Het begin is er! In Nederland is door Sharon Dijksma het verbod op wilde dieren in het circus aangekondigd. Dit zal ingaan op 15 september 2015. Erg goed nieuws voor deze dieren en tevens een injectie voor bewustwording. Door de aandacht die dit nieuws krijgt en de discussies die daarop volgen, wordt er steeds meer bekend over de leefomstandigheden van de circusdieren en het daaruit voortvloeiende niveau van dierenwelzijn en de werkelijke behoeften van het dier, waaraan dus niet wordt voldaan.
In Amerika is men nog niet zover helaas. Om bovenstaand besluit te illustreren volgt hieronder het trieste verhaal van Nosey.
Vorige maand protesteerde PETA (People for the Ethical Treatment of Animals) in Washington met banners met de leus: “USDA (Amerikaanse Ministerie van Landbouw): neem de kreupele olifanten van het circus in beslag”.
De kreupele olifant die hier de hoofdrol speelt is een vrouwelijke dikhuid met de naam Nosey. Volgens vele artikelen, petities en blogberichten is Nosey slachtoffer van mishandeling en nalatigheid van haar eigenaar terwijl ze op hetzelfde moment lijdt aan een woekerende artritis (chronische voetproblemen en spierverstoringen zijn de meest voorkomende oorzaken van de dood van olifanten in gevangenschap).
Ondanks deze wetenschap sleept haar eigenaar Hugo Liebel uit Florida haar van staat naar staat om groepen kinderen als ballast op haar rug te dulden. Daar komt bij, volgens PETA, dat Liebel in de loop der jaren de Dierenwelzijnswet maar liefst 200 keer heeft overtreden. PETA beschuldigt de USDA ervan niet in te grijpen in de nijpende situatie van Nosey.
PETA klaagt al meer dan 10 jaar over de situatie van Nosey, onderbouwd met bewijs dat zij kreupel is. De USDA is als autoriteit bevoegd om beslag te leggen op dieren die lijden onder het optreden en kan ook vergunningen van eigenaren intrekken. Echter, zij heeft geen enkele actie ondernomen om Nosey te helpen.
Dit is Nosey:
Nosey is een van de 99 circusolifanten in Amerika. Dit protest met Nosey als boegbeeld komt op hetzelfde moment dat een ander zoogdier in gevangenschap op een veel grootser en spectaculairder manier steun krijgt: Tilikum, de orka die het onderwerp is van de veelbesproken documentaire “Blackfish”. Deze ene documentaire heeft niet alleen heel veel stof doen opwaaien voor orka’s in gevangenschap, maar heeft een eerst slapend publiek getransformeerd in een massa van vrijheidsstrijders die SeaWorld sommeren te stoppen met het houden en tentoonstellen van deze diersoort.
Maar de vraag is: Waarom krijgen circusolifanten niet hetzelfde podium voor dringende actie zoals de orka’s? Komt die enorme overvloed aan aandacht voor de worsteling van orka’s in gevangenschap werkelijk door slechts één film? Misschien.
Waarschijnlijk is een van de redenen dat de circusolifanten niet hoog op de prioriteitenlijst staan, vanwege de verrassend lange en verankerde historie die de olifant heeft in Amerika. Susan Nance, Amerikaans historicus en schrijfster, vertelt dat de eerste olifant al in 1795 in Amerika arriveerde. Toen het Amerikaanse circus ontstond in 1850, maakte de olifant daar vanaf het begin deel van uit. Olifanten hebben heel veel geleden in circussen en doen dat nog steeds volgens veel circusobservatoren. Elke olifant die opgetreden heeft in een circus in de 19e eeuw, is daar ook daadwerkelijk in gestorven volgens Nance.
“Geen enkele van deze olifanten is oud geworden”, voegt ze eraan toe.
Als de olifanten ‘onhandelbaar’ waren werden ze doodgeschoten, vergiftigd of zelfs gewurgd. Dit laatste gebeurde, gruwelijk genoeg, door andere olifanten in te zetten die de strop om de nek moesten aantrekken. Veel circusolifanten werden publiekelijk gedood. Niet alleen werden olifanten gedood, maar olifanten doodden ook mensen. Zo werd Aziatische olifant Mary opgehangen nadat ze een assistent-trainer had gedood. En hier een ander morbide feit: dit werd ervaren als een soort van spannend detail. Eind 19e eeuw was dit voor sommigen juist de reden om naar het circus te gaan.
Naast het geweld waren er ook nog andere zorgen. Veiligheid op de werkvloer werd een punt van aandacht “en het publiek was daar niet blij mee”.
“Feitelijk,” vervolgt Nance, “toen ik Blackfish zag, dacht ik aan de circusolifanten schreeuwend om hulp: dit is hetzelfde verhaal! Als mijn boek op het moment dat ik die film zag niet bij de drukker had gelegen, dan was een van ons absoluut beschuldigd van plagiaat. Het was exact dezelfde verhaallijn: Zet dieren in gevangenschap. Vervolgens groeien ze. Iemand wordt gedood. Iemand probeert dit te verdoezelen. Het publiek ontdekt het en wordt boos.”
Een van de andere redenen dat circusolifanten hun ´Blackfishmoment´ nog niet hebben gehad, speculeert Nance, kan veroorzaakt worden door socio-economische omstandigheden.
“SeaWorld is duur. Het kost veel geld om daar naar toe te gaan. Maar Feld Entertainment – waar verschillende circussen en Disney on Ice onder vallen- positioneert zichzelf als de ‘Walmart’ van het entertainment. Zij richt zich op de arbeidersklasse. Historisch gezien zijn het in Amerika de midden- en hogere klassen die zich bekommeren om dierenwelzijn.”
Dit demografische niveauverschil in publiek zou weleens de bepalende factor kunnen zijn in de verschillende resultaten die zullen worden geboekt ten behoeve van de olifanten en orka’s in gevangenschap, suggereert zij.
Journaliste Carol Bradley heeft ook veel tijd gespendeerd in haar onderzoek naar circusolifanten voor haar boek “Last Chain On Billie”.
“Ik geloof dat een groeiend percentage van het publiek zich in principe ongemakkelijk voelt bij het zien van wilde dieren die optreden in een piste, zelfs als ze niet onder woorden kunnen brengen waarom. Mensen zullen zich afvragen: als olifanten zo mishandeld worden, waarom is er dan geen wet die dit verbiedt?” “Ze begrijpen niet dat er wel een wet is, de Animal Welfare Act. Maar dat deze slap is geschreven en niet voldoende respect afdwingt.” Bijvoorbeeld”, zegt Bradley, “staat De Animal Welfare Act dompteurs toe olifantenhaken te gebruiken en, zelfs als blijkt dat deze duidelijke verwondingen veroorzaken, zijn er te weinig agenten om hun welzijn te bewaken.”
Bovendien zegt Bradley dat de circusindustrie een financiële krachtpatser is die heel effectief is in het lobbyen.
“Circussen hebben miljoenen dollars gespendeerd aan het trachten hun tegenstanders af te schilderen als linkse malloten. Volgens de groepering Center for Public Integrity, spendeerde Ringling Bros in 2012 maar liefst 335.000 dollar puur aan het lobbyen bij het Congres en de regering zodat deze zich niet tegen het circus zouden keren.”
Tot slot zegt Bradley dat het voor het publiek moeilijk voor te stellen is dat de olifant – het grootste dier op aarde- een truc op een podium zou doen als hij dit niet zou willen.
“Ze draven zelfstandig de ring in en als ze op een teil gaan staan of op hun voorbenen balanceren lijken ze zelfs te glimlachen. Het publiek is zich er niet van bewust dat olifanten al van baby af aan, wanneer ze erg kwetsbaar zijn, aan training worden onderworpen. Zij kunnen uitgroeien tot een gewicht van 4.000 kilo, maar nog steeds bang zijn voor de olifantenhaak en voor de trainer die deze vast heeft.”
Jennifer Fearing is voorzitster van Fearless Advocacy Inc. in Sacramento, Californië, en doorgewinterd lobbyist voor het beschermen van dieren bij de Humane Society of the United States (HSUS).
Zoals Bradley zegt Fearing dat ze een algemeen beeld van bewustzijn bespeurt voor de toestand van circusolifanten.
“Maar het is nog niet tot leven gekomen. Ik heb kleine successen gezien.”
Hiermee doelt ze op het recente verbod op het gebruik van olifantenhaken door de gemeenteraad van Los Angeles.
“Toen Ringling simpelweg verklaarde olifantenhaken nodig te hebben om de olifanten naar de stad te begeleiden, stemden de gemeenteraadsleden van L.A. unaniem tegen de komst van het circus naar hun stad. Dit verbod zal wettelijk worden vastgelegd in januari 2017. Dat duurt nog een hele tijd en dat betekent dus dat er alle ruimte en tijd is voor ellende, procesvoering en het terugdraaien. Hier geldt ‘tot het een feit is, is het nog geen feit’. Maar de circusolifantenkwestie is zeker aan het sluimeren. En L.A.’s eerste stap daarin zal daar zeker impuls aan geven. Oakland is dit onderwerp op dit moment aan het behandelen.”
Fearing legt uit dat campagnes starten, aanslaan of langere periodes stil liggen.
“De organisaties moeten flexibel zijn.”
En volgens Bradley is Feld Entertainment een geduchte tegenstander. In die zin moeten organisaties het vaak met hun schaarse middelen opnemen tegen ‘de grote reus’.
Zo merkt Fearing op dat veel maatschappelijke en natuurbehoudorganisaties op dit moment veel energie stoppen in de olifanten in Afrika, die slachtoffer zijn van een onverbiddelijke slachting door stroperij.
“Helaas zijn er massa’s dieren – inclusief de olifant – in gevaar. En de inspanningen hiertegen zijn dunner gezaaid dan een ieder zou willen.”
Toch kunnen omstandigheden veranderen en hierin is de portemonnee het sterkste wapen.
“SeaWorld is een naamloze vennootschap. En we kijken allemaal naar een financieel wrak. Hun aandeel is dit jaar 50% in waarde gezakt. Dit betekent dat wanneer het aandeel zakt, het niet erg aannemelijk is dat iemand dit gaat kopen.”
Bij de orka’s van Sea World heeft volgens haar de vraag van het publiek en de consument de kwestie in de hand.
“De markt stort in elkaar. Mensen kiezen met hun portemonnee,” betoogt Fearing.
Olifanten zouden hun Blackfishmoment kunnen hebben zodra mensen niet meer naar het circus gaan.
“En dan zou het eindelijk kunnen stoppen.”
Bron ©PiepVandaag.nl Ildiko Bischot
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Wat een triestheid. Ik begrijp niet dat veel mensen niet snappen dat er heel veel ellende en mishandeling ten grondslag ligt aan olifanten die idiote kunstjes in een circus moeten doen en in vrachtwagens van hot naar het gesleept worden. Vaak wordt gezegd dat dierenbeschermers dieren vermenselijken, maar het zijn juist de mensen die dit soort dingen bezoeken die denken dat een olifant trots is dat hij een dansje doet of met zijn poten in de lucht op een krukje gaat zitten en dan blij wordt als hij applaus krijgt van het publiek. Blijkbaar hebben deze mensen geen enkel voorstellingsvermogen hoe zo’n dier in elkaar zit en wat zijn natuurlijke behoeftes zijn. Gelukkig gaat het in Nederland eindelijk verboden worden, hoewel het natuurlijk voor alle dieren zou moeten gelden. Hopelijk zullen veel andere landen snel volgen met het verbod.