Documenten zijn aan het licht gekomen die laten zien dat het Ministerie van Landbouw, Water en Milieu van Australië gestopt is met het evalueren van ‘Key Threat Processes’, oftewel KTP’s, processen die van invloed zijn op de Australische inheemse diersoorten. Deze KTP’s zijn belangrijke bedreigende processen en vormen grote dreigingen voor het overleven van de verschillende inheemse diersoorten.
Incompetente wetgeving
Momenteel wordt de EPBC Act (Environment Protection and Biodiversity Act) herzien. Het is een vereiste binnen deze wetgeving dat het eens in de tien jaar gebeurt en er zijn inmiddels verschillende oproepen dat er striktere verantwoordingsregels moeten worden ingebouwd binnen de wetgeving en dan met name de EPBC Act.
Meer verantwoording door de overheid is dan ook hard nodig, want Australië heeft altijd al een gevoelig ecosysteem gehad. Het is niet voor niets dat het land strenge regels hanteert voor de invoer van buitenlandse flora en fauna. Sinds de eerste Europese kolonisten dier- en plantensoorten met zich meenamen naar het afgelegen land en zodoende onwetend de unieke biodiversiteit van Australië verstoorden. Een goed voorbeeld hiervan is het importeren van de waterbuffel in de 19e eeuw, die sindsdien een negatief effect heeft gehad op het land, het water, de inheemse dieren en planten. De EPBC Act had hier eigenlijk de oplossing voor moeten zijn. Ook voor andere bedreigingen zoals de opwarming van de aarde, maar door laksheid van de overheid is hier niet veel van terechtgekomen.
Verschillende rapporten uit 2018, onderzocht door en uitgegeven door The Guardian Australië, brachten de verfoeilijke situatie aan het licht. Zo blijken er verschillende mislukkingen te zijn, waaronder vertragingen in het noteren van bedreigde diersoorten en leefgebieden, financiering voor bedreigde diersoorten die gebruikt wordt voor projecten waar de dieren geen baat bij hebben, kritische leefgebieden die niet beschermd worden en het niet aannemen en/of implementeren van herstelacties voor de diersoorten.
De vraag is nu dan ook hoe het mogelijk is dat de verantwoordelijke overheid voor het welzijn van de natuur in Australië zo slecht om is gegaan met datgene wat ze horen te beschermen en tot op de dag van vandaag dit nog steeds consequent nalaat. Opmerkelijk ook is dat de Australische bosbranden, waarbij tijdens het laatste seizoen door experts geschat wordt dat 1 miljard (!) dieren om het leven kwamen en 20% van alle bossen in Australië in vlammen opging, niet benoemd wordt in de EPBC Act.
Laksheid van het ministerie van Landbouw, Water en Milieu
Op de website van het Australische Ministerie van Landbouw, Water en Milieu staan de KTP’s volgens de EPBC Act uitgelicht. De meest actuele vermelding is van 9 mei 2014, wat een verslag is over een vogelsoort waar er teveel van zijn en die agressief andere vogelsoorten wegjaagt. Op één andere vermelding na uit 2013 is de rest van de verslagen meer dan een decennium oud.
Zodra een bedreiging is vastgelegd beslist de minister van Milieu of er een plan moet worden opgesteld, wat binnen de EPBC Act een ‘bedreigingsverminderingsplan’ wordt genoemd, om de impact van de bedreiging op inheemse soorten te verminderen. Echter, een uit 2019 briefingdocument laat zien dat het Ministerie is gestopt met het aanbevelen van nieuwe KTP’s als potentiële vermelding in de EPBC Act aan het ‘wetenschappelijke comité voor bedreigde soorten’ van de overheid.
Als antwoord op de vragen van The Guardian Australië over deze kwestie zei een woordvoerder voor het Ministerie van Landbouw, Water en Milieu dat in recente jaren de overheid en het wetenschappelijk comité “evaluaties van plant- en diersoorten en ecologische gemeenschappen als een grotere prioriteit inschatte”.
Eén van de verontschuldigingen die de Australische overheid geeft voor hun laksheid is dat hun budget niet groot genoeg is om alle maatregelen correct te onderzoeken en uit te voeren. Dit kan heel goed kloppen, aangezien er jaarlijks ongeveer 1 miljard dollar wordt vrijgegeven om aan ecologische zaken te spenderen voor het hele land. Stel hier tegenover de 2,6 miljard dollar die de overheid aan mijnbouwbedrijven geeft als korting op de brandstofbelasting, waarbij het ecologische budget jaarlijks kleiner wordt en de korting voor de bedrijven jaarlijks groter wordt. Echter, zoals Evan Quartermain, hoofd opleidingen bij Humane Society International, zegt:
“Een tekort aan geldmiddelen is een onacceptabel excuus, vooral gezien het relatief schamele budget dat nodig is om evaluaties uit te voeren.”
Dysfunctionele milieuwetgeving
Een andere reden voor het feit dat dit een onacceptabel excuus is, is dat er verschillende problemen zijn met de regelgeving. KTP’s worden niet gezien als zaken van nationaal milieubelang. Dit betekent dat het niet noodzakelijk is voor de minister van Milieu om deze belangrijke bedreigende processen in achting te nemen wanneer er beslissingen moeten worden genomen over projecten die het milieu kunnen aantasten. Alleen de ‘bedreigingsverminderingsplannen’ zijn legaal bindend. Als één van deze plannen is opgezet, dan kan de minister van Milieu geen beslissingen maken die niet overeenkomen met dat plan.
AUSTRALIAN GOVERNMENT STOPS LISTING MAJOR THREATS TO SPECIES UNDER ENVIRONMENT LAWS
‘Conservationists say it highlights the dysfunctional nature of Australia’s environmental framework, which makes aspects of wildlife protection optional for government.’https://t.co/aRVUFccKPl
— GlobalUnion (@GlobalUnion3) May 8, 2020
Dit wil zeggen dat het milieukader van Australië dysfunctioneel is en dat vele aspecten van het beschermen van de Australische flora en fauna optioneel zijn voor de overheid. Daarbovenop komt ook nog het feit dat het proces om bedreigingen vast te leggen binnen de EPBC Act jaren kan duren en is onderworpen aan ministeriële discretie. In 2016 was er een KTP geaccepteerd door het ministerie van Landbouw, Water en Milieu. De KTP ging over grote aanpassingen in de stroming van rivieren, wat veroorzaakt was door verschillende industrieën en dammen. Deze KTP was van de lijst gehaald door de toenmalige minister van Milieu, Josh Frydenberg.
Een ander ‘goed’ voorbeeld hiervan is de bedreiging van bosbranden in Australië, zoals eerder al is benoemd. Deze bedreiging staat al sinds 2008 op de bedreigingslijst van de EPBC Act op de website van het Australische Ministerie van Agricultuur, Water en Milieu. Na 12 jaar staat deze nog steeds op de beoordelingslijst. De deadline, zoals op de overheidswebsite wordt aangegeven, was Augustus 2013. Er is geen systeem in werking dat de voortgang van plannen binnen de EPBC Act traceert en of deze überhaupt uitgevoerd worden.
Andrew Cox, algemeen directeur van de ‘Invasive Species Council’, zegt hierover:
“Ze hebben de bosbranden nog niet eens als een bedreiging vermeld, laat staan er iets aan gedaan. Het is eigenlijk heel schokkend. Als je een systeem wilt dat is gebaseerd op bewijs, dan is het noodzakelijk dat je de bedreigingen vermeldt en vervolgens hier wat aan doet.”
NGO’s – redders in nood
APEEL, Australian Panel of Experts on Environmental Law, is een NGO bestaande uit experts op het gebied van milieuwetgeving, -onderzoek, -beoefening en -ontwerp. Het paneel ziet de noodzaak in om systematisch ecologische problemen te adresseren, zoals de dalende biodiversiteit, degradatie van productieve landbouwgebieden, de intensificatie van ontwikkelingen in de steden en kustgebieden en de bedreiging van klimaatverandering. APEEL heeft een blauwdruk voor een nieuwe generatie van milieuwetten gelanceerd in combinatie met de creatie van onafhankelijke instanties, welke de macht en autoriteit hebben om deze nieuwe wetten uit te voeren.
Murray Wilcox, een voormalig federale rechter en een van de experts van APEEL, zei dat de blauwdruk een serieuze poging is om een systeem te verbeteren waarin het publiek uit het besluitvormingsproces wordt gehouden en de impact van grootschalige ontwikkelingsvoorstellen constant verkeerd inschatte, met nadelige gevolgen voor het milieu. Verder zegt Wilcox hier nog over:
“We hebben ondervonden dat de standaard van het managen van het milieu slecht is doordat van alles een politieke kwestie wordt gemaakt. Er gebeurt niets tot de situatie hopeloos is.”
Fracking(,) bad business
Het is nu, twaalf jaar nadat de bosbranden werden genomineerd als KTP, dat het wetenschappelijke comité voor bedreigde soorten het onafgemaakte verslag zal afmaken als één van de reacties op het recente bosbranden fiasco eerder dit jaar. De afdeling legde niet uit wat de reden was voor de uiterst bijzondere vertraging.
Eén van de redenen dat de bosbranden in Australië dit jaar zo heftig waren is de verhoging van een proces dat bekend staat als ‘fracking’, waarbij gas uit de aarde wordt onttrokken. Dit zorgde er voor dat de bosbranden zich makkelijker konden verspreiden. Fracking schaadt het milieu op diverse manieren, maar het is een winstgevende business. Meer hierover in deze video.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Roy Geers