer tolerantie voor in het wild levende dieren nodig is geworden. Dat zou volgens hem mogelijk moeten zijn nu we in tegensteling tot tweehonderd jaar geleden meer marge hebben om overlast te aanvaarden. Vroeger brachten everzwijnen de gehele oogst en wolven het vee in gevaar, waardoor ze bestreden werden en geheel of vrijwel geheel verdwenen. De strijd veranderde in meer liefde en aandacht voor de natuur.
Maar die grote in het wild levende dieren duiken nu weer op en de verstedelijkte mens gaat volgens Deliège ook ermee te maken krijgen. Afbakenen van natuurgebieden is volgens hem ijdele hoop: everzwijnen en wolven zullen de stad intrekken. Hij hoopt echter dat we de dieren niet gaan afschieten.
Dit artikel over het samenleven met everzwijnen, bevers en wolven was een beschrijving van een dilemma, niet meer dan dat. Ik had dat graag anders gezien. De boodschap van Jan Loos en de filosoof Deliège was dat Vlaanderen zich zou moeten aanpassen. Toleranter zijn.
Prima, maar hoe? Afbakenen van gebieden of weilanden is niet altijd mogelijk en ze komen hoe dan ook de stad in. Daarmee was de toon van het artikel nogal fatalistisch. Er lijkt geen visie te zijn op basis van het feit dat het gedrag van een dier gebaseerd is op leerervaringen. En die kunnen ook bewust beïnvloed worden. Er zijn geen hekken nodig als we een wolf afleren te kiezen voor een schaap om achteraan te rennen, te bijten of op te eten.
Sensordetectie van een wolf kan direct zoeklichten, mensengeluiden en andere vormen van afweer activeren. Dan raakt die wolf veel minder gemotiveerd om een schaap te naderen. Er is ook een schapenkraag in ontwikkeling die een wolf een pijnlijke elektrische schok geeft als hij in de hals van een schaap bijt. En schapenvlees kun je met een misselijkmakende stof bewerken, zodat de wolf zijn keuze zal bijstellen.
Ook zijn er goede voorbeelden van gemeentes, zoals Haïfa in Israël, die een dienst hebben om roofdieren of wilde zwijnen uit de bebouwde kom te verjagen, zonder ze te doden. Ook dat helpt mee, want die voor het dier negatieve ervaring van verjaging – en de daarmee gepaarde gaande kleinere kans op voedsel nabij mensen – maakt het risico op nieuwe confrontaties kleiner.
Ik ben helemaal voor co-existentie en een wijziging in grondhouding over dieren, maar praktische, effectieve oplossingen horen daarbij. Niemand wil fatalistisch in onzekerheid en onmacht blijven tegenover in het wild levende dieren.
Diederik van Liere – Institute for Coexistence with Wildlife
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Het zou misschien te accepteren zijn als de wolf op natuurlijke wijze gearriveerd zou zijn. Wolf Nada heeft zich opgehangen aan de halsband die door de dierenvrienden is aangebracht. Er loopt nu een andere. Deze is geheel anders van kleur. Ook wil men geen openheid geven hoe de wolf er is gekomen. Uit de gegevens blijkt waarschijnlijk dat de wolf met een auto naar Belgie is gebracht. De boer de schade door mensen die door drammen.