De zomer is weer in het land, veel paarden mogen weer dag en nacht de wei in. Aangezien paarden grazers zijn die het beste gedijen bij het zogenaamde hap-stap principe is dit voor hun welzijn een goede zaak. Toch kunnen ook bij paarden die in de wei gehouden worden welzijnsproblemen voorkomen. Een daarvan is beschutting, of liever gezegd gebrek daaraan, in de wei.
Over het algemeen zijn paarden, die geacclimatiseerd zijn aan de omstandigheden waarin ze verkeren, goed uitgerust om weersinvloeden te weerstaan. De thermoneutrale of ‘comfort zone’ van een paard ligt tussen de -5 en +15° C, maar is medeafhankelijk van een aantal factoren zoals bijvoorbeeld ras, conditie, wel of niet geschoren zijn, enzovoort. Bij deze omgevingstemperaturen kan een paard de lichaamstemperatuur zonder extra moeite op peil houden.
Echter, met name bij aanhoudende neerslag gecombineerd met harde wind, of felle zon en hoge temperaturen zoeken paarden beschutting indien deze aanwezig is (1). Een paard kan beschutting zoeken bij bijvoorbeeld bossage of bomen of in een schuilstal. Dit kan een eenvoudige stal zijn, open aan één kant waarbij o.a. rekening gehouden moet worden met de windrichting die het meest voorkomt in het betreffende gebied; met het aantal paarden dat toegang moet hebben tot de schuilstal en het feit dat paarden die 24 uur per dag buiten gehouden worden een droge ligplaats nodig hebben.
Tegenstrijdigheid in wet en regelgeving is al jaren een moeilijk punt voor paardeneigenaren. Aan de ene kant zijn ze wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat de vijf vrijheden van hun dier niet geschonden worden; de Wet Dieren (2) stelt o.a. dat dieren gevrijwaard moeten zijn van fysiek en fysiologisch ongerief, en in het Besluit Houders van Dieren (3) meldt paragraaf 2, artikel 1.6.3:
“Een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.”
Paardenhouders kunnen door de NVWA gecontroleerd worden of ze de Wet Dieren of het Besluit Houders van Dieren overtreden en beboet worden als dit het geval is.
Aan de andere kant is voor het bouwen van een schuilstal een vergunning vereist en verschilt het per provincie en gemeente of er in het buitengebied schuilstallen gebouwd mogen worden. In veel plaatsen wordt er geen toestemming gegeven om ‘verrommeling’ van het landschap tegen te gaan en is de politiek van mening dat schuilstallen geen economisch belang dienen.
Soms worden schuilstallen gedoogd als er geen klachten over ingediend worden, en soms worden er creatieve oplossingen bedacht door eigenaren, zoals objecten in de weilanden plaatsen (karren, boten, mobiele schuilstallen) die juist voor verrommeling van het landschap zorgen.
In België is onder strikte voorwaarden geen vergunning nodig voor schuilstallen met een maximale oppervlakte van 40m2 (4). Landelijk bepaald, dus geen willekeur per provincie of gemeente. In Nederland verschilt de besluitvorming nog steeds per provincie en gemeente:
Friesland maakte in 2014 schuilstallen in het buitengebied mogelijk door de Verordening Romte Fryslân aan te passen. Het is daar nu mogelijk om een stal met 3 wanden van maximaal 30 vierkante meter te plaatsen (5).
In Wijchen is een beleidsnotitie schuilstallen in het leven geroepen en worden schuilstallen, die aan bepaalde eisen voldoen, toegestaan om het buitengebied aantrekkelijker te maken en dierenwelzijn te bevorderen. Dit voorbeeld werd gevolgd door enkele andere gemeentes (5).
In Noord-Holland is in februari 2018 wederom een initiatiefvoorstel ingediend door Groen Links (5). Het voorstel kreeg steun van Partij voor de Dieren, ChristenUnie/SGP, SP, PVV en 50PLUS maar werd door de meerderheid van Provinciale Staten verworpen (6).
Met andere woorden, het hangt af van de plaats waar het paard in de wei staat. De welwillende eigenaar, die de regels niet wil overtreden, wordt eigenlijk gedwongen het paard op stal te zetten. Dat is niet alleen een verarming van het agrarische buitengebied, maar ook zeker een vermindering van het dierenwelzijn aangezien weidegang voor een paard de voorkeur verdient boven stalling. Weidegang bevordert de gezondheid van het paard zowel fysiek als mentaal, omdat het dier een grazer is, gemaakt is om te bewegen en om de de hele dag door ruwvoer te eten.
Het moet echter ook niet zo zijn dat eigenaren zich verschuilen achter beleid om niets te hoeven doen. Wat kan je doen als eigenaar?
Informeer bij eigen gemeente naar het bestemmingsplan dat rust op het perceel waar de dieren staan. Biedt het bestemmingsplan een ontheffingsmogelijkheid? Dien dan een aanvraag in voor oprichting van een schuilstal. Is er geen ontheffingsmogelijkheid, ga dan samen met de gemeente na hoe die in het bestemmingsplan kan worden opgenomen, maak gebruik van de beleidsnotities schuilstallen van andere gemeenten om aan te tonen hoe zij daar mee omgaan.
Is de gemeente bezig het bestemmingsplan te wijzigen? Dien dan een verzoek in om het oprichten van schuilstallen in het bestemmingsplan te regelen.
Als bovenstaande opties niet mogelijk zijn, ga dan samen met de gemeente na welke weg het beste bewandeld kan worden. Breng de gemeenteraad op de hoogte van uw inspanningen om schuilstallen mogelijk te maken en de redenen waarom u zich daarvoor inzet. Ga na wat in uw gemeente het meest voor de hand ligt: een wijziging van het bestemmingsplan of het formuleren van een ontheffingsmogelijkheid. Inventariseer de behoefte aan schuilstallen in het gebied en mobiliseer andere eigenaren om middels samenwerking meer gedaan te krijgen.
In de Gids voor Goede Praktijken (7) van de Sector Raad Paarden wordt het volgende gemeld:
“Paarden die dag en nacht buiten lopen moeten kunnen schuilen tegen zon en andere weersinvloeden. Een schuilstal of bossage biedt beschutting. Mocht de bouw van een schuilgelegenheid niet door de overheid worden toegestaan dan kan hier een uitzondering op worden gemaakt.”
Caring Vets pleit ervoor dat de uitzondering in deze gevallen door de lokale overheid gemaakt wordt. Het moet niet zo zijn dat er uitzonderingen gemaakt mogen worden op wettelijke eisen, opgesteld om dierenwelzijn te borgen, indien hier niet aan voldaan kan worden door toedoen van de lokale overheid.
Bovenstaande gaat over paarden, maar in feite geldt deze spagaat voor eigenaren van alle weidedieren, zowel agrarisch gehouden als hobbydieren. Het is daarom noodzakelijk om het plaatsen van schuilstallen, onder te bepalen voorwaarden, mogelijk te maken om het welzijn van dieren in de wei te verbeteren. In situaties waar onvoldoende natuurlijke schuilgelegenheid is zou de lokale overheid eigenaren, die aan de Wet Dieren willen voldoen, niet mogen tegenwerken.
Caring Vets is van mening dat een landelijke regeling voor het plaatsen van schuilstallen in het buitengebied, het dierenwelzijn ten goede zou komen, zodat eigenaren en hun dieren niet afhankelijk zijn van de willekeur van provincie en gemeente.
Caring Vets, Werkgroep Paard
Bronnen:
(1) Heleskia, C.R., Murtazashvilib, I., 2010. Daytime shelter-seeking behavior in domestic horses. Journal of Veterinary Behavior (2010) 5, 276-282
(2) Wet Dieren
(3) Besluit Houders van Dieren
(4) De Hoefslag ‘Vlaanderen versoepelt regelgeving omtrent schuilstallen’
(5) Initiatief Groen Links
(6) Besluiten Provinciale Staten 12 februari 2018 – Provincie Noord-Holland
(7) Gids voor Goede Praktijken, Sector Raad Paarden