Door de opwarming van de toendra veroorzaakt door klimaatverandering vestigen bevers in Alaska zich steeds verder noordwaarts. Nu blijkt dat de dieren en de dammen die zij aanleggen de door klimaatopwarming veroorzaakte transformatie van het poolgebied versnellen.
Normaal gesproken bewonen bevers koude, noordelijke gebieden. Volgens onderzoek naar de verspreiding van de soort zijn zij nu zelfs naar voorheen onbewoonbaar gebied getrokken. Daar waar 50 jaar geleden geen sporen waren van bevers blijken zij nu frequent voor te komen. Ken Tape, ecoloog aan de Universiteit van Alaska:
“We wisten niet wat we zouden aantreffen en waren zeer verrast.”
Door middel van luchtfoto’s en satellietbeelden sinds 1949 hebben de wetenschappers betrokken bij het Arctic Beaver Observation Network meer dan 12.000 meren, of vijvers, geïdentificeerd die in Alaska zijn ontstaan door beverdammen. Dit aantal is in de afgelopen twintig jaar verdubbeld. Door de opwarming van de aarde is de populatie aangevuld met een grote hoeveelheid Noord-Amerikaanse bevers.
.
.
Bevers staan bekend vanwege hun talent om het landschap waarin zij leven te herschikken. Als het mogelijk is graven bevers zich in de oevers van meren en rivieren in, maar ook veranderen zij minder geschikte gebieden door het bouwen van dammen. Met hun krachtige kaken knagen zij bomen om en maken er enorme structuren van aangevuld met takken en modder om velden en bossen te veranderen in ondergelopen gebied. Vanwege dit talent van de bever worden zij vaak uitgezet om overstromingen te voorkomen, zoals door de Britse overheid in de Forest of Dean waar wij eerder over schreven. In dit geval lijken de dammen de nadelige effecten van klimaatverandering echter te verstreken. Ken Tape:
“Die meertjes absorberen warmte beter, ze veranderen de hydrologie van het gebied en de permafrost reageert daarop.”
De toename van bevers in het poolgebied zorgt ook voor strijd over voedsel en woongebied, hoewel de gevolgen nog niet volledig in kaart gebracht zijn. Helen Wheeler van de Anglia Ruskin Universiteit zegt hierover:
“We weten echter wel dat de mensen zich zorgen maken over de impact van de beverdammen op de waterkwaliteit, het aantal vissen stroomafwaarts van de dammen, en de toegang voor hun boten.”
Bevers – die geen winterslaap houden – profiteren van de kortere winters, de toename van beschikbare vegetatie en dat ze de afgelopen eeuw steeds minder gevangen worden voor hun bont. Omdat de bever steeds wijdverspreider zal worden raden onderzoekers aan ‘bevermanagement’ te integreren in het beheer van oeverlandschappen, een eufemisme voor het doden van de dieren.
.
.
Voorlopig houdt een bergketen de bevers tegen om verder noordelijk te trekken, maar het is niet ondenkbaar dat zij dit via de rivieren naar de noordkust zullen doen. Om de effecten beter in beeld te krijgen wordt verder onderzoek voorbereid.
Bronnen:
©AnimalsToday.nl Juliëtte Ronteltap