Laatst had mijn dierbare huisgenoot Teun een confrontatie met een rode kater die in de buurt rondloopt. Teun is een flinke kater maar bepaald geen held, hij vindt alles eng en is snel van slag. Dat heeft te maken met zijn verleden voor hij bij mij in huis kwam. En dat zal ook nooit meer veranderen. Hij had zich door die rooie behoorlijk op zijn kop laten zitten. Hij had een lelijke kras op zijn neus. Dan vind ik hem zo zielig, ik zou hem dan het liefst flink willen knuffelen, maar daar houdt hij niet van.
Cyperse katten als Teun worden ook gebruikt als proefdier. Dat zijn er niet veel, 509 per jaar. Maar natuurlijk toch 509 te veel. Eind 19e eeuw ging de wetenschap dierproeven meer systematisch inzetten als methode. Toen werden er waarschijnlijk veel meer katten gebruikt. Katten en honden vond men toen geschikter omdat ze al tam waren. Daar deed men toen nog niet moeilijk over. De ideeën over wat “geschikte” proefdieren zijn, zijn veranderd in de loop der tijd. Anno 2015 zijn vooral muizen de klos.
De wetenschap heeft zich enorm ontwikkeld. De instrumenten die begin vorige eeuw het summum van innovatie waren staan nu als curiosum in het wetenschapsmuseum. Wanneer gaan we de dierproef daaraan toevoegen?
©PiepVandaag.nl Marja Zuidgeest, Directeur Proefdiervrij
Strijd mee tegen dierenleed!
Marja Zuidgeest
Related posts
2 Comments
Comments are closed.
Het hoeft geen betoog dat ik het volledig eens ben met de zéér terechte reactie van Barend !
Met vragen als “Wanneer” enz. komen we niet verder. Daarover kan men slechts de schouders ophalen. Of zoiets antwoorden als : “Als de tijd rijp is.” Dus nooit.
Wat er dient te gebeuren is de overheid voor het blok zetten. Er dient een concreet plan tot uitfasering (afbouw) van dierproeven voorgesteld te worden. Vergezeld van financiële onderbouwing.
De argumentatie is dat dergelijke proeven in geen enkel opzicht te rechtvaardigen zijn. In beschaafde naties zijn er grenzen aan de manier waarop aan waarheidsvinding gedaan wordt.
In de tweede plaats dient gewezen te worden op de onrendabiliteit van dierproeven, in het algemeen. Er wordt nauwelijks of geen progressie geboekt, m.n. niet op het gebied van de inwendige geneeskunde. Een van de recente grote mislukkingen is het Alzheimeronderzoek, met ratten en muizen. Fraai aangetoond in het boek van Koos Neuvel, ‘Alzheimer. Biografie van een ziekte.’ (2014)
Van Proefdiervrij had een dergelijk initiatief allang verwacht mogen worden. Dat is immers geen actiegroep, zoals bijv. ADC en EDEV, die op een heel andere wijze te werk gaan. Ook nuttig maar niet genoeg. (Over de Dierenbescherming hoeven we het niet te hebben, die telt niet mee.)