Een agentschap van de Amerikaanse overheid dat is opgezet om dieren te doden of weg te halen heeft in 2021 per ongeluk bijna drieduizend dieren gedood. De verwijderde diersoorten vormden volgens het agentschap een bedreiging voor vee, gewassen en de openbare veiligheid. Met behulp van niet-selectieve vallen, die worden gebruikt om gewassen en de openbare veiligheid te beschermen, werden ook federaal beschermde soorten klemgezet.

3.000 dieren
Amerikaanse overheidsinstelling doodde per ongeluk 3.000 dieren in 2021 | Foto: Pixabay

Het betrokken agentschap genaamd Wildlife Services, dat deel uitmaakt van het Amerikaanse ministerie van Landbouw, doodde zo’n 1,76 miljoen dieren in het boekjaar 2021. Echter leidde de handelingen van Wildlife Services ook tot veel onbedoelde slachtoffers die federaal beschermd zijn. Data van National Geographic wijst uit dat beschermde diersoorten zoals de gewone zeehond, zeearenden, zwarte beren en poema’s ook onbedoeld gedood zijn door Wildlife Services.

Over het algemeen schakelen staats- en lokale autoriteiten de Wildlife Services in om dierensoorten te vangen of te verwijderen die vee zouden kunnen doden, gewassen zouden kunnen opeten of andere schade zouden kunnen veroorzaken. Wildlife Services gebruikt hiervoor een verscheidenheid aan vallen die veelal omstreden zijn. Zo behoren onder andere nekstrikken en voetklemmen, die zijn ontworpen om het gevangen dier te verpletteren, tot onderdeel van het arsenaal waarmee het agentschap diersoorten probeert te vangen. Critici wijzen het agentschap erop dat deze vallen niet alleen inhumaan en dodelijk zijn, maar ook willekeurig. Zij benadrukken verder dat Wildlife Services per ongeluk een veelvoud aan federaal beschermde dieren vangt door deze methodes te blijven gebruiken.

Omstreden gif

Wildlife Services weigerde mee te werken na een verzoek om een interview te geven naar aanleiding van de gepubliceerde data, maar verklaarde dat meer dan 99,8 procent van de dieren die gedood werden, beoogde doelen waren. Een ander kritiek op Wildlife Services is dat ze een gif gebruiken in de vorm van een springveer-activerend M-44 cyanide capsule. De capsules lijken op de kop van een tuinsproeier en bevatten een zoete geur die dieren aantrekt. Als een dier zoals een coyote trekt of bijt aan de capsule, komt er een gif vrij dat het dier doodt. Aldus een informatieblad van Wildlife Services komt de dood normaal gesproken binnen 1  á 5 minuten nadat het instrument in werking is gesteld. Desalniettemin zorgde het middel in 2017 ervoor dat een hond na blootstelling aan het gif een ondraaglijke en langzame dood stierf. Zo werden er volgens het Amerikaanse dagblad de Sacramento Bee bijvoorbeeld tussen 2000 en 2012 al meer dan 1100 honden gedood door deze “cyanidebommen”.

Het Centrum voor Biologische Diversiteit waarschuwt voor de dieronvriendelijke gevolgen bij het gebruik van de M-44 cyanide capsules. Volgens de in Arizona gevestigde NGO kunnen dieren die met het gif zijn besproeid inwendige bloedingen, hartaanvallen of longfalen krijgen voordat zij sterven. Zo stierven er vorig jaar 266 grijze vossen, 16 rode vossen en 23 wasberen door onopzettelijke aanraking met het middel. Deze dieren werden ofwel direct gedood door de apparaten, of ze moesten geëuthanaseerd worden nadat ze niet direct stierven na blootstelling aan het gif.

Nevenschade onvermijdelijk

Ondanks dat de vallen zodanig opgezet kunnen worden dat de doelgroep bereikt wordt, leidt het gebruik uiteindelijk ertoe dat er veel niet-doeleind specifieke diersoorten worden gedood door Wildlife Services. “Je ontkomt er niet aan andere soorten te vangen als nevenschade”, zegt gepensioneerde Carter Niemeyer, die 26 jaar als vallenzetter en toezichthouder werkte voor Wildlife Services voordat hij in 2000 overstapte naar de U.S. Fish and Wildlife Service. Volgens hem varieert het resultaat enorm als vallenwerkers worden ingezet doordat ieder een eigen aanpak heeft. Hij benadrukt dat de mensen die hen contracteren ervan uitgaan dat ze humaan zijn en hun vallen controleren. Ondanks dat ze professionals zijn is dit echter niet altijd het geval omdat er een groot aantal vallen wordt uitgezet.

Bovendien eisen sommige staten dat vallen genoeg worden gecontroleerd en een richtlijn van 2021 van Wildlife Services stelt dat alle vallen en apparatuur niet minder vaak dan vereist door de autoriteiten moeten worden gecontroleerd, tenzij specifieke vrijstellingen zijn verkregen. Mocht er toch een dier, bijvoorbeeld een hond of kat, in een val terechtkomt en niet onmiddellijk sterft, zal uitdroging of verwonding door beklemming het dier waarschijnlijk binnen een paar dagen doden, zegt Niemeyer.

 

Onbedoelde sterfgevallen

Nevenschade treedt dus frequent op door de aanpak van Wildlife Services, en daarom is het traceren en melden van onbedoelde diersoorten noodzakelijk. Het agentschap rapporteerde meer dan 2.700 onbedoelde sterfgevallen van endemische dieren in 2021, een cijfer dat iets hoger ligt dan in elk van de voorgaande drie jaren. Uit een verklaring van het agentschap blijkt dat vier op de vijf onbedoeld gevangen dieren ongedeerd weer vrij gelaten worden of herplaatst. Er kunnen natuurlijk kanttekeningen geplaatst worden bij deze verklaring. Collette Adkins, hoofd conservatie van carnivoren bij Centrum voor Biologische Diversiteit, zegt dat gevangen dieren in eerste instantie ongedeerd lijken te zijn vanwege een adrenalinestoot veroorzaakt door de stress van de beknelling. Zij legt uit dat dieren vaak tot het uiterste gaan om zichzelf te bevrijden, waardoor soms het enige bewijs dat een dier gevangen zat nog de tenen in de val zijn. De dieren realiseren pas later als ze in veiligheid zijn dat bijvoorbeeld hun poot is verbrijzeld. Zo vindt Michelle Lute, manager bij de NGO Project Coyote, dat Wildlife Services een onbedoelde dood niet nauwkeurig kan toeschrijven als ongeluk omdat het agentschap zich volledig bewust is van het feit dat de vallen willekeurig van aard zijn.

Alternatieve aanpak

Tot op heden maakt Wildlife Services nog vaak gebruik van klemmen en andere middelen zoals de cyanide capsules. Deze methodes gaan vaak mis en zorgen ervoor dat dieren verpletterd of gedood worden. Niemeyer schetst het voorbeeld van een gewone zeehond die door zo’n valklep gepakt wordt. Een klem is bijvoorbeeld een metalen apparaat dat bedoeld is om elk dier te doden dat erin terechtkomt en erdoor probeert te komen. Bij een groter dier zoals een zeehond kan de val dichtklappen op het gezicht of de nek. Een zeehond heeft een vrij stevige nek waardoor het dier dus waarschijnlijk sterft door verdrinking of wurging door de werking van de val. Alleen al in 2021 doodden deze klemmen al onbedoeld 544 rivierotters.

Adkins en Lute beschrijven andere beproefde en meer humane manieren om de problemen die wilde dieren kunnen veroorzaken te beperken. Alternatieve manieren moeten ertoe leiden dat er minder onschuldige dieren omkomen. Een alternatief om het vee te beschermen is bijvoorbeeld het idee dat veeboeren betere omheiningen rond hun dieren bouwen en felle lichten en waakhonden inzetten. Lute waarschuwt er desondanks wel voor dat hier vaak overheidssteun voor nodig is om de kosten te helpen dragen voor de boeren. Een ander mogelijke manier zoals het snel verwijderen van de nageboorte van boerderijdieren zorgt ervoor dat roofdieren uit de buurt van het vee worden gehouden. De enige wijze om conflicten aan te pakken is te focussen op het betrokken dier, de locatie en het tijdstip van incident, zegt Lute. De manier van Wildlife Services, ingrijpen lang na het incident, is onnauwkeurig en lost het probleem niet op. Het resulteert simpelweg alleen in de dood van een onschuldig dier.

Bron:

©AnimalsToday.nl Daan de Boer