Bij bedreigde diersoorten gaat het lang niet altijd om de grote zoogdieren. Zo meldt De Twentsche Courant Tubantia dat het erg slecht gaat met de beschermde bosmieren in Noordoost-Twente. Afgelopen 30 jaar nam het aantal mierennesten af van 148 naar 11. De mierenhoop verdwijnt uit het Twentse landschap.

bosmieren
Mierenhoop | Foto: Romaine via Wikimedia Commons

De Nederlandse mierenexpert Bram Mabelis en zijn Poolse collega Julita Korczynska van de Universiteit Warschau deden in het voorjaar en de zomer van dit jaar onderzoek naar het voorkomen van de (rode) bosmier in Noordoost-Twente. Het blijkt dat de bosmier vrijwel nergens meer voorkomt in het boerenlandschap. Slechts in één brede houtwal vonden zij nog een nest, maar Mabelis en Korczynska verwachten dat ook die mieren ten dode opgeschreven zijn, zo schrijft de krant. Volgens de onderzoekers heeft dit alles te maken met de landbouw en veeteelt:

“De leefomgeving is ongeschikt geworden voor mieren. Dit is het gevolg van de stikstofdepositie uit de lucht en het uitrijden van drijfmest, waardoor de vegetatie van bosranden en houtwallen vooral bestaat uit brandnetels en bramen. Ze zijn ongeschikt voor mieren en veel andere insecten geworden.”

De kans dat de terugloop van de mieren een halt toegeroepen kan worden achten de onderzoekers klein, omdat mieren zich maar langzaam verspreiden. Ook is er in het verleden dermate veel mest uitgereden, dat de bodem nog voor zeer lange tijd ongeschikt is voor de bosmier.

Dramatisch
Voor het onderzoek keken Mabelis en Korczynska naar het voorkomen van de kale bosmier, de behaarde bosmier en de zwartrugbosmier. Met alle drie de soorten gaat het slecht, aldus Mabelis. De terugloop kan gerust dramatisch genoemd worden, want de kale bosmier had in 1986 nog 102 nesten, tegen 9 nu. De behaarde bosmieren hadden in1986 nog 28 nesten, waarvan er op dit moment nog maar 3 over zijn. De zwartrugbosmier ging van 18 naar 3 nesten. Volgens Bram Mabelis is de uitsterfkans in de gelopen decennia sterk toegenomen.

Behoud
Alleen in de natuurgebieden van Landschap Overijssel (Dal van de Mosbeek en Vasserheide) en Staatsbosbeheer (Springendal) werden nog nesten gevonden. Mabelis vindt dat de natuurorganisaties zich moeten richten op het behoud van de bosmieren. Zo kan men beginnen met het verwijderen van de Amerikaanse vogelkers, omdat die teveel schaduw werpt op de bodem. Ook moet er langs houtwallen minder of niet bemest moeten worden en is een verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen noodzakelijk. Dit komt ook ten goede aan bestuivers als bijen en andere insecten.

Bron: De Twentsche Courant Tubantia ©PiepVandaag.nl Bart van Riel