Demonstratieve openbare ivoorverbranding vindt steeds vaker plaats. Inmiddels hebben er al 25 grote ivoorverbrandingen plaatsgevonden in de afgelopen 27 jaar. Niet alleen in Afrika maar ook in onder andere Amerika, China en de Filipijnen gingen vele kilo’s ivoor in vlammen op. Met deze verbrandingen laten overheden hun toewijding zien aan de strijd tegen het stropen van olifanten en neushoorns. Botswana staat echter niet achter deze aanpak.
Eind april verbrandde Kenia de grootste voorraad ivoor ooit. In de vlammen ging 105 ton olifantenslagtanden op en 1,35 ton neushoornhoorn. Dit waren de overblijfselen van zo’n 6500 olifanten en 450 neushoorns. Deze dieren werden op brute wijze door stropers gedood. Hoewel deze ivoorverbranding in Kenia de grootste is in de geschiedenis, is het slechts 5 procent van de ivoorvoorraad die momenteel in handen is van overheden door heel Afrika.
Met de ivoorverbrandingen spreken overheden zich uit tegen stroperij en illegale dierenhandel en handel in dierproducten. Door het in beslag genomen ivoor te verbranden geven zij de duidelijke boodschap af dat ivoor geen enkel waarde heeft, behalve voor het dier zelf.
Botswana
Hoewel de verbrandingen van het ‘witte goud’ steeds vaker plaatsvindt staan niet alle Afrikaanse landen achter deze aanpak. Zo kiest Botswana ervoor haar ivoorvoorraad niet te verbranden. Tshekedi Khama, Botswana’s minister van milieu legt uit:
“In Botswana vernietigen we geen ivoor, omdat we gemeenschappen hebben medegedeeld dat het behoud van olifanten voor ecotoerisme ontzettend waardevol is en dat de waarde van een levende olifant moet worden gehandhaafd koste wat kost. Het verbranden van ivoor zou tonen dat het dier geen waarde heeft. Wij willen geen olifantenslagtanden, neushoornhoorns of andere wilde producten van wilde dieren verbranden die anders zouden kunnen worden gebruikt om de wereld de waarde van de natuur te tonen en het belang van het behoud van de natuur.“
In plaats van het verbranden van ivoor zoekt Botswana naar andere manieren om hun toewijding aan het behoud van de olifant te laten zien. Zo werd in 2014 een olifanten kunstwerk gemaakt van ivoor onthuld op het internationale vliegveld van Botswana. Dit kunstwerk werd gemaakt om de wereld eraan te herinneren dat het behoud van dit bijzondere dier onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is.
Belangrijke boodschap
Volgens wetenschappers en dierenbeschermers geeft de verbranding van ivoor echter niet alleen een belangrijke boodschap af maar zijn er ook praktische redenen. Zo moet het in beslag genomen ivoor streng bewaakt worden. Dit is niet alleen erg duur, aangezien er opslagruimte en personeel voor nodig is, het is ook erg riskant. Omdat er zoveel geld gemoeid gaat met de verkoop van ivoor is de kans dat het ‘witte goud’ zijn weg terug vindt naar de zwarte markt erg groot.
Ondanks deze redenen blijft Botswana bij het besluit haar ivoorvoorraad niet te verbranden:
“Voor ons is het verbranden van olifantenslagtanden als het gooien van een nagel in de grafkist van een ooit majestueus dier. Wij geloven dat we alle overblijfselen van deze prachtige dieren moeten beschermen en behouden als een herinnering aan hoe de hebzucht van de mens leidt tot het uitsterven van de flora en fauna van deze planeet. De schaamte kunnen we niet verbranden en hopen dat het zal verdwijnen in de rook.”
Bronnen: nationalgeographic, independent ©PiepVandaag.nl Nadine van Wissen
Strijd mee tegen dierenleed!
Related posts
1 Comment
Comments are closed.
De redenatie van Botswana klinkt heel mooi en er is zeker iets voor te zeggen. Maar ik kan mij ook voorstellen dat het heel streng bewaakt moet worden en dat dat veel geld kost en enorme risico’s met zich meebrengt. Een ultieme oplossing is er niet behalve dat mensen stoppen met ivoor te kopen, want dan is er geen vraag meer naar en dus ook geen prikkel om nog olifanten te stropen.