Menselijke activiteiten zijn de grootste veroorzaker van abrupte stijgingen van de CO2-uitstoot die kenmerkend zijn voor klimaatverandering. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat de huidige CO2-stijging door toedoen van de mens zes keer groter is dan natuurlijke stijgingen in het verleden.
Meting Antarctica
Het Oeschger Centre for Climate Change Research (OCCR) aan de Universiteit van Bern heeft nieuwe meettechnologie ontwikkeld die verfijnde inzichten biedt over het klimaat in het verleden. Via de hoge resolutiemetingen in de Antarctische ijsvlakte kunnen eerdere CO2-concentraties tot een half miljoen jaar geleden nauwkeurig gereconstrueerd worden.
Verschil met vroeger
In het wetenschappelijk tijdschrift Science is een studie gepubliceerd over de atmosferische samenstelling van de aarde tussen 330.000 en 450.000 jaar geleden. De Zwitserse onderzoekers vonden door boringen in oude gletsjerlagen sporen van korte periodes van relatief snelle CO2- stijgingen. Volgens Christoph Nehrbass-Ahles, hoofdauteur van de studie, gaat het hier om aanzienlijk kleinere en kortere stijgingen dan die van tegenwoordig.
“De natuurlijke sprongen in de CO2-concentraties van de atmosfeer verliepen tienmaal langzamer dan de door mensen veroorzaakte stijging in de laatste tien jaar.”
Smeltende ijskappen
Het onderzoek toont aan dat abrupte CO2-stijgingen kenmerkend zijn voor het klimaatsysteem en zelfs tussen de interglaciale periode – het tijdperk tussen twee ijstijden – voorgekomen zijn. “Tot nu toe werd aangenomen dat het klimaat erg stabiel was tijdens vroegere interglaciale perioden en dat er geen abrupte veranderingen waren in atmosferische CO2-concentratie”, aldus Nehrbass-Ahles. De abrupte stijgingen waren verklaarbaar door de invloed van smeltwater dat van de grote ijskappen op Groenland of Antarctica de Noord Atlantische oceaan in stroomde. Dit verstoorde de oceaancirculatie aanzienlijk. De oceanen konden hierdoor minder CO2 opnemen, waardoor de concentratie in de atmosfeer omhoogschoot.
De natuurlijke sprongen tussen de ijstijden in zijn door de onderzoekers meerdere keren in het ijs gemeten en iedere keer trokken ze dezelfde conclusie: “Wij weten nog niet waarom dit gebeurt”, zegt klimaatonderzoeker Thomas Stocker en coauteur van de studie. Het roept nieuwe onderzoeksvragen op voor de wetenschappers. Wel geven de onderzoeksresultaten nieuwe inzichten over de huidige toename. De CO2-sprongen in vroegere interglaciale perioden worden nu in ieder geval ruimschoots overtroffen.
Onder druk
Door het smelten van de Groenlandse ijskap dreigen de oceanen opnieuw minder CO2 te kunnen opnemen. Dit zou leiden tot een extra sprong in de CO2-concentratie, bovenop de grotere stijging als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen. Stocker: “Deze bevindingen zetten ons nog meer onder druk om het klimaat te beschermen”. De onderzoekers vergeleken de CO2-sprongen uit het verleden met de stijging van de CO2 door menselijke activiteiten van vandaag. Volgens Stocker bedroeg de grootste CO2-sprong in het verleden ongeveer 15 ppm (deeltjes per miljoen, de eenheid van atmosferische CO2-concentratie). Dat is ongeveer gelijk aan de toename die de mensheid de afgelopen zes jaar heeft veroorzaakt. Dit onderzoek lijkt daarmee niet relevant, toch is de analyse wel degelijk van toepassing. “Gezien de hoeveelheid CO2 die we nog mogen uitstoten om de in Parijs overeengekomen klimaatdoelstelling van 1,5 graden Celsius te halen, zijn dergelijke verhogingen zeker relevant”, concludeert Stocker.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Jessica Slotman