Natuurbeschermingsprojecten die zijn opgezet voor het behoud van bedreigde diersoorten en ecosystemen worden momenteel geconfronteerd met een crisis als gevolg van de COVID-19 pandemie. Organisaties die voor de voortzetting van hun beschermingswerk afhankelijk zijn van ecotoerisme, kunnen hun projecten niet meer financieren. Als het toerisme niet snel aantrekt zal dit soort organisaties gedwongen worden hun werk te stoppen.
De uitbraak van het coronavirus heeft grote invloed op ons dagelijks leven, maar veel mensen zagen de afgelopen tijd ook hun vakantieplannen in rook op gaan. Waar de doorsnee vakantieganger echter vooral denkt aan het verlies van geld en de zo gehoopte ontspanning, beginnen natuurbeschermers zich steeds meer zorgen te maken over het voortzetten van hun projecten. Ecotoerisme speelt namelijk een belangrijke rol bij de bescherming van veel bedreigde diersoorten en ecosystemen. Natuurbeschermers zien de met moeite bereikte effecten van hun werk nu gevaar lopen.
Levensonderhoud gaat voor natuurbescherming
Met het instellen van de reisrestricties tegen de verspreiding van het coronavirus kwamen abrupt miljoenen aan inkomsten uit het toerisme te vervallen. De gevolgen hiervan worden gevoeld in natuurgebieden van Kenia tot aan Colombia, waar tienduizenden banen in het ecotoerisme op de tocht staan en de bescherming van reservaten ineens niet meer kan worden gegarandeerd.
Vooral op plaatsen waar gemeenschappen voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van ecotoerisme, vreest men voor een heropleving van stroperij, illegale visserij en ontbossing. Om in hun levensonderhoud te kunnen blijven voorzien, vallen mensen makkelijk terug op hun oude gewoonten. Zo werden in Cambodja, toen het lokale toerisme daar begin april instortte, drie ernstig bedreigde reuzenibissen gedood voor voedsel. Ook ontstaat er een onhoudbare druk op natuurlijke bronnen, wanneer mensen zich bijvoorbeeld grond toe-eigenen voor landbouw of veeteelt.
Een immens gevaar van het eten van bushmeat is de kans op verspreiding van nieuwe zoönosen, zoals het coronavirus of nog erger.
Mike Barrett, uitvoerend directeur Bescherming en Wetenschap van het Britse Wereldnatuurfonds ziet nu al effecten van de crisis in de gebieden waar het WNF actief is:
“Het is momenteel veel moeilijker om te monitoren waar illegaal landjepik wordt gespeeld en waar wordt gestroopt.”
Barret en andere natuurbeschermers vrezen dat de illegale jacht explosief zal toenemen wanneer organisaties noodgedwongen rangers en surveillanceprogramma’s moeten laten schieten.
Conflict laait mogelijk weer op
Ook Dickson Kaelo, directeur van de Kenya Wildlife Conservancies Association, heeft dit vermoeden. Hij vraagt zich af hoe rangers nog effectief de reservaten kunnen beschermen wanneer ze geen salaris verdienen. Het eten van bushmeat is voor de gemeenschappen in zijn werkgebied een makkelijke en goedkope manier om aan vlees te komen. En omdat Kenia onlangs al te kampen kreeg met veel tegenslagen in de vorm van een sprinkhanenplaag en een virusuitbraak onder het vee, verwacht hij dat de door de gemeenschap geleide natuurbescherming uiteindelijk onbedoeld slachtoffer zal worden van de lockdown. Kaelo:
“Leden van deze gemeenschappen kunnen het vertrouwen in natuurbeschermingsprojecten verliezen als er geen geld over de brug komt. Bovendien zullen omwonenden die normaal gesproken souvenirs verkopen aan toeristen nu terugvallen op andere bronnen van inkomsten, zoals de landbouw.”
Dat laatste is olie op het vuur voor de eindeloze conflicten die ontstaan tussen mens en dier, wanneer dieren het nieuw verworven landbouwgebied betreden.
Conflicten over land zijn ook de grootste zorg van de manager van het jaguar programma van de Colombiaanse natuurbeschermingsorganisatie Panthera. Financiering voor Pathera’s projecten loopt door de pandemie vertraging op en haar rangers zitten gedwongen thuis. Dr. Esteban Payán is bezorgd over het illegaal innemen van land en bewust aangestoken branden:
“Mijn grootste angst is dat we, als we na de pandemie weer buiten komen, vele hectaren aan nieuw afgebakende landbouwgrond zullen aantreffen op plekken waar dat eerst nog niet was.”
De ontbossing is momenteel bijna onstuitbaar in Colombia en de Amazone. Payán waarschuwt voor het verdwijnen van iconische diersoorten:
“Dat vernietigt de habitat en met de habitat verdwijnen de jaguars. Je ziet dan wel geen doodgeschoten dier liggen, maar je weet dat ze ergens rondzwerven zonder leefgebied, levend zijn verbrand of geen prooi meer kunnen vinden. Die gedachte is voor mij nog veel erger.”
Noodhulp om COVID-19 te overleven
Het zijn stuk voor stuk schrijnende verhalen, van mensen die met passie werken aan het redden van een stukje van onze wereld. Mensen die denken aan de belangen van de natuur en in samenhang daarmee ook de lokale bevolking zo veel mogelijk willen helpen. Maar het ecotoerisme ligt plat door COVID-19 en de doemscenario’s ontvouwen zich. Zonder internationale noodhulp gaan niet alleen deze lokale economieën en ecosystemen ten onder, maar zullen ook heel veel diersoorten razendsnel van de aardbodem verdwijnen.
.
- Lees ook:
Gebrek aan toerisme verhoogt stroperij zwarte neushoorns in Botswana
.
Bron:
©AnimalsToday.nl Merel Roks
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?