Het stropen van olifanten in Afrika is sinds 2007 schrikbarend toegenomen. In 2011 werd zelfs een recordhoeveelheid ivoor in beslag genomen van 23 ton, slagtanden van zo’n 2500 dieren. Afgelopen twee maanden zouden alleen in Soedan en Kameroen al vijfhonderd olifanten ten prooi zijn gevallen aan de illegale jacht. Neushoorns worden eveneens zwaar bejaagd.
De organisatie die de handel in illegale wilde dieren in kaart brengt, Traffic, noemt 2011 het horrorjaar voor de olifant. De ivoorexpert binnen Traffic, Tom Milliken concludeert treurig: “Omdat de meeste grote onderscheppingen van ivoor niet resulteren in arrestaties, vrees ik dat de criminelen aan de winnende hand zijn.”
De handel in ivoor is aan banden gelegd in 1989. Sinds 2007 blijkt de markt voor ivoor echter hard te groeien en weer op het niveau te zitten van de jaren tachtig. Het meeste ivoor vindt zijn weg naar de Aziatische markt, vooral China en Thailand. Hoewel smokkelaars steeds verschillende routes weten te vinden naar het oosten, blijkt Egypte een belangrijk doorvoerland te zijn. Een recent onderzoek van Traffic stelt dat Egypte “een van de grootste markten voor illegaal olifantenivoor in Afrika is.” Ivoren kunstvoorwerpen liggen openlijk op markten en bazaars uitgestald, hoewel de overheid nog nooit een vereiste vergunning voor deze voorwerpen heeft afgegeven. De handelaars en ambachtslieden worden net zo min vervolgd.
Ook hier in Egypte komt de link naar China aan de oppervlakte. China is een grote investeerder in het land. Waar tien jaar geleden nog een handjevol Chinezen in Egypte woonden, leven er nu naar schatting 60.000 expatriats en wordt het land per jaar bezocht door zo’n 100.000 Chinese toeristen. Een verkoper vertelde aan de undercover onderzoekers van Traffic dat deze toeristen soms wel voor 50.000 dollar besteden aan ivoren kunst in een enkele aankoop.
De Arabische lente heeft weliswaar roet in het eten gegooid voor de toeristenindustrie, de stroperij tiert er daarentegen welig onder. Door de afwezigheid van ordehandhavers, het machtsvacuüm en een ontbrekende toezicht op de handel in Egypte (en vele andere Afrikaanse landen), is er nóg minder controle dan gebruikelijk op de smokkel, die overwegend via Soedan verloopt.
Er lijkt een direct verband tussen het leed van de grote zoogdieren en de staat van de landen waarin ze leven. Tsjaad, Soedan, De Democratische Republiek Congo, Zimbabwe, Centraal Afrikaanse Republiek, het zijn allemaal landen die al gefaald zijn of op het randje zitten en waar tevens de grootste slachtingen plaatsvinden. Met name de populaties in Tsjaad en Congo zijn zeer zwaar getroffen. De ivoorhandel is een van de inkomstenbronnen waarmee warlords hun oorlogen financieren.
In een persbericht in 2009 zei Peter Younger, hoofd van een ontwikkelingsprogramma van Interpol in Afrika op het gebied van illegale dierenhandel: “Bij de illegale handel in ivoor gaat het niet alleen om de smokkelaars en stropers. Het is een veel meer omvattende zaak. Er zijn ordehandhavers vermoord, mensen worden bedreigd, de corruptie en verdere economische impact op een land zijn allemaal gerelateerd aan dit soort criminaliteit.”
De creativiteit waarmee smokkelaars grote hoeveelheden ivoor weten te verschepen via tussenlanden als Maleisië en Thailand naar met name China, duidt op een zeer geavanceerde vorm van georganiseerde misdaad. In een interview met Environment 360 legt Milliken (Traffic) uit: “Dit soort grote operaties vragen om een enorme hoeveelheid geld en goed georganiseerde planning om producenten en markten met elkaar te verbinden.” Volgens hem is het dan ook geen verrassing dat er nauwelijks arrestaties plaatsvinden, “omdat er door het containerverkeer lagen en lagen van mensen tussen jou en de zending zitten.” Elke grote zending die onderschept wordt, motiveert de syndicaten om het verlies goed te maken. Zeker omdat de pakkans erg klein is.
Volgens Milliken gaat het hierbij om Aziatische syndicaten die in Afrika opereren. Zij zijn duidelijk anders georganiseerd dan de vroegere Westerse handelaar, die vaak alleen werkte. “Er zitten Aziatische handelaren in praktisch alle landen in Afrika waar olifanten voorkomen, en die actief bemiddelen bij inkoop en verscheping naar Azië.”
Huidige prijzen voor olifantenivoor liggen in Afrika rond de 100 dollar per kilo. Voor neushoornivoor zelfs tot 6.000 dollar. Op de Aziatische zwarte markt liggen die prijzen waarschijnlijk tien keer hoger. Met die winstmarges sluiten toezichthouders ook niet uit dat Afrikaanse ambtenaren zelf in de handel verstrikt geraakt zijn. De Keniaanse natuurbeschermer Richard Leakey uitte onlangs in een interview aan de Global Post zijn verdachtmakingen aan de Keniaanse autoriteiten: “Ik vermoed dat veel slachtingen in Kenia uitgevoerd zijn door personeel van het Wildlife Department of onder hun volle medeweten.”
Een kabel op Wikileaks uit een rapport van de Amerikaanse ambassadeur in Kenia, Michael Ranneberger citeerde vorig jaar februari: “Kenya Wildlife Service heeft een duidelijke toename in stroperij opgemerkt waar Chinese werkkampen zijn gevestigd en heeft in feite specifieke acties ondernomen om het stropen te verminderen.” Rannenberg vervolgt: “De Chinese overheid laat geen enkele intentie zien om het ivoorstropen een halt toe te roepen.”
In plaats daarvan koopt China legaal ivoor in Afrika. Volgens vele westerse organisaties werkt dit stropen alleen maar meer in de hand. De vraag naar ivoor neemt er niet door af en legaal ivoor kan een uitstekende dekmantel zijn voor het ‘witwassen’ van illegale waren.
In het interview doet de ivoor-expert van Traffic een oproep aan China om veel agressiever op te treden in zowel eigen land als in Afrika. “China investeert enorm veel in de ontwikkeling van Afrika, maar doet nagenoeg niets aan natuurbescherming.” De lokale politie loopt enorm veel kansen mis, omdat de Afrikaanse gezaghebbers nauwelijks Chinese telefoongesprekken kunnen afluisteren of documenten kunnen lezen. China zou volgens Milliken een veel grotere rol moeten spelen bij het inwinnen van inlichtingen en de vervolging van Chinese criminelen.
De handel in illegaal olifantenivoor is goed voor ongeveer 20 miljard dollar per jaar. Al in 2009 gaf het IFAW een waarschuwing dat met de toenmalige schaal waarop Afrikaanse olifanten werden bejaagd, deze dieren rond 2025 uitgestorven zullen zijn.
Bronnen ©PiepVandaag.nl Barry Wijnandts
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
Blog Karen Soeters
Strijd mee tegen dierenleed!
Door (maandelijkse) donateur te worden, bied je een constante stroom van hulp die essentieel is voor redding en verzorging van oorlogsdieren in Oekraïne. Elke bijdrage, groot of klein, eenmalig of periodiek, maakt een verschil. Help je ook mee?
Alles wat mooi is maakt de mens kapot!!!