Wereldwijd vormt plastic een steeds grotere bedreiging voor al het leven in de zee. Rijkswaterstaat verwacht ook dat het ongeval met containerschip MSC Zoe, dat op 2 januari 291 zeecontainers verloor, grote milieuschade zal aanrichten in de Waddenzee. Zeker naarmate het plastic afval kleiner wordt neemt het gevaar dat zeedieren het consumeren en er ziek van worden toe. In samenwerking met de Waddenacademie in Leeuwarden is Rijkswaterstaat een onderzoek gestart naar de gevolgen van de ramp.
Het Zeehondencentrum in Pieterburen zal onderzoeken of de dood van zeehonden langs de Waddenkust gerelateerd is aan de containerramp. Op verschillende plekken langs de kust zijn kadavers van jonge en volwassen zeehonden aangetroffen. Het is nog niet duidelijk of de zeehonden gestorven zijn na het inslikken van afval afkomstig van de containers. Het Zeehondencentrum verklaart wel dat het aantal dode zeehonden vooralsnog niet hoger is dan in andere winterperioden.
Drukte
De Zeehondenopvang op Terschelling is druk bezig geweest met het verplaatsen van (jonge) aangespoelde zeehonden. Guus Schweigmann van de Zeehondenopvang zegt:
“Het is normaal dat er elke dag zeehondjes aanspoelen en meestal laten we ze zelf hun weg weer terugvinden.”
Door alle mensen die naar de eilanden afgereisd zijn om te helpen het afval op te ruimen is het echter een drukte van jewelste en daar worden volgens Schweigmann de dieren erg bang van, waardoor ze zelf niet meer terug de zee in gaan. De medewerkers van de opvang nemen de dieren daarom mee naar een rustigere plek om ze weer los te laten. Schweigmann is wel bang dat de hoeveelheid plastic op het strand en in het water ook in de zeehonden terecht is gekomen:
“Als hier plastic ligt, zit er ook plastic in zijn buik.”
Zeedieren zien klein plastic voor voedsel aan
Arnout de Vries van Zeehondencentrum Pieterburen betwijfelt of zeehonden in de verleiding komen om het containerafval door te slikken. Grotere stukken afval worden vaak niet voor voedsel aangezien. Een veel groter gevaar vormen de kleinere delen plastic; de microplastics. Deze komen bijvoorbeeld voort uit een deel van de lading van het schip dat bestond uit piepschuim en HDPE-korrels, een grondstof voor de plasticindustrie, of stukken plastic die op langere termijn uiteenvallen. Deze zijn slecht oplosbaar in water en niet afbreekbaar.
Vogels en andere dieren zien deze plastic deeltjes mogelijk voor voedsel aan. Ook in grotere zeedieren als walvissen worden steeds vaker grote hoeveelheden plastic in het spijsverteringssysteem aangetroffen, wat in meerdere gevallen al tot de dood heeft geleid.
Gevolgen voor dieren pas later zichtbaar
Microplastics blijven decennialang in het ecosysteem en worden opgenomen in de weefsels van bijvoorbeeld mosselen en vis, die vervolgens weer in onze voedselketen terechtkomen. De stoffen die verwerkt zijn in plastic zoals weekmakers kunnen op zowel dieren als mensen onder andere een hormoonverstorende werking hebben.
Dieren gaan niet direct dood na het inslikken van microplastics. In hoeverre dieren in de Waddenzee last krijgen van het plastic is nog niet helemaal bekend en is ook niet snel zichtbaar. Daarom richt het onderzoek van Rijkswaterstaat en de Waddenacademie zich op de langere termijn. Uit het onderzoek moeten ook maatregelen komen waarmee men in de toekomst de Waddenzee beter zou kunnen beschermen.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Rianne Kingma
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Dit is een bijzonder kwalijke gebeurtenis die voor heel veel milieuvervuiling en intens leed bij talloze dieren zal zorgen.