Diederik van Liere van het Institute for Coexistence with Wildlife duidt in zijn opiniestuk ‘Door de trechter of niet’ een reactie op het nieuws dat dieren fysiek veranderen door het snel opwarmende klimaat.
Het klimaat warmt op en dieren passen zich aan om beter warmte kwijt te raken. Zoogdieren ontwikkelen grotere oren, langere staarten of grotere vleugels (vleermuizen) en vogels langere snavels. In de Volkskrant van 7 september noemt professor Van Gils een indirect effect van warmte: insecten in Siberië komen eerder vrij dan normaal. Dat zou normaal samenvallen met het uitkomen van de eieren van de kanoetstrandloper. Nu mist het kuiken een berg voedsel en dat beperkt de groei. De strandloper blijft kleiner dan normaal.
Kanoetjes met een te kleine snavel hebben moeite om voedsel te vinden. Dat nekt ze tijdens het trekseizoen. Dan tanken ze voedsel bij in stations als de Waddenzee. Schelpdieren in de bodem vooral, maar de kanoetjes met een te kleine snavel komen er niet bij. Die leggen het loodje. Wat overblijft zijn kanoetjes met een relatief grote snavel.
Die schifting ziet van Gils als een waarschuwing. Maar voor wat? Als het normaal is, dat de leefomstandigheden het individu in vorm, gedrag, genetica en ervaring kneden, wat is dan het probleem? Als het in de geschiedenis van het leven op aarde vijf keer eerder voorgekomen is dat soorten massaal uitsterven en de biodiversiteit door een smalle trechter gedrukt wordt, wat is dan het probleem? Als 252 miljoen jaar geleden het enorm rijke leven uit het Perm (een geologisch tijdperk) door vulkaanuitbarstingen met massale uitstoot van broeikasgassen een dreun is verkocht, of een meteoriet die 66 miljoen jaar geleden tot de val van de dinosauriërs heeft geleid, wat is dan het probleem?
De waarschuwing is vooral dat we nu opnieuw door een trechter gedrukt worden. En wat eruit overblijft is onzeker. Dat proces is niet uniek. Uniek is wel dat het nooit eerder is gebeurd dat een organisme op aarde zoiets teweeg brengt. Dat organisme is de mens. Het unieke is ook dat de mens in staat is om die trechter van te voren op te lossen. Ik vind dat we de morele verantwoordelijkheid dragen om dat te doen. Het begint bij jezelf en bij onze bestuurlijke vertegenwoordigers om te voorkomen dat het leven door ons nog verder gekneed wordt en in een trechter met onvoorspelbare uitkomst terecht komt.
Diederik van Liere – Institute for Coexistence with Wildlife