Ook dit jaar is de Atalanta net als in 2016 de meeste getelde vlinder in de Nederlandse tuinen. De bekende vlinder met de zwarte vleugels met opvallende oranje strepen en witte stippen werd meer dan 7.700 keer waargenomen in tuinen.
Zondag werd een voorlopige tussenstand door de organisator van de telling, de Vlinderstichting, bekend gemaakt en daaruit blijkt dat 51 van de 53 in Nederland bekende vlindersoorten zijn waargenomen. In 2016 waren dat er nog 52.
Per tuin werden gemiddeld vier verschillende soorten vlinders waargenomen en gemiddeld werd tien vlinders geteld.
Na de Atlanta werden de kleine vos (meer dan 4.400) en de dagpauwoog (3.500) het meest gezien.
Na de atalanta (meer dan 7.700 keer) werden de kleine vos (ruim 4.400) en de dagpauwoog (3.500) het vaakst gespot. Per tuin werden gemiddeld tien vlinders en vier verschillende soorten vlinders waargenomen. In het Noorden van het land werden aanzienlijk meer vlinders waargenomen dan in het zuiden van het land.
Afgelopen weekend bekeken de deelnemers aan de vlindertelling een kwartier lang rond het huis welke vlinders ze konden waarnemen. De resultaten werden vervolgens doorgegeven aan de Vlinderstichting.
Dit jaar waren er 3.700 tellers, zo’n 1000 minder dan vorig jaar. Volgens een woordvoerder van de vlinderstichting komt dit vooral door het slechte weer op zaterdag. Toen werden er relatief gezien weinig tellingen doorgegeven.
In de loop van volgende week worden de definitieve cijfers van de vlindertelling gepresenteerd. Volgens de stichting levert de telling een schat aan informatie op ook om te kunnen bepalen hoe de dagvlinders effectief beschermd kunnen worden.
Veel vlinders hebben het moeilijk in Nederland. De afgelopen vijftig jaar zijn zeventien vlindersoorten verdwenen uit Nederland. Van de 53 soorten die nu zijn waargenomen worden er 31 in hun voortbestaan bedreigd.
Bron: NU.nl ©AnimalsToday