Wist je dat haringen met elkaar communiceren door scheten te laten waarvan het geluid net boven de menselijke gehoordrempel uitkomt? En dat sommige nachtvlinders hun paringspartners lokken door een kwastje uit het achterste te laten floepen? Of dat het vijverdwergduikertje, een insect van twee millimeter, tot 79 decibel kan tjirpen door met het rechteraanhangsel van zijn penis langs zijn buik te wrijven?
Zomaar drie opstekertjes uit De bilnaad van de teek, een bundeling van columns die Kees Moeliker schreef voor NRC Handelsblad. Moeliker werkt als conservator bij het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, maar is vooral bekend als de eerste bioloog die homoseksuele necrofilie bij eenden documenteerde. Die ontdekking bezorgde hem in 2003 de ironische Ig Nobelprijs én gaf hem de tijdloze geuzennaam ‘de eendenman’.
Het boek biedt 115 verrassende verhaaltjes, over bevreemdende beesten en grappig dierengedrag. De voorbeelden (en de titel) bewijzen Moelikers smaak voor onderbroekenlol, maar soms is hij subtieler. Bijna aandoenlijk is het kleine eerbetoon aan Herbert T. Dalmat: een wetenschapper die zich wijdde aan het onderzoeken van de zwarte vlieg, waarvan wereldwijd meer dan 1800 soorten voorkomen – maar die wij meestal ‘kriebelmuggen’ noemen.
Eigenlijk zijn de columns net te kort en de zwart-witfoto’s net te klein, maar juist daardoor blijf je lezen – voor meer geestige weetjes. Goed dan, nog ééntje om het af te leren: “Een teek heeft geen bilnaad. Nee, een teek heeft een ‘anale groeve’. Dit boek zou dus eigenlijk ‘De anale groeve van de teek’ moeten heten, maar zo’n titel zou niet verkopen.”
Kees Moeliker – De bilnaad van de teek – Uitgeverij Nieuw Amsterdam
©PiepVandaag.nl Rik Peters