Bouwplannen voor de aanleg en het onderhoud van 75 snelwegen in het tropische regenwoud in Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador en Peru vormen een bedreiging voor 2,4 miljoen hectare bos. De regeringen van deze vijf landen zijn van plan om meer dan 12.000 km te asfalteren te midden van het Amazoneregenwoud en veroorzaken daarmee grote schade aan de meest biodiverse plek op aarde.

snelwegen
Biodiversiteit in het Amazoneregenwoud in gevaar door aanleg van 75 snelwegen | Foto: In Memoriam: Ecuador Megadiverso Flickr via Compfight cc

In 2018 hebben verschillende organisaties die zich inzetten voor het beschermen van het Amazonewoud, zoals  Fundación Gordon and Betty Moore en IPAM Amazônia, deze plannen bestudeerd en zijn tot de conclusie gekomen dat de uitvoering ervan uiterst schadelijke gevolgen heeft voor de omgeving. Door middel van een specifiek model en het gebruik van Dinamica EGO- software hebben de organisaties de kans op ontbossing in kaart kunnen brengen op basis van ruimtelijke kenmerken zoals de aanwezigheid van hellingen, wegen, beschermde gebieden en gebieden waar mijnbouw plaatsvindt. In het onderzoek staat:

“Gemiddeld konden we ontbossing correct voorspellen in 97% van de gebiedsdelen op ongeveer 20 km van elke geanalyseerde weg. We kijken ook naar de gevolgen van bedreigde diersoorten, zeldzame en unieke ecosystemen, koolstofemissies, waterbronnen en beschermde gebieden.”

Financiële gevolgen

Het gaat om de aanleg en het herstel van 24 snelwegen in Brazilië, 15 in Ecuador, 14 in Colombia, 11 in Peru en 11 in Bolivia. Volgens Alfonso Malki, technisch directeur in Latijns-Amerika van de stichting Conservation Strategy Fund bedragen de aanleg- en reparatiekosten van deze 75 wegprojecten meer dan 27 miljard dollar. Volgens Malki zou ongeveer 45% van de wegenprojecten meer schade teweegbrengen dan voordelen opleveren. Zo zou 1,1 miljoen hectare ontbossing meer dan 7,6 miljard dollar verlies veroorzaken. Bovendien blijkt tijdens de uitvoering vaak dat 20% van de wegenprojecten de investeringsbedragen overschrijdt.

Rodrigo Botero, directeur van de stichting voor het behoud en duurzame ontwikkeling Fundación para la Concervación y el Desarrollo Sostenible (FCDS) vertelt dat uit onderzoek is gebleken dat een groot deel van de wegenprojecten te veel kostenoverschrijdingen heeft:

“Aanvankelijk dienen deze financiële kosten als bewijs om de planning van deze wegwerkzaamheden te herzien. Daarnaast zijn veel projecten economisch onderverdeeld, dat wil zeggen dat hun werkelijke waarde niet de waarde is die in de planning is genoemd.”

Milieurisico´s

In de komende twintig jaar zal er meer dan 2,4 miljoen hectare aan tropisch regenwoud verloren gaan door de komst van deze snelwegen, indien er geen rekening wordt gehouden met de gevolgen van deze ontbossing op grote schaal. Een verlies dat vergelijkbaar is met dat in Peru van de afgelopen twintig jaar.
Voor de uitvoering van deze plannen, zal er gemiddeld ongeveer 33.000 hectare ontbossing per wegproject plaatsvinden. Het aantal hectare regenwoud dat verloren gaat verschilt echter per traject. Zo moet er voor het traject in Colombia tussen La Macarena en La Leona 86.600 hectare bos moeten worden gekapt en voor de uitbreiding van de Transamazonica, een snelweg die dwars door het Amazoneregenwoud in Brazilië wordt aangelegd, 185.000 hectare. De ontbossing en de aanleg van de Transamazonica zou in 2030 voltooid moeten zijn.

De aanleg van deze snelwegen, brengt grote gevolgen voor de biodiversiteit met zich mee. De waterkringloop, het klimaat en het vermogen van unieke ecosystemen worden hierdoor aangetast.

Sociale gevolgen

De inheemse bevolking van het regenwoud leeft vrijwillig geïsoleerd van onze samenleving. Van het grondgebied waar de inheemse bevolking woont, zou 4% worden aangetast door de 260.000 km wegenbouw die hun leefomgeving doorkruist en 5% van het grondgebied zou confrontaties genereren. Ongeveer 17% van de wegen zou negatieve sociale gevolgen hebben in verband met illegale overtredingen.

Een middenweg

Om te voorkomen dat het resultaat van deze wegprojecten een economisch verlies genereert en om de sociale gevolgen en milieurisico´s zoveel mogelijk te beperken, vinden deskundigen dat er naar alternatieven moet worden gezocht. Aan de regeringen, ontwikkelingsbanken en burgermaatschappij van deze vijf Amazonelanden raden zij aan om vier prioriteiten te stellen. Beginnende met uitsluitend wegprojecten uit te voeren die een positieve netto contante waarde (NCW) hebben. Een volgende prioriteit is het beperken van snelwegopties tot die met relatief kleine sociaal-ecologische gevolgen en grote economische voordelen. Een derde prioriteit is om alle belanghebbenden bij het besluitvormingsproces te betrekken en ten slotte moet er in een grondige analyse worden geïnvesteerd om de besluitvorming over het wegennet te stimuleren, stellen de deskundigen.

Onderzoek heeft aangetoond dat investeren in positieve projecten (projecten met een NCW groter dan nul), ongeveer 4 miljard dollar zou opbrengen en er minder dan tien procent ontbossing voor nodig zou zijn.

Volgens Botero zijn de vijf landen waarin het wegennet wordt aangelegd, nog op tijd om de gevonden gegevens voor te leggen aan de besluitvormers. Toch moet er volgens hem nog meer onderzoek worden gedaan. In het laatste onderzoek is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de onderverdeling van wegenprojecten, waardoor er geen juiste resultaten zijn gevonden voor afmetingen van wegroutes en ontbossing. Botero:

“De resultaten van de ontbossing zouden dus veel hoger zijn. We hebben niet de mogelijkheid gehad om de grootste milieu-impact op landschapsniveau te bestuderen.”

Alternatieven

Botero wil dat de structurele en functionele connectiviteit binnen projecten en de intermodaliteit bespreekbaar worden. Er moet naar nieuwe modellen worden gekeken en bepaald worden aan welke ontwikkelingen de bevolking behoefte heeft, zoals wegen die toegang geven tot scholen en gezondheidsposten. Landelijke wegen met een lage berijdbaarheid in plaats van snelwegen voor groot vrachtverkeer. Botero:

“Na de pandemie van het coronavirus kan de infrastructuursector zeggen dat voor economisch herstel alleen deze sector nodig is, iets dat absoluut gevaarlijk zou zijn.”

Andere mogelijkheden zijn het gebruik van de rivier-, lucht- en spoorvervoersystemen in het gebied. “Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het herstellen van luchtverkeerssystemen meer winst zou kunnen opleveren dan de aanleg van wegen, evenals spoorontwikkelingen. Wat betreft de riviergeulen is er een grote discussie, omdat de baggerindustrie verschijnt. Een van de uitdagingen zal zijn om te bepalen welke van deze systemen financieel het meest efficiënt is en de minste ecologische en sociale gevolgen heeft. We kunnen niet blijven vasthouden aan de voordelen van de particuliere bedrijven- en infrastructuurmarkt, maar gaan werken aan technologische processen en alternatieve energieën” aldus de directeur van de FCDS.

Bronnen:

©AnimalsToday.nl Jennie Cools