Voor trainingsdoeleinden maakt de Amerikaanse marine gebruik van sonar met lage frequentie. Dit heeft negatieve gevolgen voor zee(zoog)dieren, die zeer gevoelig zijn voor geluidsoverlast. Het Federale Hof van Beroep heeft vorige week besloten dat dit de marine eerder ten onrechte is toegestaan.
Het gebruik van sonar, ingezet om onderzeeërs te lokaliseren, kan walvissen, zeehonden, dolfijnen en walrussen schade toebrengen en zelfs hun levens bedreigen. De dieren worden onder meer gestoord tijdens het zoeken naar voedsel en het paren, kunnen gehoorschade oplopen en zelfs stranden doordat ze op de vlucht slaan of gedesoriënteerd raken.
Het Hof van Beroep van het 9e Circuit heeft nu bepaald dat een eerdere goedkeuring in 2012 door een lagere rechtbank, voor het inzetten van sonar tijdens trainingen en testen, onjuist was en heeft die beslissing teruggedraaid.
De Amerikaanse marine had in 2012 toestemming gekregen om vijf jaar lang sonar te gebruiken tijdens vredesmissies in de Stille, de Atlantische en de Indische Oceaan, evenals in de Middellandse Zee. Volgens deze reglementen, aangenomen door de National Marine Fisheries Service (NMFS-NOAA), was het de marine toegestaan sonar te gebruiken met als ingecalculeerd risico dat elk jaar zo’n 30 walvissen en 24 vinpotigen (zoals zeeleeuwen en zeehonden) nadelig beïnvloed zouden worden. Zodra een zeezoogdier zich in de nabijheid van het schip zou bevinden, moest de marine de sonar uitzetten of vertragen. Daarnaast was het verboden om luide sonarsignalen in te zetten bij de kustlijn en in sommige beschermde gebieden.
Volgens milieuorganisaties, aangevoerd door de Natural Resources Defence Council, was de vergunning een schending van de Marine Mammal Protection Act (dierenbeschermingswetgeving voor zeezoogdieren, MMPA) en men begon een rechtszaak in San Francisco in 2012.
Volgens het Hof van Beroep is de goedkeuring voor het gebruik van sonar ten onrechte toegekend, omdat in de MMPA staat vermeld dat handelingen tijdens vredestijd ‘zo min mogelijk negatieve gevolgen voor zeezoogdieren’ moeten hebben. Hoewel men van mening is dat de marine de richtlijnen van de NMFS zo goed mogelijk heeft gevolgd en getracht heeft de nadelige gevolgen voor zeezoogdieren tot een minimum te beperken, is de belangrijkste conclusie dat cruciale gebieden in de oceanen te weinig bescherming genoten, terwijl die door NMFS zelf als biologisch belangrijk waren gemarkeerd. Zo vermeldde het vonnis:
“Het resultaat is dat een belangrijk deel van ‘s werelds zeezoogdierenhabitat onvoldoende beschermd werd.”
Bron: The Guardian, Joop.nl, Wageningen UR ©PiepVandaag.nl Angelique Lagarde