Roeken houden van gezelligheid. Als je één roek ziet, duurt het nooit lang voordat je er nog één ziet. Het zijn echte groepsdieren die langdurige relaties en vriendschappen onderhouden en het liefst in groepsverband bezig zijn. Het is dus niet verwonderlijk dat roeken in kolonies broeden. Heel anders dan zwarte kraaien, die qua zwartheid en formaat veel op roeken lijken, maar waarvan de broedparen soortgenoten fanatiek verjagen van de nestplaats. Kraaien vormen duo’s, roeken vormen legio’s. Zo is het altijd geweest. Dat roeken door hun kolonievorming kwetsbaar zijn voor bestrijding door mensen, is inmiddels wel gebleken.
Kraaiachtigen hebben geen beste reputatie. Bij zowel de boer, de natuurliefhebber als de man/vrouw op de straat worden de zwarte, zwartgrijze en zwartwitte vogels met lede ogen aangezien: “Ze vreten alles op”. De kritiek op de vogels is even oppervlakkig als hardnekkig. Zo ook bij de roek. Hoewel er helemaal niet veel roeken in Zuid-Holland leven, zijn de kolonies wel goed zichtbaar. Vooral voor wie met de auto over de A15 langs Leerdam rijdt. Daarmee blijkt de roek een uitstekende zondebok voor schade in de landbouwsector.
Rechtszaak
Boeren lijden ontegenzeggelijk schade van vogels. In de fruitteelt en groenteteelt verdwijnt ieder jaar een deel van de oogst in de kroppen van hongerige vogels. Logisch, want vogels kunnen niet weten dat die planten daar niet zomaar staan, maar dat die bedoelt zijn voor de schappen van de groentewinkel. Het is daarom ook noodzakelijk voor een boer om gepaste maatregelen te nemen om die schade tegen te gaan. Op welke manier dat gepast is, laat ik hier voor nu even liggen. Waar het om gaat is dat het pakket van maatregelen dat door provincie Zuid-Holland was goedgekeurd om schade door roeken te bestrijden, niet als gepast door beugel kon. Tenminste, dat was de mening van Natuur en Milieu Federatie Zuid-Holland, de Faunabescherming en 14 andere natuurorganisaties. Zij spanden een zaak aan tegen de provincie om de vergaande bestrijding van de roek te stoppen.
Staat van instandhouding
De belangrijkste argumenten die de natuurorganisaties naar voren brachten, waren dat de landbouwschade door roeken zeer beperkt was en onvoldoende gedocumenteerd. Er konden ook andere vogels in het spel zijn. Daarnaast bleek de daadwerkelijke roekenpopulatie in de provincie veel kleiner dan de wildbeheereenheid had geschat. In de Wet Natuurbescherming, die per 1 januari 2017 van kracht is, wordt gesteld dat de ‘gunstige staat van instandhouding’ niet in ‘het geding’ mag zijn. Met andere woorden: de roek mag niet worden uitgeroeid. Er moeten genoeg roeken overblijven om de populatie te laten blijven bestaan.
Cijfers
Uit cijfers van Sovon Vogelonderzoek Nederland is inderdaad gebleken dat het slecht gaat met de roek. Niet alleen in Zuid-Holland, maar in heel Nederland loopt de populatie terug. Afschot speelt daarin een belangrijke rol. De natuurorganisaties in Zuid-Holland stelden daarop dat de provincie roeken niet zou moeten bestrijden, maar dat men beter extra beschermende maatregelen kan treffen om ervoor te zorgen dat er over een paar jaar nog steeds roeken in Zuid-Holland leven.
Uitspraak
De rechter heeft de bezwaarmakers na zorgvuldig beraad in het gelijk gesteld. Daarmee is de ontheffing om roeken in Zuid-Holland te bejagen van de baan. Of het tij voor de roeken daarmee gekeerd is, is nog afwachten. Terwijl in de rechtszaal druk over ze werd gesproken, trokken de roeken zelf zich nergens iets van aan en hebben ze, zoals ieder jaar, gebroed en jongen groot gebracht. Ik zag er net op weg naar huis een paar in het gras zoeken naar wormen. Ze hadden het gezellig.
André de Baerdemaeker – voorzitter Vogelklas Karel Schot
©AnimalsToday.nl